Voor literatuurlijst klik hier.

D e   T i e n   G e b o d e n

Als film werden ze door de wereld geroemd. Als de wet van God worden ze door sommigen bemind, door anderen gehaat, maar door allen overtreden.
De Tien Geboden zijn vervloekt, gesmaad, verdraaid, gehoond; sommigen hebben getracht ze met menselijke argumenten af te schaffen. Een klein aantal mensen dat ze naleeft, ervaart de zegeningen die ze met zich kunnen meebrengen. David zei "Hoe lief heb ik uw wet!" en noemde haar volmaakt; Paulus noemde haar heilig, rechtvaardig en goed; Jezus eerde, verheerlijkte, gehoorzaamde en gebood gehoorzaamheid aan de Tien Geboden.
Maar voor de meeste mensen blijven ze een nimmer begrepen raadsel. Hier volgt een publicatie die uitleg geeft aan deze onverbiddelijke, levende wet, die weldra de grondwet zal worden van de vreedzame, welvarende, vreugdevolle wereld van morgen!

 

DE SLEUTELS TOT BEGRIP

 

Dit is een tijdperk van wetteloosheid. Misdaad en geweld nemen in een angstwekkend tempo toe, doordat er bij miljoenen mensen vrijwel geen ontzag bestaat voor de wet of het wettig gezag, hetzij van God hetzij van de mens!
Op het internationale vlak leven de volken dagelijks in angst, omdat ze zeer wel weten dat de zogenaamde vredes-'garanties' en -verdragen nog niet het papier waard zijn waarop ze staan geschreven. Er bestaat geen recht, geen eerbied voor gezag, onder de volken van deze wereld.
Dit is de wereld waarin u leeft!

De ware oorsprong van gerechtigheid

De mensen hebben elk diep respect voor de wet verloren, omdat zij de oorsprong van alle gerechtigheid en gezag zijn vergeten! De Bijbel leert:
Jakobus 4:12  Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven.
Die wetgever is de Almachtige God.
In hun hedendaagse zoeken naar een door de mens uitgedachte 'gemoedsrust' of een 'godsdienst die voldoening schenkt', zijn de mensen totaal voorbijgegaan aan de grote God die dit universum regeert! Geen wonder dat sommige jonge mensen – de leiders van morgen – een wetteloze instelling hebben.
Ouders en onderwijsinstellingen die doen alsof er geen God bestaat boeten nu voor deze onverschilligheid. Het ontbreken van morele waarden bij onze jeugd komt uit deze instelling voort.
Als men aan de ware God voorbijgaat, blijft er geen werkelijke maatstaf voor gedrag over. Het resultaat is geestelijke verwarring, wetteloosheid en innerlijke ellende.
In bijna alle hedendaagse kerkgenootschappen bestaat de neiging God te 'moderniseren' en te 'democratiseren', en Hem Zijn bevoegdheid te ontnemen te heersen over Zijn schepping – en ons, Zijn schepselen. Tegenwoordig zijn er nog maar heel weinig waarlijk 'godvrezende mensen' op deze aarde!
Daar de mensen hun denkbeeldige lievelings-'god' naar hun eigen beeld hebben geschapen, missen zij stellig een houding van ontzag en diep respect voor zo'n 'god'. Zij vrezen hun 'god' niet. En dit product van hun eigen fantasie zullen zij zeer zeker niet gehoorzamen!
Maar de ware boodschap van Jezus Christus betrof de God die deze aarde schiep en regeert! Dit is de God, die de mensen voor gehoorzaamheid aan Zijn wetten zegent – en die ongehoorzaamheid bestraft.
De Jezus Christus van uw bijbel predikte altijd het evangelie van het Koninkrijk van God (Markus 1:14-15; Lukas 4:43). Of in de taal van deze tijd: Hij predikte het verheugende nieuws van de regering van God – het bestuur van God. Hij zei: "Bekeert u en gelooft het evangelie" (Markus 1:15).
Voordat u werkelijk Jezus Christus kunt geloven en Hem als uw Verlosser aanvaarden, en uw zonden door Zijn vergoten bloed laten bedekken, dient u zich te bekeren. Maar bekeren waarvan? Van de zonde!
Wat is zonde? In weerwil van de tegenstrijdige en algemene ideeën van de gevestigde religieuze genootschappen, stelt de Bijbel heel duidelijk: "De zonde is wetsovertreding" (1 Joh. 3:4; Leidse vert.). Of wetteloosheid (NBG-vert.)
Zonde is het overtreden van Gods geestelijke wet: De Tien Geboden. Dat is precies wat zonde is!
Voordat God uw vroegere zonden vergeeft, moet u zich bekeren van het overtreden van Zijn wet! U moet leren God te vrezen en te respecteren als de Soevereine Machthebber van dit universum – als uw Koning en Heerser.
Salomo, de meest wijze man die ooit heeft geleefd, werd tot de volgende woorden geïnspireerd:
Spreuken 1:7  De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
Deze vrees voor God is geenszins een persoonlijke angst, maar een diep respect en ontzag voor Gods hoge ambt en autoriteit, voor Zijn goddelijke macht, Zijn wijsheid, Zijn liefde.
Zonder geloof in deze grote en reële God is de mens niet compleet. Afgesneden van de ware God van orde en wet is de mens doelloos, leeg, gefrustreerd en verward. Sommige mensen klinkt de uitweg uit deze leegte en verwarring wellicht banaal of simplistisch in de oren. Maar ze is reëel – en effectief! De mens moet heel eenvoudig ophouden met het aanbidden van valse goden. De mens moet terugkeren tot de God van de Bijbel, de God van de Schepping, de God die dit universum bestuurt!
Als samenvatting van Zijn weg naar de vervulling van het menselijke verlangen naar een gelukkig, overvloedig en zinvol leven, inspireerde God aan het slot van het boek Prediker de volgende woorden
Prediker 12:13  Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.
Zonder dit levende, levensbelangrijke contact met God – het volgen van Zijn weg, het gehoorzamen van Zijn geboden – schiet de mens tekort en is hij incompleet. Gehoorzaamheid aan Gods geboden zou vrede, vervulling en vreugde brengen aan alle naties en volken op aarde. Het is het ware antwoord op al onze problemen, zowel de individuele als de collectieve. Het is de levenswijze die Jezus Christus zal onderwijzen, wanneer Hij terugkeert om de wereld te regeren
Micha 4:2  en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.

Zijn Gods geboden u werkelijk duidelijk?

De profeet David was een man naar Gods hart (Hand. 13:22). Hij is een type van Christus en zal rechtstreeks onder Christus regeren over alle volken van Israël in het spoedigkomende Millennium, wanneer Christus vrede op deze aarde zal brengen.
Ezechiël 34:24  Ik, de Here, zal hun tot een God zijn, en mijn knecht David zal vorst wezen in hun midden. Ik, de Here, heb het gesproken.

David schreef:
Psalmen 119:97  Hoe lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag.
David bestudeerde en overpeinsde Gods wet dagelijks! Hij leerde de wet op elke situatie in het leven toe te passen.
Dit schonk hem wijsheid.
Vers 98  Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij.

Gods wet wees David de weg die hij diende te gaan – schonk hem een levenswijze.
Vers 105  Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

In deze 119e Psalm verklaarde David voortdurend hoe lief hij Gods wet had en hoe hij deze wet als richtsnoer voor zijn leven gebruikte. Doet u dat ook?
Waarschijnlijk niet. De meeste mensen is geleerd dat Gods wet is afgeschaft. Of anders heeft u zich eenvoudig niet gerealiseerd dat het de enige levenswijze is die de mens geluk en vreugde zal brengen. U wist niet dat Gods wet de natuur en het karakter van God openbaart. En God gebiedt ons:
1 Petrus 1:16 … Weest heilig, want Ik ben heilig.
Bedenk dat de ware christenen, de 'kleine kudde' van Jezus, worden aangeduid als degenen, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.
Openbaring 12:17  En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.
God geeft ons de volgende beschrijving van het karakter van Zijn heiligen:
Openbaring 14:12  Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren.
Indien u wilt worden gerekend tot Gods ware heiligen die aan de zeven laatste plagen zullen ontkomen, dan dient u dit levende geloof – dit gehoorzame geloof – in de Almachtige God te hebben door Jezus Christus Zijn leven in u te laten leven! Dan dient u Gods geestelijke wet, zoals die wordt geopenbaard in de Tien Geboden, te begrijpen en te onderhouden!
Teneinde u te helpen de geboden van de Almachtige God, uw Schepper, werkelijk te begrijpen, wordt in deze publicatie elk der Tien Geboden verklaard en aan een beschouwing onderworpen. Het is van wezenlijk belang dat u dit bestudeert, iedere aangehaalde tekst opslaat, en Gods geestelijke en heilige wet naleeft.

De Almachtige God van Israël

Teneinde de Tien Geboden en hun werkelijke kracht juist te begrijpen, is het goed te weten op welke wijze ze werden gegeven. Bedenk dat Mozes en de Israëlieten de kennis hadden bewaard dat hun God de Schepper van hemel en aarde is. Hij is de machtige Heerser over deze aarde, die in de dagen van hun voorvader Noach de Zondvloed had teweeggebracht.
En nu had deze ware God, de God van Israël, hen door middel van grote wonderen uit de Egyptische slavernij bevrijd. Hij had hen uit Egypte geleid, dwars door de wateren van de Rode Zee, die links en rechts van hen als enorme muren oprezen (Ex. 14).
Sinds hun doortocht door de Rode Zee was God zich met hen gaan bezighouden om hun Zijn wetten, die zij waren vergeten, in herinnering te brengen. Nog voordat zij de berg Sinaï hadden bereikt, nam God alle twijfels weg over welke dag Zijn sabbat was, door een reeks wonderen te verrichten die hun geheugen moest opfrissen (Ex. 16). In Exodus 18 was Mozes reeds bezig het volk naar Gods wetten en inzettingen te richten (vers 16).
Toen zij bij de berg Sinaï waren aangekomen, deed God hun een voorstel – niet om hun een nieuwe wet te geven – maar om een verbond of overeenkomst met hen te sluiten, opdat zij Zijn uitverkoren volk zouden zijn en Hij hun God zou zijn, wiens wetten, inzettingen en verordeningen zij zouden gehoorzamen.
Hoewel dit over het Oude Verbond gaat, is het belangrijk goed te onthouden dat de wet geestelijk is.
Romeinen 7:14  Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde.
Aangezien de Tien Geboden Gods fundamentele geestelijke wet waren – en dat altijd zullen zijn – werden ze een onderdeel van deze overeenkomst tussen God en Israël. Daar het Zijn heilige en geestelijke wetten zijn, gaf Hij ze met groot vertoon van macht, en in tegenstelling tot de rest van het verbond, schreef Hij ze eigenhandig op.
Let op de achtergrond in Exodus 19. God beval het volk zich te reinigen en zich gereed te houden tegen de derde dag, waarop Hij tot hen zou neerdalen (vers 10-11).
Exodus 19:16  En het geschiedde op de derde dag, toen het morgen werd, dat er donderslagen en bliksemstralen en een zware wolk op de berg waren en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was, beefde.
God demonstreerde hier Zijn macht als de Schepper van deze aarde toen Hij met Zijn eigen stem de Tien Geboden begon te spreken! Omdat de Schepper zelf in Zijn glorie op de berg Sinaï neerdaalde, steeg de rook daarvan op "als de rook van een oven, en de gehele berg beefde zeer" (vers 18).
Tegen de achtergrond van deze glorie en majesteit en macht sprak God de Tien Geboden tot het volk dat in diep ontzag sidderend aan de voet van de berg stond. Zijn stem moet door de kracht ervan die mensen letterlijk hebben doen beven, toen ze als het geluid van de donder over de aarde dreunde.
Psalmen 104:7  … zij haastten zich weg voor de stem van uw donder.

 

Hoofdstuk een

 

HET EERSTE GEBOD

 

En aldus begon God de Tien Geboden uit te spreken – begon Hij Zijn volk de levenswetten te openbaren die leiden tot succes en geluk en tot vrede met God en de naaste. In deze tijd van menselijk redeneren, van agnosticisme, voortsluipende 'progressiviteit' en 'vernieuwing' (we leven toch in 2000+?), is het belangrijk op te merken dat de Almachtige in de eerste plaats spreekt, niet over 'solidariteit met de mens', maar over gehoorzaamheid en eerbetoon aan God de Schepper en Bestuurder van hemel en aarde – de God van degenen die Hem dienen en gehoorzamen!
Exodus 20:1  Toen sprak God al deze woorden: 2  Ik ben de Here, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. 3  Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
Dit is het eerste en, zoals wij zullen zien, belangrijkste gebod. Bestudeer de woorden van dit gebod nauwgezet – en mediteer erover, zoals David!
"Ik ben de Here, uw God" drukt meer uit dan op het eerste gezicht lijkt.
De 'Ik' die hier met zo'n ontzagwekkende kracht sprak, was overduidelijk de Schepper van hemel en aarde. Reeds door de wijze waarop Hij zich openbaarde, had Hij Zijn macht als Schepper getoond door donder en bliksem te laten neerdalen en de berg Sinaï als een pudding te doen beven!

Het eerste gebod en u

Nu wij de kracht en de macht hebben gezien waarmee God zich openbaarde toen Hij vanaf de berg Sinaï de Tien Geboden uitsprak, zullen wij bestuderen hoe elk van deze geboden – te beginnen bij het eerste – op u persoonlijk van toepassing is. Want indien u beweert christen te zijn, moet u bedenken dat Jezus Christus, de grondlegger van het christendom, zei dat u naar ieder woord van God dient te leven.
Mattheus 4:4  Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
En inderdaad behoort u – met Gods hulp – overeenkomstig de geboden van de Almachtige God te leven indien u het eeuwige leven wilt binnengaan.
Mattheus 19:17  Hij zeide tot hem: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Een is de Goede. Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.
Hoe is dan het eerste gebod op u van toepassing?
"Ik ben de Here, uw God," zegt de Schepper. Is de God van de schepping, de God van Israël, de God van de Bijbel, inderdaad uw God, die u dient en gehoorzaamt? Of roept u uw eigen valse 'god' of 'goden' in het leven? Of dient u Hem volgens de leerstellingen van mensen?
Markus 7:7  Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.
Hiermee vereert u God tevergeefs.
Dit zijn dingen die u dient te overwegen!
Tot de christen zegt God dat Hij degene is die "u uit het land Egypte, uit het diensthuis" heeft geleid. In de Bijbel wordt Egypte als een zinnebeeld van zonde gebruikt. Alle niet-bekeerde mensen zijn slaaf van het georganiseerde, heidense systeem van deze wereld, en van hun eigen persoonlijke begeerten.
Wanneer iemand zich werkelijk bekeert, verlost God hem uit die slavernij – en hij laat die bereidwillig en met blijdschap achter zich!
U dient voor uzelf na te gaan of u al dan niet de valse tradities en wegen van deze wereld hebt losgelaten en berouw hebt gehad over uw eigen persoonlijke begeerten en zonden. God gebiedt: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben." Hebt u iets anders in de plaats van God gesteld? Worden uw tijd, uw belangstelling, uw activiteiten meer in beslag genomen door iets anders dan de ware God? Welke afgod hebt u gesteld tussen uzelf en de ware God, de bestudering van Zijn Woord en de naleving ervan?
God zegt:
Psalm 19:2  De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen.
Van pagina tot pagina verklaart de Bijbel dat God de Schepper van deze aarde en van het universum is. Hij is het die aan alle schepselen leven en adem geeft (Gen. 1).
Beschouwt u en aanbidt u God werkelijk als uw Schepper, aan wie u elke ademtocht te danken hebt? Zo zou het moeten zijn, want dat maakt deel uit van de manier waarop u de ware God vereert, zonder valse goden voor Zijn aangezicht te hebben!
De grootste misleiding van deze tijd is niet het atheïsme, maar de valse, heidense leer van de evolutie die door de valse god van de wetenschap wordt gepredikt. Evolutie is een poging de schepping te verklaren buiten de Schepper om. Deze leer loochent de ware God en Zijn aard en ambt! Het is de grondslag van het grootste deel van het onderwijs van deze wereld! Maar de wijsheid van deze wereld is dwaasheid voor God.
1 Corinthe 1:20  Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt?
In de Bijbel wordt God ons niet alleen als de Schepper geopenbaard, maar ook als degene die Zijn schepping onderhoudt en bestuurt – die tussenbeide komt om Zijn dienstknechten te leiden en te zegenen en te verlossen.
David zei:
Psalmen 18:3  o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil, mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht.
Letterlijk honderden keren riep David God aan opdat Hij zou ingrijpen om hem uit bepaalde moeilijkheden of rampen te redden.
Richt u zich in dergelijke situaties tot God, of vertrouwt u op eigen kracht en op louter menselijke middelen?
Een andere grote misleiding is het christendom zelf. Het moderne Babylon is in de greep van de grootste leugenaar en misleider aller tijden.
Openbaring 12:9  En de grote draak werd [op de aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.
2 Corinthe 11:13  Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. 14  Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. 15  Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.

Weet u zeker dat u niet de God van het hedendaagse Babylon aanbidt?

Begrijp Gods doel

In Mattheus 6:6, 9 zegt Jezus ons dat wij, wanneer wij bidden, God als onze Vader moeten aanspreken.
Mattheus 6:6  Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Vers 9  Bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd.
In het gehele Nieuwe Testament wordt Hij geopenbaard als degene tot wie wij met al onze beproevingen en problemen moeten gaan. Evenals een menselijke vader waakt Hij over Zijn kinderen en beschermt en zegent Hij hen.
Overdenk ook eens het volgende schriftgedeelte.
Hebreen 12:4  Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde, 5  en gij hebt de vermaning vergeten, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering, en verslap niet, als gij door Hem bestraft wordt, 6  want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt. 7  Als tuchtiging hebt gij dit te dragen: God behandelt u als zonen. Want is er wel een zoon, die door zijn vader niet getuchtigd wordt? 8  Blijft gij echter vrij van de tuchtiging, welke allen ondergaan hebben, dan zijt gij bastaards, en geen zonen. 9  Voorts, de tuchtiging van onze vaders naar het vlees hebben wij ondergaan en wij zagen tegen hen op; zullen wij ons dan niet nog veel meer onderwerpen aan de Vader der geesten, en leven?
Vanaf den beginne is God de Vader van de mensheid geweest. Toen God de mens schiep, zei Hij: "Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen … over de gehele aarde…" (Gen. 1:26).
De mens werd geschapen naar het beeld van God – de uiterlijke vorm en gestalte van God. Hij kreeg bepaalde verantwoordelijkheden en rechten zoals God die zelf bezit; hij kreeg gezag of heerschappij over al het geschapene op deze aarde. Hij kreeg bepaalde begrensde vermogens om nieuwe dingen te maken, te scheppen, dingen die voordien niet in diezelfde vorm bestonden. In deze beperkte zin bezit de mens enkele van dezelfde capaciteiten als God! Want het is Gods plan en doel dat wij uiteindelijk zullen worden als Hij: "wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen" (1 Joh. 3:2.). De mens moet uiteindelijk worden geboren uit geest – gemaakt uit geest – samengesteld uit geest (Joh. 3:6). Hij zal deel uitmaken van het uit geest geboren, regerende gezin van God.
God de Vader is bezig Zichzelf te vermenigvuldigen! Het is Zijn plan dat degenen die, door de hulp van Zijn in hen wonende heilige Geest, in dit leven de menselijke natuur overwinnen en leren Zijn volmaakte wetten te houden, Hem gelijk worden – in Zijn gezin en koninkrijk zullen worden geboren!
Daarna, na dit leven van groeien en overwinnen en na deze geestelijke wedergeboorte, zal de mens in staat zijn de voorrechten van God zelf uit te oefenen! Hij zal zich hebben gekwalificeerd als lid van het regerende Koninkrijk van God!
Maar ook in dit opzicht wedijveren de wetenschap en deze beschaving met God, en worden daardoor valse goden!
De moderne wetenschap tracht op niets ontziende wijze de mens een macht te verschaffen die zijn mentale en geestelijke vermogens om zulke krachten te hanteren verre te boven gaat! Bij de aanvaarding van zijn eerste ambtstermijn zei wijlen president Eisenhower: "De wetenschap schijnt op het punt te staan ons als haar laatste geschenk de macht te verschaffen het menselijk leven van deze planeet weg te vagen." Sommige 'wetenschappers' menen zelfs de formule gevonden te hebben om de mens een eeuwig fysiek bestaan te geven. Zonder zich te bekommeren om de formule voor vrede, het voorkomen van geweld, honger, verkrachting, haat, nijd, afgunst, ziekte, onderdrukking, enz. Een eeuwig leven in zo'n wereld? Ook werken wetenschapsmensen – zich ervan bewust dat hetgeen zij tot dusverre hebben gepresteerd uitloopt op de vernietiging van deze aarde – koortsachtig om het heelal binnen te dringen!
En hier op aarde handhaaft onze beschaving haar heidense leer dat de mens de hoogste rechter is bij het vaststellen van wat goed of kwaad is en zij stelt de mens geheel in de plaats van God en Zijn wetten! Of wij het ons realiseren of niet, deze vleselijke gezindheid – deze Godverwerpende houding – doordringt elke fase en elk facet van onze huidige beschaving!

Wat u dient is uw 'god'

De meeste mensen die eenmaal per week naar de kerk gaan en hun godsdienst als vanzelfsprekend nemen, weten niet werkelijk wat aanbidding is. Zij denken dat het iets is wat men eenmaal per week in de kerk doet – en zij beseffen niet dat het van invloed moet zijn op elke gedachte, elk woord en elke handeling iedere dag van het leven! In alles wat u denkt, zegt of doet, dient u God of anders dient u uw eigen begeerten en Satan de duivel!
De apostel Paulus werd geïnspireerd tot de volgende uitleg:
Romeinen 6:16  Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Er bestaat geen tussenweg! U verheugt u in God en Zijn wet, en dient en gehoorzaamt Hem de gehele dag, of anders dient en gehoorzaamt u uw eigen begeerten!
Eén aanwijzing over uw positie ligt in de wijze waarop u uw tijd besteedt. Uw tijd is immers uw leven! De Bijbel gebiedt ons "de gelegenheid ten nutte [te maken], want de dagen zijn kwaad" (Ef. 5:16). Hoeveel tijd besteedt u werkelijk aan het bestuderen en overdenken van Gods Woord en wet zoals David deed? Hoeveel tijd brengt u door in vurig, ernstig gebed tot de Almachtige God? Hoeveel tijd gebruikt u om met anderen over de Bijbel te spreken, uw gezin eruit te onderrichten, om geestelijk opbouwende woorden aan anderen te schrijven, samen met woorden die getuigen van persoonlijke belangstelling?
Het is waar dat de meeste belijdende christenen hun godsdienst beschouwen als iets van ondergeschikt belang in hun leven. Maar in alle oprechtheid en liefde zeggen wij dat de dag zal komen waarop zij zullen beseffen dat dit type godsdienst een valse godsdienst en een valse aanbidding is!
Wat is het allerbelangrijkste dat God u gebiedt?
Toen deze vraag aan Jezus Christus, uw Verlosser, werd gesteld, antwoordde Hij:
Mattheus 22:37  Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. 38  Dit is het grote en eerste gebod.
En Jezus vervolgde:
Vers 39  Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40  Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

Van deze twee geboden hangt het lot van alle naties en individuen af! Indien de mensen deze twee geboden, zoals ze in de gehele Bijbel worden verheerlijkt, gehoorzaam zijn, zullen zij worden gezegend! Doen zij dit niet, dan zullen zij vervloekt en diep ongelukkig worden in hun eigen verwarring en verwrongenheid! Zoals Jezus zei: de geschriften van de profeten hangen ervan af of de volken Gods wet gehoorzamen of niet gehoorzamen. Elke tegen een volk geschreven profetie toont aan dat God voorzag dat dit volk ongehoorzaam zou worden, zich van Zijn wetten zou afkeren en Zijn geboden niet zou naleven.
Dit zijn de levende wetten, die – evenals de wet van de zwaartekracht – de wereld waarin u leeft beheersen!

Leer God lief te hebben en te eren boven alles

Jezus zei dat het grote gebod is God met geheel uw hart en ziel en verstand lief te hebben. U moet God eren en dienen met uw gehele bestaan!
Steeds wanneer u denkt of spreekt of hoort over iets wat goed of mooi of prachtig is, zou u aan God moeten denken! Denk aan de geïnspireerde uitspraak van Jakobus:
Jakobus 1:17  Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
Omdat u Hem liefhebt, omdat u weet dat Zijn weg recht is, omdat u Hem werkelijk eert, zou u elke dag, evenals David, over Gods wet en Zijn Woord moeten nadenken. U moet regelmatig uw bijbel bestuderen teneinde volgens elk woord van God te leven. U zou regelmatig tot God moeten bidden, oprecht en met geheel uw hart, zoals Jezus deed, en ons daarmee een voorbeeld gaf.
Steeds wanneer u ontdekt dat God u in Zijn Woord gebiedt iets te doen, moet u onmiddellijk antwoorden: "Ja, Heer", en niet tegenspreken, redeneren, of het punt waarom het gaat ontwijken, zoals zoveel mensen die ten onrechte beweren christen te zijn dat doen.
In het besef dat Hij u heeft geschapen en dat uw leven Hem werkelijk toebehoort, dient u uw leven tot een levend offer te stellen, zoals God u gebiedt.
Romeinen 12:1  Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.
U behoort God met uw gehele wezen en met een bereidwillig hart te dienen en te gehoorzamen, en alles te doen wat in uw vermogen ligt uzelf voor te bereiden op dit werk en het te bevorderen om anderen te bereiken met de boodschap van de spoedigkomende regering van God die deze aarde eindelijk waarachtige vrede zal brengen.
Uw houding dient altijd te zijn zoals die van Jezus Christus, uw voorbeeld, toen Hij werd geroepen Zijn leven te geven: "Niet mijn wil, maar de uwe geschiede" (Lukas 22:42).
Dit is het wat waarachtige aanbidding betekent! Dit is de manier om het eerste gebod, het grote gebod, te onderhouden!

 

Hoofdstuk twee

 

HET TWEEDE GEBOD

 

In Zijn onderwijs in de Bergrede zei Jezus: "Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert [ook de kleinste geboden], die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen" (Matth. 5:19). In deze gehele rede verklaarde, verduidelijkte en verheerlijkte Jezus de Tien Geboden. Hij toonde aan dat deze geestelijke wet een levende wet is – zoals de wet van de zwaartekracht of van de traagheid. Wanneer u deze wet schendt, wordt u geschonden!
Wij hebben gezien dat wanneer mensen of volken het eerste gebod overtreden ("Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben"), zij daarmee onvermijdelijk de straf van lijden en ellende over zichzelf en hun nageslacht brengen. Zij snijden zich af van de oorsprong van hun bestaan, van het doel van het leven, van de wetten die hun geluk, vrede en vreugde zouden hebben geschonken. Veel mensen die van de ware God zijn afgesneden, zijn leeg, gefrustreerd en diep ongelukkig. En of het nu wordt veroorzaakt door de verschrikkingen van oorlog, individuele geweldpleging, of eenvoudig door het ontbinden van vergankelijk menselijk vlees, het uiteindelijke lot van alle van God afgesneden mensen is een oneervolle dood – zonder hoop op of belofte van een eeuwig leven erna.
Romeinen 6:23  Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
Openbaring 21:8  Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars; hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.

Het tweede gebod

De mens is dus onvolledig doordat hij zich heeft afgesneden van de zuivere aanbidding van de ware God. Toch moet hij alleen die God aanbidden: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben."
Het tweede gebod leert ons hoe wij de ware God moeten aanbidden, welke valkuilen wij bij onze aanbidding dienen te vermijden, en welke duurzame zegen of straf ons nageslacht staat te wachten als gevolg van de wijze waarop wij de Almachtige God aanbidden.
Exodus 20:4  Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. 5  Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, 6  en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
Het natuurlijke denken van de mens schreeuwt als het ware om iets wat hem helpt bij zijn aanbidding van God. Hij wil iets tastbaars wat hem aan de onzichtbare God 'herinnert' – een 'hulpmiddel' bij het aanbidden. Dit is echter precies wat in dit gebod wordt verboden!
Jezus zei:
Johannes 4:23  maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders.
Merk op dat het uitsluitend de "waarachtige" aanbidders zijn die in staat zijn de Vader in geest en in waarheid te aanbidden. Vele anderen nemen de een of andere vorm van aanbidding aan, maar omdat zij hun aanbidding door een vals begrip van God beperken, is het vrijwel tevergeefs.
Vers 24  God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.
Zodra iemand de een of andere uitbeelding van God maakt, miskent hij dat wat in God essentieel is. God is het wezen van alle macht, van alle wijsheid, van alle liefde. God is onbegrensd. Wanneer de mens een mentaal of fysiek beeld van God opricht, beperkt hij automatisch in zijn eigen gedachten en aanbidding de God die niet beperkt kan worden!

De grondslag van afgoderij

Menigmaal waarschuwde God, na de Tien Geboden te hebben herhaald, Israël tegen elke vorm van afgoderij.
Leviticus 26:1  Gij zult u geen afgoden maken; een gesneden beeld noch een gewijde steen zult gij u oprichten; ook een steen met beeldhouwwerk zult gij in uw land niet zetten, om u daarvoor neder te buigen, want Ik ben de Here, uw God.
Onophoudelijk keerde God zich tegen iedere afgod en ieder afgodsbeeld dat bij aanbidding werd gebruikt.
Laten wij echter, om alle misverstand te voorkomen, even bij dit punt stilstaan en erop wijzen dat God niet beeldende kunst veroordeelt, maar het oprichten van een beeld of enige andere voorstelling om u daarvoor neer te buigen. In het oorspronkelijke gebod in Exodus 20:4-6 veroordeelt God niet elk gesneden beeld en iedere afbeelding, maar, zoals het gebod zegt: "Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen." Het is dus het gebruik van kunst als 'hulpmiddel' bij het aanbidden dat God veroordeelt!
De ware basis van alle afgoderij is dat de eigenzinnige, opstandige mens weigert zich over te geven om de ware God te aanbidden op de wijze die Hij gebiedt! Doordat de mens de ware God niet werkelijk kent, noch Zijn Geest bezit, meent hij een 'hulpmiddel' of 'voorstelling' nodig te hebben om hem bij te staan in de aanbidding van het door hemzelf uitgedachte begrip van God. Let erop dat dit tweede gebod niet spreekt over de aanbidding van een afgod – dat wordt verboden in het eerste gebod. Dit tweede gebod verbiedt het gebruik van stoffelijke 'hulpmiddelen' bij het aanbidden van de onzichtbare God.

Iemand die bekeerd is kent God

Niemand die God werkelijk kent als zijn Vader – niemand die in dagelijks contact met Hem leeft – heeft een beeld of voorstelling nodig om hem bij het bidden te helpen. Indien iemand meent een dergelijk hulpmiddel nodig te hebben, komt dat eenvoudig omdat hij God niet heeft leren kennen – en omdat hij ongetwijfeld niet is vervuld van, noch wordt geleid door de heilige Geest van God. Teneinde God in de geest te aanbidden, moet u de heilige Geest hebben.
Romeinen 8:9  Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.
God schenkt Zijn heilige Geest echter alleen na bekering en doop, en alleen aan hen "die Hem gehoorzaam zijn" (Hand. 2:38; 5:32). In onze tijd geven slechts zeer weinig mensen zich werkelijk over om God te gehoorzamen, met Hem te wandelen, Hem te laten heersen over al hun gedachten, woorden en daden. Derhalve kennen zij God niet. Hij lijkt ver weg – onwerkelijk – vaag. Zij hebben een fysieke 'herinnering' of oriëntatiepunt nodig, die hen moet helpen zich te realiseren dat Hij bestaat en er is om hun gebeden te verhoren!

Afbeeldingen van Jezus

Duizenden belijdende christenen gebruiken bij hun aanbidding voorstellingen of afbeeldingen van een zogenaamde Jezus Christus; zij hangen die zelfs duidelijk zichtbaar in hun woning op. Wat zegt de Bijbel aangaande dergelijke afbeeldingen?
In de allereerste plaats verbiedt het tweede gebod nadrukkelijk het gebruik van ieder voorwerp dat God moet voorstellen of gemakkelijk voorwerp van aanbidding kan worden. Jezus Christus is God.
Hebreen 1:8  maar van de Zoon [zegt de Vader]: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.
Aangezien Christus God is, geldt dit verbod direct elke afbeelding of gelijkenis van Zijn persoon!
Voor hen die over dit punt willen 'redeneren' of argumenteren zij bovendien vermeld, dat die zogenaamde portretten van Christus niet de geringste gelijkenis vertonen met het werkelijke uiterlijk van Jezus Christus! Als mens was Jezus een Jood.
Hebreen 7:14  het is immers duidelijk, dat onze Here uit Juda…
De gelaatstrekken in de meeste vermeende portretten van Hem zijn duidelijk niet-Joods!
Als het Woord van God inspireerde Christus de apostel Paulus om te schrijven:
1 Corinthe 11:14  Leert de natuur zelf u niet, dat, indien een man lang haar draagt, dit een schande voor hem is.
Toch laten deze afbeeldingen onveranderlijk een man zien met lang haar, weke, vrouwelijke gelaatstrekken, en een sentimentele, schijnheilige blik in de ogen.
Dit is niet de Christus van de Bijbel!
Jezus was zonder enige twijfel een zeer manlijke verschijning. Als jongeman was Hij timmerman en werkte Hij veel in de open lucht. En ook in de periode van Zijn predikambt bracht Hij het grootste deel van Zijn tijd buitenshuis door. Mannen die afgebeeld staan op oude munten uit die Romeinse periode hebben kort geknipt haar.
De meeste kruisbeelden, portretten en voorstellingen van Jezus zijn dus volledig in strijd met elke beschrijving van Hem die in het heilige Woord van God wordt gegeven! Ze geven een in alle opzichten onjuist beeld van de ware Jezus Christus.
Jezus' gezicht moet er verweerd en gebruind hebben uitgezien. Hij had geen vrouwelijk voorkomen en Zijn haar was kort als dat van een man. Hij had geen fijne, aristocratische trekken, maar, zoals Hij Jesaja inspireerde Zijn menselijke verschijning te beschrijven:
Jesaja 53:2  … hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd.
Als mens was Jezus een normale, gezonde, misschien wat robuust uitziende jonge Jood van begin dertig, die met ernst en overtuiging de boodschap predikte van Gods weldra komende Koninkrijk of heerschappij over deze aarde.
Als wij echter aan Jezus' uiterlijk denken, moeten wij, althans in algemene zin, bedenken hoe Hij er vandaag uitziet. Hij heeft dit voor ons beschreven in Openbaring 1.
Openbaring 1:14  en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15  en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. 16  En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht. 17  En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste.
Het gelaat van Jezus straalt nu schittering en macht uit. Als menselijk wezen zou u Hem niet recht durven aankijken!
Velen zullen beweren dat zij deze portretten of afbeeldingen niet aanbidden. Dat is misschien zo. Maar een dergelijk vals beeld of begrip van Christus komt hun ongetwijfeld heel dikwijls in de geest als zij aan Christus denken, of als zij bidden. Deze valse portretten en beelden komen in feite tussen hen en Christus te staan. Ze scheiden de aanbidder en Christus!
Indien u zulke afbeeldingen of portretten van Christus gebruikt, overtreedt u het tweede gebod! En u beperkt in ernstige mate uw begrip van de levende Christus – die nu in heerlijkheid zit aan de rechterhand van God in de hemel, terwijl Zijn gelaat straalt als de zon!

Aanbidding van systemen en instellingen

Een der meest voorkomende vormen van moderne afgoderij is dat men van zijn eigen kerk of samenleving een afgod maakt. Voor veel mensen wordt de samenleving van deze wereld – met haar voorschriften, gewoonten en tradities – letterlijk een god. Veel mensen zijn vreselijk bang iets te doen wat als anders of 'raar' zou kunnen worden beschouwd. Zij vinden dat men zich aan deze wereld en haar gewoonten moet conformeren.
Maar God gebiedt:
Romeinen 12:2  En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
Gehoorzaamheid aan dit gebod moet wel erg moeilijk schijnen voor mensen die menen dat wat andere mensen denken, zeggen en doen, juist moet zijn.
De Bijbel laat zien dat in Jezus' tijd vele mensen in hun aanbidding te kort schoten:
Johannes 12:43  want zij waren gesteld op de eer der mensen, meer dan op de eer van God.
Mensen willen 'erbij horen', ze willen net zo spreken en doen als hun collega's, familieleden, hun kerk of de maatschappij, in plaats van gehoor te geven aan de rechtstreekse geboden van God. Zij zijn schuldig aan afgoderij. Een bepaalde groep mensen of een organisatie wordt voor u een afgod in de plaats van de ware God!
Ook het ritueel in een kerkdienst is een gevaar, want hoe verfijnd het ritueel van sommige instellingen ook moge zijn, het is en blijft een fysieke gewaarwording voor de mens en is geen geldig substituut voor de zuivere aanbidding van God "in geest". De Bijbel waarschuwt ondubbelzinnig dat de mensen van onze tijd "een schijn van godsvrucht" hebben, maar "de kracht daarvan verloochend" hebben (2 Tim. 3:5).
De ware God is de onzichtbare, Eeuwige Schepper en Heerser van het universum. Hoe dient u Hem te aanbidden? Hij antwoordt:
Jesaja 66:2  Dit alles heeft immers mijn hand gemaakt en zo is dit alles ontstaan, luidt het woord des Heren; op zulken sla Ik acht: op de ellendige [behoeftige, arme, nederige], de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft.
U moet God rechtstreeks aanbidden – en met een nederig en bereidwillig hart. U moet Gods Woord bestuderen, bereid zijn u erdoor te laten corrigeren, en beven voor het gezag dat het over uw leven heeft! Met een hart dat bewezen heeft zich in berouw en gehoorzaamheid te onderwerpen, dient u dagelijks op uw knieën tot God in de hemel te bidden, en ook in stil gebed tijdens uw dagelijks werk. U moet Hem leren kennen en liefhebben als uw Vader.
Evenals Henoch, Noach en Abraham moet u leren 'wandelen met God' en voortdurend en in toenemende mate, met steeds grotere toewijding, in gemeenschap met Hem zijn, elke dag van uw leven. Dan zult u er, geleid door Zijn Geest nooit aan denken een beeld of portret te gebruiken als hulpmiddel bij gebed en aanbidding van de grote soevereine Heerser van dit universum, uw persoonlijke Vader in de hemel.

Een ernstige waarschuwing en belofte

Wij hebben gezien dat God het maken van elke gelijkenis of beeld van Hem verbiedt:
Exodus 20:5  Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, 6  en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
Omdat God onze Vader is, is Hij in liefde ijverig voor ons eeuwig welzijn. Hij waakt angstvallig over ons, in de zin dat Hij niet wil dat door Zijn kinderen valse goden worden aanbeden. Dit is uiteraard voor ons eigen welzijn!
Indien wij in een afgodische en ijdele vorm van aanbidding volharden, dan, zegt God, zal Hij onze ongerechtigheid aan onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen wreken. Deze verklaring en dit beginsel heeft vele implicaties.
Eén betekenis is in dit verband evenwel zeer duidelijk. Indien mensen bij aanbidding een gelijkenis, een afbeelding of iets anders in de plaats van God stellen en onder de invloed van deze valse aanbidding raken, dan schaden zij niet alleen zichzelf, maar tevens hun kinderen en kleinkinderen! Het punt is dat hun onjuiste opvatting van aanbidding op hun kinderen zal worden overgedragen en daardoor hun leven en geluk zal verminken en verwoesten! Het is een ernstig en verschrikkelijk vergrijp op deze wijze een valse voorstelling van God aan uw kinderen over te dragen. Het is een van de schrikwekkendste dingen die iemand kan doen! Maar gekoppeld aan deze waarschuwing geeft God een genadige belofte aan hen die bereid zijn Hem te aanbidden zoals Hij gebiedt. Voor deze mensen is Hij een liefhebbende en barmhartige God, "die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden".
Wij zien hier een opmerkelijke tegenstelling. God wreekt de ongerechtigheid der vaderen slechts tot aan het derde en vierde geslacht alvorens tussenbeide te komen met genadige bestraffing en het doen ontwaken tot waarheid. Maar Hij toont barmhartigheid tot aan het duizendste geslacht.
God roept mensen in Zijn eigen directe geestelijke aanwezigheid, opdat zij hun Schepper rechtstreeks aanbidden. De mensen kunnen de grote God van het universum werkelijk leren kennen als hun persoonlijke Vader. Dagelijks kunnen zij met Hem wandelen, met Hem spreken. Wanneer iemand ophoudt met deze rechtstreekse, persoonlijke aanbidding van de Eeuwige God, dan brengt hij de vernietiging van zijn eigen karakter teweeg – hij overtreedt immers het gebod van God.
Dit is de betekenis en de kracht van het tweede gebod.

 

Hoofdstuk drie

 

HET DERDE GEBOD

 

Komt God werkelijk op de eerste plaats in uw leven? Een in de Verenigde Staten gehouden enquête onder 1500 studenten wees uit dat er twee soorten van waarden zijn die zij naar hun zeggen aanhangen: in de eerste plaats waarden die henzelf, hun familie en hun vrienden betreffen; in de tweede plaats waarden die de mensheid (in het algemeen) en God betreffen.
Het is opmerkelijk dat bij deze 'ontwikkelde' jonge mensen God op de laatste plaats komt! Toch zei 90 procent van alle ondervraagden in God te geloven. Deze algemene geestelijke lethargie en passieve minachting voor God – en voor de grootte van Zijn ambt en macht – wijst op een steeds meer voorkomende houding, zelfs onder kerkgangers en belijdende christenen. Mensen spreken graag over godsdienst en over God, maar zij hebben geen ontzag voor Zijn positie en Zijn naam.
En deze geestelijke kanker draagt in zich het zaad van de vernietiging van onze Westerse beschaving!

Het derde gebod

Bij de bespreking van het eerste en het tweede gebod zagen wij dat wij ons ervoor moeten hoeden uit wat dan ook een god te maken, en die vervolgens in de plaats van de ware God te stellen. En wij leerden dat God ons gebiedt Hem rechtstreeks te aanbidden – met Hem te wandelen, met Hem te spreken, Hem werkelijk in geest en waarheid te kennen en te vereren – met vermijding van elke afbeelding, gelijkenis of fysiek voorwerp als 'hulpmiddel' bij de aanbidding of om ons aan de grote Schepper te 'herinneren'.
Het derde gebod betreft Gods naam, Zijn ambt, Zijn positie als de grote, soevereine Heerser van het universum:
Exodus 20:7  Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.
In de Bijbel hebben namen een betekenis. De oorspronkelijke Hebreeuwse naam Abram werd veranderd in Abraham – Abraham betekent immers "vader van een menigte volken". En dat was precies waartoe Abraham was bestemd:
Genesis 17:5  en gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld heb.
Evenzo heeft Gods naam een betekenis.

Gods naam onthult wie de God is die u aanbidt

Elke naam of titel van God openbaart een kenmerk van het goddelijke karakter. Bij de bestudering van Gods Woord leren wij met iedere nieuwe naam waarmee Hij zich openbaart, nieuwe feiten aangaande Gods aard en karakter. Met andere woorden, God noemt zich naar wat Hij is!
Indien men de naam van God gebruikt op een wijze die de ware betekenis en het karakter van God loochent, dan overtreedt men het derde gebod. God zegt door Jesaja:
Jesaja 48:1  Hoort dit, gij huis van Jakob, die u noemt met de naam Israël en die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt; die zweert bij de naam des Heren en die de God van Israël belijdt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid.
De mensen op wie deze profetie betrekking heeft, gebruiken de naam van God, maar geven geen gehoor aan de openbaring van God die in Zijn naam ligt opgesloten.
En hoe schokkend het ook mag klinken, veel godsdienstige mensen herhalen steeds opnieuw in preken of gebeden de naam van God. Zij gebruiken Gods naam ijdel – zonder enig nut of doel!
Het oorspronkelijke gebod zegt: "De Here zal niet onschuldig houden wie Zijn naam ijdel gebruikt." Het Hebreeuwse woord dat hier met 'onschuldig' wordt weergegeven, kan ook worden vertaald met 'rein': "De Here zal niet rein houden wie Zijn naam ijdel gebruikt." Het criterium van geestelijke reinheid is iemands houding jegens de naam van God! Men is rein of onrein naar gelang men de naam van God in waarheid dan wel in ijdelheid gebruikt. Begrijpt u wat dit betekent? Het duidt er stellig op dat iemand die – op grond van oprechte religieuze twijfels – de naam van God uit zijn woordenboek heeft geschrapt, er beter aan toe is dan de belijdende christen die voortdurend over God praat, maar Hem in zijn dagelijks leven loochent!
In het Onze Vader wordt ons opgedragen Gods naam te 'heiligen'. En het derde gebod, waarover wij het hier hebben, heeft direct te maken met het tonen van het juiste respect voor de naam van God. Een van de tien hoofdpunten van Gods eeuwige, geestelijke wet is hieraan gewijd!
Laten wij echter eerst degenen die over deze zaak wellicht verkeerd zijn ingelicht, duidelijk maken dat de verering van Gods naam niet betekent dat men moet proberen Hebreeuws of Grieks te spreken, of moet leren Gods naam in de oorspronkelijke bijbelse talen uit te spreken! Er zijn bepaalde sekten die hier een kwestie van groot belang van maken. Sommige beweren dat 'Jehova' de naam van de Vader is. Andere beweren dat het 'Jahweh' is, en weer andere 'Jahveh', terwijl er ook zijn die nog andere variaties gebruiken. De waarheid is dat, aangezien iedereen erkent dat de Hebreeuwse klinkers niet bewaard zijn gebleven, niemand precies weet hoe de Hebreeuwse naam van God moet worden uitgesproken!
Bij de beschrijving van de betekenis van iemands naam vermeldt Moulton-Milligans Vocabulary of the Greek Testament het volgende: "Bij een gebruik gelijk aan dat van het Hebr. ... [onoma, 'naam'] geeft dit in het N.T. karakter, naam, gezag van de aangeduide persoon aan" (p. 451). Verder – en belangrijker – inspireerde God zelf Daniël en Ezra het Aramese woord voor God te gebruiken in negen hoofdstukken van de Bijbel die zij in deze taal schreven, terwijl de schrijvers van het Nieuwe Testament allen werden geïnspireerd de Griekse woorden voor de Godheid te gebruiken.
Uiteraard ligt het werkelijke belang van deze kwestie niet in de fonetische klank die wordt gebruikt om God te beschrijven, maar in de betekenis die Zijn namen uitdrukken! Deze erkende autoriteit op het gebied van de bijbelse taalwetenschap laat dus duidelijk zien dat iemands naam zijn functie, gezag en in het bijzonder zijn karakter aanduidt. De namen van God tonen ons hoe God is – ze openbaren Zijn karakter!
Weet u werkelijk hoe God is? Hebt u respect voor Zijn uiteenlopende functies en Zijn naam zoals u behoort te hebben?
Sla uw bijbel op en ga het eens na!

Gods aard en karakter geopenbaard

Genesis 1:1  In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
In dit allereerste vers van de Bijbel openbaart God zichzelf met de Hebreeuwse naam Elohim. Er is één God – maar meer dan één lid van de Godheid, het Goddelijke gezin! Ditzelfde woord Elohim wordt gebruikt in Genesis 1:26:
Genesis 1:26  En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis…
Hier, in de context van deze passage, blijkt duidelijk dat de naam van God – Elohim – door meer dan één persoon wordt gedragen. In het Nieuwe Testament wordt dit duidelijk gemaakt door de openbaring dat God de Vader alle dingen schiep door Jezus Christus, die bij God was en God was van den beginne.
Johannes 1:1  In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Vers 14  Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond…
Efeze 3:9
(Statenvert.)  En allen te verlichten, [dat] [zij] [mogen] [verstaan], welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van [alle] eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus.
In deze passages wordt geopenbaard dat God meer dan één persoon is: God de Vader en het 'Woord' of de Woordvoerder, die later Jezus Christus werd toen Hij als mens werd geboren. Deze relatie van Vader en Zoon toont dat God een gezin is. En de wijze waarop het woord Elohim in deze eerste verzen van Genesis en elders wordt gebruikt, wijst er stellig op dat God het scheppende koninkrijk of gezin is! Interessant genoeg is Elohim een meervoudsvorm, maar wordt afhankelijk van het verband enkelvoudig dan wel meervoudig gebruikt.
Doordat God de Schepper is, is Hij tevens de Heerser over Zijn schepping. Wij zien dat God, onmiddellijk nadat Hij de eerste man en vrouw had geschapen, hun een zegen en een gebod gaf:
Genesis 1:28  En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar…
Ja, de ware God is Heerser – en u dient Hem te gehoorzamen, omdat Hij u heeft geschapen en u elke ademtocht geeft!
In Zijn omgang met Abraham noemt God zich soms El Sjaddaj, hetgeen 'God, de Almachtige' betekent. God is de bron van alle macht! Zijn naam moet in ere worden gehouden, want deze staat voor Hem die de bron is van alle kracht, alle macht en alle gezag.
De naam die in het Oude Testament meestal is vertaald met 'HERE', is een vertaling van de Hebreeuwse letters JHWH of YHWH, soms weergegeven als Jahweh of Jahveh. Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord betekent 'de Eeuwige' of 'de Volkomen Zelfstandige'. In Genesis 21:33 wordt het op deze wijze gebruikt:
Genesis 21:33  En [Abraham] plantte te Berseba een tamarisk [boom – esjel in het Hebreeuws], en riep daar de naam van de Here [JHWH], de eeuwige God, aan.
Dit Hebreeuwse woord toont ons Gods hoedanigheid als de eeuwiglevende God en wordt gebruikt om Zijn eeuwigdurende functie aan te geven binnen een verbondsrelatie met degenen die Hij heeft geschapen.
God heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan om Zijn zegeningen, Zijn beloften en Zijn verbond met Zijn volk te volbrengen! Onze God is de Eeuwige – de Volkomen Zelfstandige.
In Zijn gehele Woord wordt Gods naam in verband gebracht met Zijn kenmerkende eigenschappen: Zijn macht, Zijn eeuwige bestaan, Zijn barmhartigheid, Zijn trouw, Zijn wijsheid, Zijn liefde. Lees hoe de profeet David Gods naam met Zijn scheppingsmacht in verband brengt:
Psalmen 8:2  O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. 3  Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. 4  Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: 5  Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Hier blijkt dat God Zijn majesteit toont aan de hemel. Vervolgens laat David zien dat God de hemel, de aarde en de mens heeft geschapen. Geen wonder dat Gods naam en ambt moeten worden geëerbiedigd!
In ons dagelijkse spraakgebruik vervloeken velen van ons de naam van onze Schepper en onze God! Wij gebruiken onze levensadem om de naam te vervloeken en te verwensen van juist degene die ons het leven geeft en de ademtocht waarmee wij Zijn naam vervloeken! In een uitdrukking die verschrikkelijk veel wordt gebruikt, wordt God gevraagd iemand te 'verdoemen'. Arm en rijk gebruiken allen even vlot en gemakkelijk deze verachtelijke vloek, en denken vaak hiermee hun 'mannelijkheid' te bewijzen of tegen iets opgewassen te zijn! Toch zal het moeilijk zijn ook maar één normaal mens te vinden die dit verzoek in zijn volle, vreselijke betekenis uitgevoerd zou willen zien. Het bezigen van deze uitdrukking is het lichtvaardig gebruiken van de naam van onze God – Hem vragen iets te doen wat Hij nooit van plan is geweest.
God heeft nooit iemand 'verdoemd' zoals men dat schijnt te denken! Deze gedachte is een afschuwelijke ketterij! Gods werk is het werk van behoud, en God zal geen mens het eeuwige leven onthouden, tenzij die mens opzettelijk en uit eigen vrije wil Gods weg afwijst.
God zegt: "Op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft" (Jes. 66:2). Hetzelfde kan worden gezegd over het diepe respect en het goddelijke ontzag dat wij behoren te hebben voor Gods naam, die direct Gods karakter, Zijn Woord en Zijn doeleinden vertegenwoordigt.

Moet men zweren?

De mensen zijn tegenwoordig niet alleen gewend op profane wijze te vloeken en Gods naam aan te roepen om hun verwensingen kracht bij te zetten, maar in een aantal landen bestaan er ook veel juridische formaliteiten waarbij Gods naam wordt aangeroepen in de vorm van een eed.
Jezus Christus zei:
Mattheus 5:34  Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; 35  bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is.
Gods naam is zo heilig, dat ons wordt geboden die niet aan te roepen om onze woorden of onze eed kracht bij te zetten! Gelukkig kent ons land veel religieuze voorrechten, zoals godsdienstvrijheid. Ofschoon diverse openbare instanties u bij gelegenheid zullen vragen de rechterhand te heffen en te 'zweren', realiseert men zich algemeen dat hiertegen bezwaren kunnen bestaan; daarom kunt u het woord 'beloven' gebruiken in plaats van te zweren.
En in feite is, zoals wij allen zouden moeten weten, de eenvoudige bevestiging of formele verklaring van een godvrezend christen veel betrouwbaarder dan tienduizend eden uit de mond van een leugenaar in de getuigenbank! De bespotting die sommige zakenlieden, politici en zelfs hoogleraren hiervan maken door in de getuigenbank Gods naam ijdel te gebruiken, levert overvloedig bewijs van deze bewering!

Religieuze titels die moeten worden vermeden

Sprekend over het gebruik van bepaalde uitdrukkingen als religieuze titel zei Christus:
Mattheus 23:9  En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want een is uw Vader, Hij, die in de hemelen is.
Ofschoon in sommige grote godsdienstige organisaties dit gebod op flagrante en in het oog springende wijze wordt genegeerd, is deze uitspraak van Gods Woord volkomen duidelijk voor iedereen die wil gehoorzamen.
Onze enige geestelijke Vader is God! Elk gebruik van dit woord als religieuze titel voor een mens is niet minder dan een directe godslastering van de Schepper, die alle mensen heeft geschapen – ook de zwakke, vergankelijke menselijke wezens die zich op schaamteloze wijze een naam die een goddelijke titel is toe-eigenen.
Natuurlijk behoren wij onze menselijke vader 'vader' te noemen, zoals God dit zelf in het vijfde gebod doet.

De meest algemene zonde

Toen Hij Zijn discipelen, en ons als christenen, leerde bidden, zette Jezus Christus de juiste wijze uiteen waarop wij de Almachtige God moeten benaderen en de houding van eerbied die wij voor Zijn ambt en Zijn naam dienen te hebben. In de eerste regels van wat doorgaans 'het Onze Vader' wordt genoemd, zijn in sommige bijbelvertalingen hoogstwaarschijnlijk verkeerde leestekens geplaatst. Na de aanroep "Onze Vader die in de hemelen zijt" – waarmee de mens zich tot God richt – volgen er drie met elkaar samenhangende verzoeken, waarna een zinsdeel volgt dat op alle drie verzoeken slaat en niet uitsluitend op het laatste. De correcte weergave is als volgt: "Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde." Het zinsdeel "gelijk in de hemel alzo ook op de aarde" heeft niet uitsluitend betrekking op "uw wil geschiede", maar eveneens op "uw Koninkrijk kome" en "uw naam worde geheiligd".
Deze gedachten, vervat in wat het Onze Vader wordt genoemd het heiligen van Gods naam, de komst van Zijn Koninkrijk en het geschieden van Zijn wil zijn eenvoudig verschillende fasen van dezelfde zaak. Iemand heiligt immers Gods naam door zich aan Zijn Koninkrijk en regering te onderwerpen, Zijn wil te doen en Zijn wetten te gehoorzamen.
Het alleen in ere houden van de fonetische klank van Gods naam is slechts een nietig onderdeel van het onderhouden van het derde gebod.
Jezus vroeg:
Lukas 6:46  Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?
Bidden zonder gehoorzaamheid is een subtiele vorm van godslastering!
De zogenaamd religieus ingestelde mensen die wel over godsdienst en God spreken, maar weigeren Zijn Woord en Zijn wet te gehoorzamen, zijn schuldig aan een grotere zonde dan degene die toegeeft volgens een vleselijke levenswijze te leven, maar die zich niet anders voordoet dan hij is. De hypocrisie van religieuze groeperingen en godsdienstige mensen is oneindig veel erger dan de goddeloosheid van de straat. God prijzen en dit vervolgens tegengaan door zich te verzetten tegen Zijn wegen en wetten is zeer beslist godslasterlijk – het is het ijdel gebruiken van Gods naam!
Een geestelijke of iemand anders die welsprekend en met vrome houding predikt en bidt, maar vervolgens het kleinste van Gods geboden overtreedt (Matth. 5:19), die lastert God terwijl hij bidt! Maar zelfs al weet hij de wereld te bedriegen, God zal hij nooit kunnen bedriegen!
Sprekend over de 'godsdienstijveraars' van Zijn tijd, die weigerden zich volledig aan de wil en de wet van God te onderwerpen, verklaarde Jezus:
Markus 7:6  Maar Hij zeide tot hen: Terecht heeft Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd, zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. 7  Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.
Op gelijke wijze belijden ook vandaag velen met de mond geloof in God, maar hun aanbidding is ijdel!
Mattheus 7:21  Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.
God geve u de bereidheid Zijn wil en wet te gehoorzamen! God moge u leren Hem in geest en in waarheid te aanbidden en Zijn grote naam te eerbiedigen – want deze vertegenwoordigt Zijn scheppingskracht, Zijn wijsheid, Zijn trouw, Zijn liefde en goedheid, Zijn geduld en grenzeloze barmhartigheid. Deze naam vertegenwoordigt het karakter en de positie en de waardigheid van de grote God, die de leiding heeft over het universum!

 

Hoofdstuk vier

 

HET VIERDE GEBOD

 

Waartoe bent u geboren? Wat is de zin van uw leven? Wat is het ware doel van het leven – en wat zijn de levenswetten waardoor dit doel kan worden bereikt?
Hoeveel tijd besteedt u per week aan het overwegen van deze uiterst belangrijke vragen? De meeste mensen hebben het zo druk met de dagelijks terugkerende zorg om de eindjes aan elkaar te knopen, met tv kijken of andere liefhebberijen, dat zij vrijwel helemaal geen tijd besteden aan de geestelijke zaken van het leven. Op een vraag over bijbelstudie of gebed zullen sommige mensen antwoorden dat er voor deze religieuze bezigheden "gewoon niet genoeg tijd" is. Maar de meesten zullen laten blijken dat daarvoor geen animo is of zelfs tijdverspilling noemen.
Omdat zij overdag zo door hun werk in beslag worden genomen, en 's avonds en tijdens het weekend door tv, bioscoop, feestjes en sport, ontbreekt het de meeste Westerse mensen zelfs aan de meest elementaire kennis inzake de eigen geloofsovertuiging. En wat betreft de fundamentele waarheden van de Bijbel is men kinderlijk onwetend.
God schijnt ver van ons af te staan. De Bijbel is "voor oude mensen en dominees". Toch verkondigen sommigen dat zij zich eens op dit punt "hopen te verbeteren". De grote vraag is alleen: wanneer? Wanneer zullen wij de tijd nemen om God werkelijk te leren kennen? Wanneer zullen wij de tijd nemen de Bijbel te bestuderen, ernstig tot de Schepper als onze Vader te bidden, en te mediteren over de wetten en het doel van het leven?
Voor de meeste mensen is het juiste antwoord wellicht 'nooit' – tenzij zij leren het vierde gebod van de Almachtige God te gehoorzamen! Gehoorzaamheid aan dit weinig begrepen gebod is een krachtige factor om het leven van mannen en vrouwen dichter bij God de Schepper en bij Zijn zegeningen en directe leiding te brengen.

Het vierde gebod

Het vierde gebod voltooit het eerste deel van de Decaloog dat betrekking heeft op de relatie van de mens tot God. Het gebiedt de eeuwigdurende inachtneming van een teken van de relatie tussen God en de mens.
Exodus 20:8  Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; 9  zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10  maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. 11  Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die.
Dit gebod is in zijn bewoordingen het langste van de tien. Het is, als het ware beschermend, in het hart van de Tien Geboden geplaatst. Maar helaas is het juist dit gebod waarover de mensen het meest 'redeneren' en twisten, en dat zij zo snel mogelijk in stukken zouden willen scheuren en van de rest van Gods wet zouden willen scheiden.
Merk op dat het begint met de uitdrukkelijke opdracht "gedenk". Dit bewijst dat het sabbatgebod bij Gods uitverkoren volk reeds bekend was en dat God hen – door het in Zijn verbond op te nemen – dus herinnerde aan een geestelijk gebod waarmee zij reeds bekend waren.
"Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt". Een sterfelijk mens is niet bij machte iets heilig te maken. Teneinde de betekenis van dit goddelijke gebod ten volle te begrijpen, moeten wij weten wie de sabbatdag heilig maakte en wanneer!
Markus 2:27  En Hij
[Jezus] zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat. 28  Alzo is de Zoon des mensen heer ook over de sabbat.
Jezus zei dat de sabbat was "gemaakt". En alles wat gemaakt is, heeft een Maker.
Merk ook op dat Jezus niet zei dat de sabbat alleen voor het Joodse volk is gemaakt, maar voor de mens – voor de gehele mensheid. Daarna verklaarde Hij dat Hij – Christus – "Heer" is over de sabbat. In deze verklaring zegt Hij dat Hij niet de vernietiger, maar de Heer over de sabbat is. In Zijn leven als mens hield Jezus de sabbat, en in de vier evangeliën zijn veel verzen gewijd aan Zijn onderricht aan de discipelen over hoe de sabbat moet worden gehouden en aan het bevrijden van deze dag van de tradities die de Joden eraan hadden toegevoegd.
Maar alvorens verder te gaan willen wij eerst de vraag beantwoorden: "Wie heeft de sabbatdag gemaakt?"

Wie maakte de sabbat?

Voor een goed begrip van het gebod de sabbatdag te gedenken en te heiligen, en om te weten wie de sabbat heeft gemaakt, dienen wij een verslag van het allereerste begin van Gods schepping op te slaan. Het Nieuwe Testament geeft een dergelijk verslag in het eerste hoofdstuk van het evangelie naar Johannes:
Johannes 1:1  In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2  Dit was in den beginne bij God. 3  Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.
Hier zien wij Jezus Christus beschreven als het "Woord" (of de 'Woordvoerder', zoals het oorspronkelijke Grieks beter kan worden weergegeven). Deze passage openbaart dat Jezus vanaf den beginne bij de Vader is geweest en dat alle dingen zijn gemaakt door Hem – door Jezus Christus! Als de tweede persoon in de Godheid werd Hij door de Vader gebruikt als het instrument door wie de schepping tot stand werd gebracht. De apostel Paulus werd geïnspireerd te schrijven dat God "alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus" (Ef. 3:9; Statenvert.). In Hebreeën zien wij Christus beschreven als de Zoon van God, "die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft" (Hebr. 1:2).
Deze en vele andere bijbelteksten bewijzen dat Hij de persoon in de Godheid was die later Jezus Christus werd en die het daadwerkelijke scheppingswerk verrichtte! Hij was het die zei: "Er zij licht", en er was licht. Hij was het die de mens schiep – en hem op deze aarde, in de Hof van Eden, plaatste.
In het bijzonder sprekend over Hem die het scheppingswerk verrichtte, vermeldt de geïnspireerde schrijver van Genesis:
Genesis 2:2  Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. 3  En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.
Jezus zei dat de sabbat ten behoeve van de mens werd gemaakt. Hier zien wij dat de sabbat werd gemaakt toen de mens werd gemaakt. En hij werd gemaakt door dezelfde goddelijke persoonlijkheid die later Jezus Christus werd! Hij werd gemaakt als een wezenlijk onderdeel van het milieu van de mens dat God in de zeven scheppingsdagen had gemaakt. Let erop dat God de zevende dag "zegende" en "heiligde". Een dergelijke eer werd aan geen van de voorafgaande zes dagen verleend. Wanneer God iets zegent, plaatst Hij er Zijn goddelijke gunst op en Zijn goddelijke tegenwoordigheid in. Het woord 'heiligen' betekent: afzonderen voor een heilig gebruik of doel. Wij zien dus dat de Almachtige God als een van Zijn scheppingsdaden Zijn goddelijke gunst plaatste op een zeker deel van het meest blijvende wat er bestaat: tijd, en dat Hij dit deel van de tijd afzonderde voor een heilig gebruik en doel.

De sabbat is een zegen

Ongetwijfeld verleent dit inzicht in de achtergrond van de sabbat een diepere betekenis aan Gods gebod: "Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt". Door Jezus Christus heiligde God de zevende dag van de week; en met Zijn gezag als onze Schepper gebiedt Hij ons die dag heilig te houden!
De sabbat is dus heilige tijd. En toch is de sabbat voor de mens gemaakt – als een grote zegen voor de hele mensheid!
Onze Schepper wist dat wij om de zeven dagen tijd nodig hebben om te rusten en te aanbidden, en dit is het hoofddoel waarvoor de sabbat werd geschapen. Ieder van ons heeft de neiging zich gedurende de week teveel in beslag te laten nemen door onze dagelijkse zorgen, ons werk en ons vermaak. Onze Schepper heeft dit voorzien en zette Zijn sabbatdag apart als een gewijde periode, waarin wij onze dagelijkse beslommeringen volkomen kunnen vergeten en de Schepper-God dichter kunnen naderen door studie, meditatie en gebed. De moderne mens heeft deze periode waarin hij een wezenlijk contact met zijn Maker en God kan hebben, uitzonderlijk hard nodig. De tijd nemen om over God na te denken en Hem te vereren, te bidden, te studeren en om te mediteren over het doel van het menselijk bestaan en over Gods geopenbaarde levenswetten – dit alles verleent grote kracht en betekenis aan het leven gedurende de overige zes dagen van de week.
De sabbat is een der grootste zegeningen die ooit aan het menselijk geslacht zijn verleend!

Het gebod nader toegelicht

Vanuit het inzicht dat het sabbatgebod even bindend is als de geboden inzake moord en echtbreuk, willen wij nu dit gebod van God en zijn toepassing in ons persoonlijk, dagelijks leven analyseren en verder verklaren.
Afgezien van de verklarende uitspraken bestaat het vierde gebod uit twee fundamentele geboden. Ten eerste: "Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt". Ten tweede: "Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen".
Op gezag van God zijn de eerste zes dagen van de week bestemd voor de zaken en de arbeid van de mens. Het is Gods wil dat de mens werkt en zijn dagelijks brood verdient. Wie op deze zes dagen zijn tijd verdoet, is in Gods ogen even schuldig als wie op de zevende dag werkt! De nietsnut heeft een slappe geest die hem tot vele rampzalige ondeugden en zonden leidt.
Het tweede deel van het sabbatgebod is even bindend als het eerste! Wie nooit werkt, is ongeschikt om God te aanbidden! Eerlijke, doelbewuste arbeid op de eerste zes dagen is op zich al een vorm van aanbidding en gehoorzaamheid aan God.
De mens is geplaatst in een wereld die alles bevat wat hij voor zijn lichamelijk welzijn nodig heeft; maar om het te verkrijgen moet hij werken! Dit maakt deel uit van de oorspronkelijke bedoeling van God, want de mens werd in de Hof van Eden geplaatst om die "te bewerken en te bewaren" (Gen. 2:15).
Op dezelfde wijze echter wordt hij die nooit zijn dagelijkse zaken en bezigheden onderbreekt om, zoals God gebiedt, op de zevende dag, de dag die God heeft geheiligd en apart gezet, God te aanbidden, ongeschikt – door gebrek aan contact met zijn Schepper – voor zijn potentieel grootste prestaties in werk of dienstbaarheid, en voor voldoening over het bereikte.
Aangezien de Schepper dit aldus heeft geboden, kunnen wij de sabbat als een dag van rust en geestelijke vernieuwing onderhouden, in het volste vertrouwen dat God ons zal zegenen omdat wij dit doen!

Een betaalde vakantie

Wanneer u om de zoveel dagen uw werk zou neerleggen voor de nodige rust, dan zou u, normaal gesproken, verwachten dat u achterraakt met uw werk en in financiële moeilijkheden komt. Maar God zelf heeft een machtige wet in werking gesteld. Gods Tien Geboden zijn levende, werkzame wetten – zoals de wet van de zwaartekracht. Ze zijn in werking – functioneren automatisch. De wet van de sabbat – waar de kracht van de Schepper zelf achter staat – leert dat indien u iedere week op de zevende dag uw werk onderbreekt om te rusten en de Almachtige God te aanbidden, u tijdens uw arbeid op de overige zes dagen zo zult worden gezegend dat dit meer dan goed maakt wat u zou hebben bereikt door op Gods sabbat te werken! Beseft u wat dit betekent! Vanuit een zeker standpunt gezien geeft God ons iedere zevende dag een betaalde vakantiedag! Hoewel de vergelijking met een vakantie anderzijds mank gaat, want een vakantie wordt beschouwd als tijd voor en van jezelf en de sabbat is Gods tijd.
Deze 'sabbatvakantie' is evenwel niet uitsluitend ten behoeve van lichamelijke rust, het is evenzeer een tijd voor aanbidding, voor hernieuwde geestelijke toewijding, voor het overpeinzen van en zich bezighouden met de geestelijke doeleinden en levenswetten die God heeft ingesteld. Door de zevende dag, die God heeft geheiligd – en die als enige naar de schepping terugwijst – in acht te nemen, wordt de mens in nauw contact gebracht met zijn Maker en zijn God. Want Gods aanwezigheid en Zijn goddelijke zegen blijken in het bijzonder op deze dag die Hij heeft apartgezet en geheiligd.
Dit is de meest rusteloze tijd die de mensheid ooit heeft gekend. In deze tijd schijnen de meeste mensen weinig of geen tijd te hebben om zich te bezinnen op het geestelijke doel en de geestelijke bestemming van het leven – de allerbelangrijkste dingen die een mens dient te overwegen.
De ontzaglijke zegen van Gods ware sabbat is dat hij de mens in staat stelt de tijd te nemen om de belangrijkste levensvragen te overdenken en te overwegen – en om te communiceren met zijn God en Schepper op een wijze die weinig mensen in dit tijdperk ervaren. De juiste viering van de sabbat houdt de mens in contact met God! Zonder dit contact is hij afgesneden van het eigenlijke doel van zijn bestaan, van de wetten die zijn slagen of mislukken in dit leven bepalen, en van begrip van wat hij is, van waar hij heen gaat en hoe hij daar moet komen. Zonder dit contact met God de Schepper is het leven van de mens leeg, gefrustreerd en ijdel. In deze tijd heeft de mens meer dan ooit behoefte aan het contact met God, aan de geestelijke kracht en het begrip, aan de goddelijke zegen en leiding waarin de juiste viering van Gods ware sabbat voorziet.

Het voorbeeld van Jezus

Jezus Christus – het geïnspireerde voorbeeld van hoe iedere ware christen dient te leven – leerde door Zijn eigen leven en daden dat de sabbat een heilige samenkomst (een verplichte bijeenkomst) voor Gods volk is, zoals wordt geleerd in Leviticus 23:3.
Leviticus 23:3  Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de Here in al uw woonplaatsen.
Jezus' voorbeeld en Zijn gewoonte zijn vastgelegd in Lukas 4:16, waar wij lezen:
Lukas 4:16  En hij [Jezus] kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.
De ware sabbat is onmiskenbaar een dag voor gemeenschappelijke aanbidding en verering van God door Zijn geroepen dienstknechten. En het is een tijd voor de prediking en uitleg van Gods Woord en Zijn levende wetten. Daarom is het de plicht van iedere ware christen uit te zoeken waar de Gemeente is waarin hij God werkelijk "in geest en in waarheid" kan aanbidden, een Gemeente die de ware sabbat van God de Schepper op de juiste wijze onderhoudt, en een Gemeente waarin de mens wordt geleerd te leven "van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat".
Er bestaan verscheidene kerken die in het onderhouden van het vierde gebod geloven. De meeste van deze kerken overtreden echter – in leer en praktijk – een of meer van de andere geboden. Jezus stichtte slechts één Gemeente (Matth. 16:18), en alleen deze Gemeente onderhoudt al Gods geboden.

Verheug u over Gods sabbat

Leer de sabbat op een positieve manier te onderhouden! Gebruik de door God gezegende en geheiligde zevende dag overeenkomstig Zijn bedoeling: door te rusten van uw wereldlijke arbeid, door te bidden, te studeren en te mediteren over Gods Woord en het doel van het menselijk bestaan. Gebruik een deel van deze dag om anderen goed te doen, zieken te bezoeken. Kom op de sabbat met andere ware christenen bijeen als dat mogelijk is.
De zevende dag en uitsluitend deze door God geheiligde dag is de door God geboden en gezegende periode van rust, aanbidding en overdenking van de belangrijkste sleutels tot de zin van het leven.
Indien u twijfels hebt over de dag waarop de sabbat moet worden gehouden, lees dan onze webpublicatie De SABBAT voor de hele mensheid.
Op de juiste manier begrepen en in acht genomen is het vierde gebod – het onderhouden van Gods heilige sabbat een der grootste zegeningen die de Schepper ooit aan de mensen heeft gegeven! Het is een identificerend teken tussen de mens en de ware God. Gedenk de sabbatdag – houd hem heilig!

 

Hoofdstuk vijf

 

HET VIJFDE GEBOD

 

De geweldpleging door en de onbeschaamdheid van de jeugd zijn kenmerkend voor de tijd waarin wij leven.
Het aantal gezinnen dat uiteenvalt blijft toenemen. De jeugdcriminaliteit groeit onrustbarend!
Een van Amerika's meest gerespecteerde autoriteiten inzake jeugdproblemen, rechter Samuel S. Leibowitz, zocht in de vorige eeuw naar een verklaring voor de harde, verbitterde houding van de jeugd. Hij besloot naar het Westerse land te gaan met de laagste jeugdmisdaadcijfers: Italië. Politie- en onderwijsfunctionarissen vroeg hij naar de reden hiervan. In alle delen van Italië kreeg hij hetzelfde antwoord: jonge mensen in Italië respecteren gezag.
Leibowitz moest naar het Italiaanse gezin om het waarom op te sporen. Hij ontdekte dat zelfs in het armste gezin de vrouw en de kinderen achting en ontzag hebben voor de vader als het hoofd van het gezin. Hij ontdekte dat deze moderne wereld, waarin alles mag en iedereen doet waarin hij zin heeft, een kind niet gelukkig en evenwichtig maakt. Een kind verlangt veeleer naar de zekerheid van discipline en regels die zijn wereld afbakenen, zodat het precies weet hoever het kan gaan. We moeten vrezen dat sinds dit onderzoek onder de nieuwe generatie ouders in Italië het respect ook in dat land bij de jonge mensen aan het tanen is.
Evenals dat in de wereld der volwassenen van hem zal worden verwacht, moet een kind de discipline worden bijgebracht om dingen te doen die het liever niet doet. Reeds als baby moet een kind worden geleerd zijn ouders te respecteren en te gehoorzamen.
Rechter Leibowitz besloot zijn onderzoek met een negen woorden tellende oplossing voor de jeugdcriminaliteit: Maak de vader weer het hoofd van het gezin.
Deze opmerkelijke oplossing voor de problemen van de jeugd, die deze eminente deskundige voorstelt, gaat dieper dan men zich wellicht realiseert. Want zij raakt de ware oorzaak van het probleem: gebrek aan een diepgeworteld respect voor het gestelde gezag, dat reeds in de vroegste jeugd wordt gevormd en dat het gehele leven blijft bestaan.

Het vijfde gebod

De eerste vier geboden bepalen de relatie van de mens tot God. Ze leren ons de grootte van Gods macht en naam en sporen ons aan Hem te gedenken als de Schepper van alles wat bestaat.
Het vijfde gebod is het eerste van de geboden die onze menselijke verhoudingen regelen. Niet alleen is het, als wij de volle betekenis ervan begrijpen, daarvan het belangrijkste, het dient tevens als 'brug' tussen de twee delen van Gods wet. Want ware gehoorzaamheid aan het vijfde gebod hangt onverbrekelijk samen met gehoorzaamheid en eerbetoon aan God zelf! Onze Schepper wist dit toen Hij het inspireerde tot "het eerste gebod met een belofte".
Exodus 20:12  Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal.
Waarom moeten wij onze ouders eren?
Het juiste antwoord onthult de diepte van dit gebod en het ware belang ervan. Besefte maar iedere ouder hier op aarde de enorme invloed op het latere leven van een kind die er automatisch vanuit gaat als direct gevolg van gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan dit door God gegeven gebod!
Dit gebod is een der tien hoofdpunten van Gods eeuwige, geestelijke wet. In de tijd van het Oude Testament stond zelfs de doodstraf op directe en flagrante schending van deze wet!
Exodus 21:15  Wie zijn vader of zijn moeder slaat, zal zeker ter dood gebracht worden. Vers 17  Wie zijn vader of zijn moeder vervloekt, zal zeker ter dood gebracht worden.
Zo belangrijk is dit gebod in Gods ogen!
Het gezin vormt de basis van elke welvoeglijke maatschappij. En de relatie van kinderen tot hun ouders is een precieze afspiegeling van de geestelijke relatie tussen ware christenen en God. De karaktervorming die binnen deze relatie tot stand komt, kan kinderen voor de rest van hun leven – en voor de eeuwigheid – van nut zijn!
In de ogen van een klein kind nemen de ouders de plaats van God zelf in. Een liefhebbende en hartelijke ouder is voor het kind immers verzorger, beschermer, leraar en wetgever. De vroegste opvoeding van het kind en zijn reactie op deze relatie zullen in hoge mate bepalen hoe het later reageert op de meer complexe relaties met de maatschappij. En uiteindelijk zijn ze zeker van invloed op zijn relatie met zijn geestelijke Vader in de hemel.

Eerbied en respect voor de ouders

Op veel plaatsen in het Nieuwe Testament wordt dit gebod verheerlijkt. De apostel Paulus schreef:
Efeze 6:1  Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht. 2  Eer uw vader en uw moeder (dit is immers het eerste gebod, met een belofte).
Het oorspronkelijke gebod zijn vader en moeder te eren geldt voor ons allen gedurende ons hele leven. Maar in dit vers wordt kinderen speciaal gezegd hun ouders "in de Here" te gehoorzamen.
Doordat een kind een volkomen gebrek aan ervaring en onderscheidingsvermogen heeft, is het absoluut noodzakelijk dat het kind wordt geleerd zijn ouders onmiddellijk en zonder discussie te gehoorzamen. Verklaringen en redenen kunnen en moeten het kind van tijd tot tijd worden gegeven. Maar op het moment dat een ouderlijk bevel wordt gegeven, is er wellicht geen tijd of gelegenheid om het waarom duidelijk te maken!
Daarom is het noodzakelijk dat een kind de gewoonte wordt geleerd zijn ouders zonder vragen te gehoorzamen. Totdat het jonge kind tot ontwikkeling komt, nemen zijn ouders voor hem immers de plaats van God in. En God stelt de ouders ervoor verantwoordelijk dat zij het kind op de juiste wijze onderrichten en leiden.

Gehoorzaamheid "in de Here"

In het vijfde gebod ligt direct opgesloten dat een ouder verplicht is zich eervol te gedragen. Want om geëerd te worden, moet men eer waard zijn. Elke ouder moet zich ervan bewust zijn dat hij voor zijn kind God vertegenwoordigt! Hij behoort daarom te leven op een wijze dat hij het diepe respect en de eerbied van het kind waardig is. Dan pas kan hij het kind leren zijn ouders te eren en te respecteren.
Naarmate het kind opgroeit, moet de ouder het onderwijzen aangaande het bestaan van de grote, geestelijke Vader van al het leven, de Schepper van hemel en aarde, de soevereine Heerser van het universum: de Almachtige God. Christelijke ouders moeten hun kinderen leren hun geestelijke Vader met zelfs nog meer onvoorwaardelijke trouw en liefde te eren en te gehoorzamen dan hun aardse ouders. Want het voornaamste wat een kind of wie dan ook kan leren is ontzag en gehoorzaamheid jegens Hem, die de oorsprong van al het leven is! Op deze wijze zal het kind de gewoonte om te gehoorzamen aanleren. Het zal leren gezag te respecteren. Te zijner tijd zal het kind, als zijn verstand wordt geopend om de Allerhoogste Vader van al het leven te leren kennen, reeds de grondslag van Gods karakter hebben geleerd: liefdevolle gehoorzaamheid jegens God en diep respect en eerbied voor iedere wet en het gestelde gezag.

Zegen voor gehoorzaamheid

De apostel Paulus legt nog eens de nadruk op de zegen die aan het vijfde gebod is verbonden:
Efeze 6:3  opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.
Gehoorzaamheid aan het vijfde gebod leidt automatisch tot vorming van gewoonten en karakter die bijdragen tot een lang leven. Iemand die aldus is opgevoed, zal zich verre houden van de roekeloosheid, het geweld, het verkeerde gezelschap en de opstandigheid tegen het gezag, die dikwijls op een vroegtijdige dood uitlopen. En overeenkomstig de diepste betekenis zullen zij die leren hun ouders, en later – door deze opvoeding – God zelf, te respecteren en te gehoorzamen, zeker "lang leven op aarde". Want, zoals Jezus zei:
Mattheus 5:5  Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
Er zijn voor het gehoorzame kind bovendien de zegeningen van alledag. Stellig niet de geringste daarvan is een gevoel van veiligheid. Leibowitz wees erop dat een kind verward en onzeker is tenzij het wordt verteld wat het wel en niet mag doen. Wanneer dit een kind door zijn ouders wordt bijgebracht – en wanneer het zich daaraan houdt –, dan is het bevrijd van de verantwoordelijkheid, waarvan het vanzelf beseft dat zijn ouders deze moeten dragen.
Een ander probleem dat dan wordt verzacht is dat van verbittering. Een ongehoorzaam kind is een verbitterd kind – zijn geest wordt voortdurend geplaagd door gevoelens van schuld en opstandigheid. Een kind dat zijn ouders liefheeft, eert en gehoorzaamt, is waarlijk een gezegend kind. Het zal streven naar een veel gelukkiger, zorgelozer en zinvoller leven. En in zijn geestelijke leven zal het dan de natuurlijke en prachtige overgang ervaren van het eren van zijn ouders naar het vreugdevol aanbidden van zijn God!
Tot zover hebben wij ons hoofdzakelijk beziggehouden met de toepassing van het vijfde gebod op kinderen en jonge mensen. Maar het oorspronkelijke gebod dat wij onze ouders moeten eren, is niet gericht tot kinderen, maar tot iedereen.

Ook volwassenen moeten hun ouders eren

Er kan een tijd aanbreken dat het niet langer nodig of juist is dat iemand zijn ouders strikt gehoorzaamt. Maar de dag waarop hij ophoudt hen te eren, behoort nooit aan te breken. Het woord 'eren' heeft een veel wijdere betekenis dan 'gehoorzamen'. Het duidt op een diep respect als voor iets van grote waarde, verdienste of rang. Het duidt op gevoelens van hoge achting en eerbied.
Iemand die als kind zijn ouders op de juiste wijze heeft gehoorzaamd, zal later zijn eerbied voor hen uiten in een grotere waardering voor de zorgzaamheid en opvoeding die zij hem als kind hebben geschonken. Deze eerbied komt tot uitdrukking in hoffelijkheid, attenties en vriendelijkheid.
Naarmate wij volwassener worden, wordt het steeds duidelijker dat er door trouwe, liefhebbende ouders onnoemelijk veel arbeidsuren, bezorgde gedachten en angstige gebeden aan ons welzijn werden besteed. Iedere man of vrouw zou er behagen in moeten scheppen deze liefde, die onze ouders ons zo gul gaven, terug te geven.
In de avond van hun leven verlangen vele ouders, wellicht meer dan naar enige andere zegen, naar deze genegenheid en omgang met hun kinderen. Laten wij op deze gelegenheid bedacht zijn en hem aanwenden om de liefde die onze ouders zo overvloedig gaven te beantwoorden!
Het is een grote schande voor onze zogenaamd christelijke samenleving dat de staat de zorg voor onze bejaarde ouders heeft moeten overnemen. In maar al te veel gevallen zijn de kinderen heel goed in staat hun ouders bij te staan, maar zij zijn daartoe eenvoudig niet bereid.
Jezus Christus gaf een van de krachtigste interpretaties van het vijfde gebod wat betreft de toepassing ervan op dit probleem. In Zijn tijd waren er mensen die zich onttrokken aan de plicht om in de behoeften van hun ouders te voorzien. Zij zeiden dat gelden die hiertoe gebruikt hadden kunnen worden "korban" waren, d.w.z. een offergave. Deze gelden maakten geen deel uit van de aan God verschuldigde tiende, maar waren een extra offer teneinde speciale gunst te verwerven bij het naderen tot God. Jezus berispte deze schijnheilige dwepers.
Markus 7:9  En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking om uw overlevering in stand te houden. 10  Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.
Let erop hoe deze huichelaars redeneerden om zich aan dit gebod te onttrekken! Jezus vervolgde:
Vers 11  Maar gij zegt: Indien een mens tot zijn vader of moeder zegt: Het is korban, dat is, offergave, al wat gij van mij hadt kunnen trekken, 12  dan laat gij hem niet toe ook nog maar iets voor zijn vader of moeder te doen. 13  En zo maakt gij het woord Gods krachteloos door uw overlevering, die gij overgeleverd hebt. En dergelijke dingen doet gij vele.
Jezus veroordeelde deze huichelaars. Zijn woorden maken volkomen duidelijk dat een christen verplicht is materiële en financiële steun aan zijn bejaarde ouders te geven, indien dat mogelijk is en de behoeften der ouders het noodzakelijk maken. Hij mag zich hieraan niet onttrekken met de bewering dat al zijn extra middelen "voor God bestemd" zijn!
Dit vormt een onderdeel van onze gehoorzaamheid aan het vijfde gebod.

Jezus' voorbeeld

Jezus Christus leefde overeenkomstig de boodschap die Hij onderwees. Zijn eigen leven is een indringende illustratie van gehoorzaamheid aan het vijfde gebod.
Vlak voor Zijn dood zei Jezus: "Ik [heb] de geboden mijns Vaders bewaard" (Joh. 15:10). Door gehoorzaamheid zowel aan Zijn hemelse Vader als aan Zijn menselijke ouders nam Jezus reeds als jongen in wijsheid en rijpheid toe.
Zelfs toen Hij stervende was, en leed onder een der afschuwelijkste martelingen die ooit door de mens zijn uitgedacht, eerde Jezus Zijn moeder en had haar tot de laatste minuut lief. Over die laatste momenten voor Zijn dood aan de paal schrijft Johannes:
Johannes 19:26  Toen dan Jezus zijn moeder zag en de discipel, die Hij liefhad, bij haar staande, zeide Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. 27  Daarna zeide Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar bij zich in huis.
Jezus trof hier een laatste maatregel voor Zijn moeder, zodat na Zijn dood Johannes voor haar zou zorgen. Op een ogenblik dat alle andere mensen alleen aan zichzelf zouden hebben gedacht, dacht Jezus aan het vijfde gebod en bewees Hij liefde en eerbied aan de vrouw die Hem ter wereld had gebracht, die Hem had gevoed en gekoesterd, Hem in de Schriften had onderwezen, en die nu op deze verschrikkelijke plaats stond en, zonder zich te schamen, bitter weende bij Zijn dood.
Denk aan het volmaakte voorbeeld van Jezus Christus! ,,Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal."

 

Hoofdstuk zes

 

HET ZESDE GEBOD

 

Wij leven in een tijdperk van haat en geweld, een tijdperk van moordende concurrentie, machtsstrijd en persoonlijke spanningen.
De naties van deze aarde – en de mensen die daartoe behoren – stellen hun denken en bewustzijn langzamerhand in op de waarschijnlijkheid van moord op grote schaal wellicht uitlopend op de zelfmoord van de wereld in haar geheel. Uiteraard heeft deze situatie een vernietigende uitwerking op de geestelijke beginselen en idealen van alle volken. Deze uitwerking is nu reeds voelbaar – op het moment dat u deze publicatie leest.
Wij zagen de zegeningen die komen door ontzag en respect voor de enige ware God, door eerbied voor Zijn naam en ambt, door het heiligen van Zijn sabbatdag en deze te houden in de ware kennis van Hem, en door het eren van onze vader en moeder in hun hoge ambt, dat een directe afspiegeling is van Gods Vaderschap en liefde voor de gehele schepping. In al deze geboden zagen wij liefde en wijsheid en zegeningen. En dat geldt eveneens voor het zesde gebod.
Te midden van donder en bliksem, en terwijl de berg Sinaï sidderde, sprak God met donderende stem het zesde gebod:
Exodus 20:13  Gij zult niet doodslaan.
Gezaghebbende bijbelgeleerden zijn het erover eens dat 'doodslaan' een correctere weergave van het oorspronkelijke, geïnspireerde Hebreeuws is dan 'doden'. Want het is mogelijk te doden zonder schuldig te zijn aan moord. En het is belangrijk te begrijpen dat het oude Israël slechts de letter van Gods wet werd gegeven, terwijl christenen verplicht zijn te leven naar de geest en de diepste bedoeling van die wet zoals deze door Christus zelf werd verheerlijkt.
Volgens de oorspronkelijke letter van de wet was het verboden met opzet te doden of te moorden. Bedenk dat in ditzelfde 'boek van het verbond', dat Israël werd gegeven, God Zijn volk gebood hen die zich aan halsmisdrijven hadden schuldig gemaakt, te doden of te executeren.
Exodus 21:12  Wie iemand zo treft, dat hij sterft, zal zeker ter dood gebracht worden. 13  Maar voor het geval, dat hij het er niet op toelegde, doch dat God het zijn hand deed overkomen, zal Ik u een plaats aanwijzen, waarheen hij kan vluchten. 14  Doch wanneer iemand misdadig handelt tegen zijn naaste en hem met list doodt, dan zult gij hem van mijn altaar weghalen, opdat hij sterve.
Vers 12 en de instructies in Numeri 35:9-34 tonen dat het niet als doodslag werd beschouwd als iemand per ongeluk werd gedood.
Numeri 35:9  En de Here sprak tot Mozes: 10  Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij over de Jordaan trekt naar het land Kanaän, 11  dan zult gij u enige steden uitkiezen, die u tot vrijsteden zullen zijn, opdat daarheen de doodslager vluchte, die onopzettelijk iemand gedood heeft. 12  En die steden zullen u tot een wijkplaats zijn tegen de bloedwreker, opdat de doodslager niet sterve, voordat hij voor de vergadering heeft terechtgestaan. 13  En de steden die gij aanwijzen zult, zullen voor u zes vrijsteden zijn. 14   Drie steden zult gij aanwijzen aan de overzijde van de Jordaan en drie steden zult gij aanwijzen in het land Kanaän; vrijsteden zullen het zijn. 15  Die zes steden zullen voor de Israëlieten en voor de vreemdeling en voor de bijwoner onder u tot een wijkplaats zijn, opdat daarheen ieder vluchte, die onopzettelijk iemand gedood heeft. 16  Maar indien hij hem met een ijzeren voorwerp zo geslagen heeft, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden. 17   En indien hij hem met een steen in de hand, waardoor iemand zou kunnen sterven, zo heeft geslagen, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden. 18  Of indien hij hem met een houten voorwerp in de hand, waardoor iemand zou kunnen sterven, zo heeft geslagen, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden. 19  De bloedwreker zelf zal de doodslager doden; wanneer hij hem aantreft, zal hij hem doden. 20  En indien hij hem in haat gestoten of met opzet naar hem geworpen heeft, zodat hij stierf, 21  of indien hij hem in vijandschap met zijn hand zo geslagen heeft, dat hij stierf, zal degene die gedood heeft, zeker gedood worden; hij is een doodslager; de bloedwreker zal de doodslager doden, als hij hem aantreft. 22  Maar indien hij hem onvoorziens, zonder vijandschap, gestoten of zonder opzet enig voorwerp naar hem geworpen heeft, 23  of achteloos een steen, waardoor iemand zou kunnen sterven, op hem heeft laten vallen, zodat hij stierf, terwijl hij hem niet vijandig gezind was noch zijn kwaad zocht, 24  dan zal de vergadering krachtens deze bepalingen recht spreken tussen degene die gedood heeft, en de bloedwreker; 25  en de vergadering zal de doodslager uit de hand van de bloedwreker bevrijden, en de vergadering zal hem naar de vrijstad doen terugkeren, waarheen hij gevlucht was, waar hij wonen zal tot de dood van de hogepriester, die men met de heilige olie gezalfd heeft. 26   Indien echter de doodslager de grens van de vrijstad, waarheen hij gevlucht was, ook maar even overschrijdt, 27  en de bloedwreker vindt hem buiten het gebied van zijn vrijstad, en de bloedwreker slaat de doodslager dood, dan zal het hem niet tot bloedschuld zijn. 28  Want in de vrijstad zal hij moeten wonen tot de dood van de hogepriester, en na de dood van de hogepriester zal de doodslager naar het land zijner bezitting mogen terugkeren. 29  Dit zal voor u als een rechtsinzetting gelden voor uw nageslacht in al uw woonplaatsen. 30  Men zal ieder, die iemand gedood heeft, volgens de verklaring van getuigen als een doodslager doden, maar een enkele getuige zal niet tegen iemand kunnen optreden in een halszaak. 31  En gij zult voor het leven van een doodslager, die des doods schuldig is, geen losgeld aannemen, maar hij zal zeker gedood worden. 32  Gij zult evenmin losgeld aannemen voor iemand die naar zijn vrijstad gevlucht is, opdat hij zou mogen terugkeren om in zijn land te wonen voor de dood van de priester. 33  Zo zult gij het land waarin gij woont, niet ontwijden, want bloed, dat ontwijdt het land, en voor het land kan ten aanzien van het bloed dat daarin vergoten is, geen verzoening worden gedaan dan door het bloed van degene, die het vergoten heeft. 34  Verontreinigt dan het land niet, waarin gij woont, in welks midden Ik mijn woonstede heb, want Ik, de Here, heb mijn woonstede in het midden der Israëlieten.
Maar ook in dit geval was doodslag duidelijk een verschrikkelijke overtreding en de onachtzame of onbewuste doodslager moest soms vele jaren in een vrijstad of toevluchtsoord blijven tot de hogepriester was gestorven.
Zoals God volgens de letter van de wet voor zware misdrijven de doodstraf gebood, zo moeten de oorlogen van Israël die in opdracht van God werden gevoerd, worden beschouwd, niet als massamoorden, maar als de tenuitvoerlegging van de goddelijke wil door menselijke instrumenten. In Deuteronomium 7:1-2 lezen wij dat God Israël rechtstreeks bevel gaf de heidense stammen in het land Kanaän uit te roeien.
Deuteronomium 7:1  Wanneer de Here, uw God, u in het land gebracht zal hebben, dat gij in bezit gaat nemen, en Hij voor u uit vele volken verdreven zal hebben, de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten, en de Jebusieten, zeven volken, talrijker en machtiger dan gij, 2  en de Here, uw God, hen aan u overgeleverd zal hebben, zodat gij hen verslaat, dan zult gij hen volkomen met de ban slaan; gij zult met hen geen verbond sluiten en hun geen genade verlenen.
Dit was geen door mensen bedachte oorlog en evenmin persoonlijke wraakneming of boosaardigheid. Het was de uitdrukkelijke wil van de Almachtige God, die leven geeft en die als enige het recht heeft te zeggen wanneer het leven moet worden genomen.
Overigens moet hier worden opgemerkt dat de geschiedenis van die tijd laat zien dat de volken die in Kanaän woonden, uiterst verdorven waren – zij verbrandden hun kinderen levend als menselijke offers aan hun heidense goden. Dit was een van de overwegingen waarom de Schepper destijds hun vernietiging beval. In al deze gevallen waarin God de mens toestond het leven van anderen te nemen, deed de mens dit uitsluitend als Gods werktuig – volgens Gods uitdrukkelijke wil.
Het was Gods oorspronkelijke bedoeling dat de mens zou leren niet te doden. En ofschoon dit in bepaalde gevallen aan het vleselijke, onbekeerde volk Israël werd toegestaan, zullen wij zien dat God nu in Zijn door de Geest verwekte kinderen het karakter ontwikkelt om lief te hebben, te dienen en leven te behouden, in plaats van het te vernietigen.

De oorsprong van het leven

Genesis 1:26  En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen
De mens ontvangt het leven van zijn Schepper. De mens gaf het niet aan zichzelf. Ook mag hij het zichzelf noch anderen ontnemen. Het leven is heilig omdat het door God is gegeven. De mens is gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God. Van alles wat tot de fysieke schepping behoort, bezit alleen de mens het soort verstand dat God bezit. God is de Heerser over alles wat er is. Maar uit menselijk vlees vormt Hij letterlijke zonen die op zekere dag in deze heerschappij zullen delen. Daarom zei God: "Opdat zij heersen..."
De mens heeft ervaring nodig teneinde het karakter dat God hem ten doel stelt te kunnen ontwikkelen. Ervaring vereist tijd. En het leven van de mens bestaat uit slechts een beperkte hoeveelheid tijd. God schonk dat leven met het verheven doel een zoon voor te bereiden om voor eeuwig in Zijn koninkrijk en gezin te zijn.
Het schenken van leven, adem en talenten omvat alles. Het is de prachtigste gave die de fysieke mens kent. Het ontnemen van leven maakt aan alles een einde. Het vernietigt op wrede en onverwachte wijze alle hoop, dromen en plannen van een mens die werd gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van de Schepper zelf.
Job 1:21  …   Naakt ben ik uit de schoot mijner moeder gekomen, naakt zal ik daarheen wederkeren. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd.
Het is een goddeloze aanmatiging door de mens van een recht dat alleen toebehoort aan God die alle leven geeft en die als enige het recht heeft dat leven weg te nemen. Daarom behoort elke vorm van moord tot de tien hoofdzonden. Het vernietigt de hoogste schepping van de Almachtige God! Het is in werkelijkheid een poging het doel van de grote soevereine Heerser van het universum te verijdelen! God is de Schenker van alle leven. En de nietige, sterfelijke mens heeft volstrekt niet het recht Gods grootste gave aan te tasten!

De toepassing van het gebod

Jesaja 42:21  De Here had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven.
Jezus Christus kwam hier op aarde om de beschermende en uitgaande liefde van Gods wet te onderwijzen. Jezus richtte als het ware een schijnwerper op de Tien Geboden, en toonde de ware geestelijke bedoeling en betekenis ervan in het ware christelijke leven. Jezus zei:
Mattheus 5:21  Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht. 22  Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt: Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.
Hier wordt doodslag teruggevoerd naar de bron ervan: haat en boosheid. Christus zei dat indien het hart van een van Zijn onderdanen van persoonlijke boosheid is vervuld, zo iemand ernstig gevaar loopt te worden berecht. Leidt iemands boosheid hem tot diepe afkeer en minachting van zijn medemens, dan loopt hij gevaar te "vervallen aan de Hoge Raad" – door God te worden gestraft. Wie in verbittering en hoon "dwaas" tegen iemand zegt, loopt gevaar te "vervallen aan het hellevuur".
Dit is hoe Jezus Christus het zesde gebod toepast jegens u en mij. Indien wij haat en boosheid in ons hart koesteren, dan koesteren wij de geest van moord. De daad volgt op de gedachte. Eerst denken wij, dan doen wij! De Geest van Christus leidt ons niet alleen tot beheersing van onze daden, maar ook tot beheersing van onze gedachten en onze houding. Het Nieuwe Verbond is voor een deel het proces dat God Zijn wet in ons hart en verstand schrijft.
Hebreen 8:10  Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
God zei door Paulus:
Romeinen 12:19  Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.
De mens is niet in staat wraak te nemen met de juiste wijsheid en rechtvaardigheid jegens alle betrokkenen. Alleen God heeft de wijsheid, de macht en het recht op menselijke wezens wraak te nemen, zonodig met toepassing van de doodstraf. De ware christen moet leren dat God werkelijkheid is – en dat Gods bescherming en wraak even werkelijk zijn!
Hoe moet u dan uw vijanden behandelen?
Vers 20  Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen. 21  Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Het vereist een sterk karakter uw medemens te helpen en te dienen, wanneer hij een rechtstreekse poging heeft gedaan u kwaad te doen! Het vereist de geestelijke wijsheid te beseffen dat hij een medemens is, geschapen naar het beeld van God, tijdelijk misleid in zijn denken en handelen.

De grootste misdaad der mensheid

Wellicht de grootste internationale misdaad van de mensheid is de gesel van oorlog. Miljoenen naar Gods beeld geschapen mensen zijn in de loop der eeuwen meedogenloos vermoord in onnodige, zinloze, krankzinnige oorlogen, die in de meeste gevallen volslagen mislukten in het bereiken van het doel waarvoor ze werden gevoerd!
De geest van Gods wet, zoals die door Jezus Christus is verheerlijkt, is geheel gekant tegen iedere vorm van oorlog! Bijna alle waarlijk grote godsdienstige en politieke leiders van de wereld erkennen de volslagen nutteloosheid van oorlog. Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verklaarde paus Pius XII: "Alles wordt bereikt door vrede; door oorlog wordt niets bereikt." Een der meest gerespecteerde staatslieden en militaire leiders van de vorige eeuw, generaal Douglas MacArthur, verklaarde: "Vanaf de vroegste tijden heeft de mens naar vrede gezocht … Militaire allianties, machtsevenwicht, verbonden tussen volken, alle hebben op hun beurt gefaald, waardoor alleen de weg van de vuurproef van oorlog openbleef. De totale vernietiging door oorlog heeft dit alternatief nu uitgeschakeld. Wij hebben onze laatste kans gehad. Als wij niet een machtiger en meer onpartijdig systeem ontwerpen, staat Armageddon voor de deur. Het probleem is in wezen theologisch en vereist een geestelijke opleving en verbetering van het karakter van de mens om gelijke tred te houden met onze haast onvergelijkelijke vooruitgang in wetenschap, kunst, literatuur en alle materiële en culturele ontwikkelingen van de afgelopen 2.000 jaar. Het moet uit de geest komen willen wij het vlees redden."
De "laatste kans" van de mensheid is zich te bekeren van de zonde van oorlog voordat menselijke vernietiging ieder spoor van leven van deze planeet wegvaagt! Generaal MacArthur erkende dat het probleem waarvoor wij staan theologisch is: het is een christelijk probleem, dat verband houdt met het werkelijk kennen van de ware God! Hij zei voorts dat er "verbetering van het karakter van de mens" is vereist.
De grootste staatsman aller tijden was Jezus Christus. Hij was de Woordvoerder van de regering of het Koninkrijk van God. Christus zei:
Mattheus 5:43 (Statenvert.)  Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten. 44  Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen.
In de wereld van vandaag bestaat er heel wat zeer gerespecteerd, beschaafd en ontwikkeld heidendom met de benaming 'christendom'. Maar is dit hoog ontwikkelde heidendom ook in staat deze duidelijke woorden van Jezus Christus aan te horen zonder te erkennen dat Zijn leven, Zijn leer en Zijn geest het diepste wezen van oorlog veroordelen? Er zijn meer mensenlevens vroegtijdig afgesneden, er is meer lijden geweest, er zijn meer gezinnen verwoest en kapotgemaakt, meer tijd en bezittingen totaal verspild door de gesel van oorlog dan door enig ander middel in de geschiedenis der mensheid! En oorlog heeft de problemen van de mens nooit opgelost, of blijvende vrede gebracht. Integendeel, oorlog veroorzaakt steeds meer oorlog!
Mattheus 26:52  Toen zeide Jezus tot hem: Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.

De bijbelse leer

Jezus Christus kwam in deze wereld als boodschapper van de regering of het koninkrijk van God. Hij mengde zich niet in de politiek of de oorlogen van deze wereld. Toen Hij voor Pontius Pilatus terechtstond, verklaarde Hij:
Johannes 18:36  Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier.
Zoals gezegd heeft alleen God die het leven gaf, het recht dat leven te nemen. Bijgevolg heeft alleen God het recht oorlog te voeren! En, zoals Jezus onderwees, God wenst niet dat Zijn kinderen in dit tijdperk voor Hem oorlogvoeren.
Jezus zei dat Zijn dienaren voor Hem zouden strijden indien Zijn Koninkrijk van deze wereld was. Maar dat is het niet.
Door de apostel Jakobus laat God zien dat oorlog voortkomt uit een geestesgesteldheid die precies het tegendeel is van die welke Hij van Zijn dienstknechten verlangt:
Jakobus 4:1  Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? 2  Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt.

Gods regering zal aan oorlog een eind maken

Jezus Christus kwam om het goede nieuws van Gods regering of heerschappij te prediken. Die heerschappij is gebaseerd op de Tien Geboden – Gods geestelijke wet. Jezus verheerlijkte deze wet en toonde de geestelijke intentie en het doel ervan.
Hij leerde dat ook als wij onze broeder alleen maar haten, wij geestelijk schuldig zijn aan moord! Jezus leerde dat de mensen Gods wetten moeten gehoorzamen en zich op Zijn komende Koninkrijk moeten voorbereiden door zich zo open te stellen dat Gods wetten – Gods karakter – in hen kunnen worden geplaatst.
Micha 4:1  En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, 2  en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.
Wanneer weldra Gods regering hier op aarde zal zijn gekomen, zal Zijn wet uitgaan als de gedragsnorm voor alle volken. In die tijd zal alleen God oorlogvoeren teneinde rebellerende naties in volmaakte wijsheid en rechtvaardigheid te straffen. En wat de volken van de wereld zelf betreft?
Vers 3 En Hij zal richten tussen vele volkeren en rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.
Oorlog impliceert het leren haten en doden. Niet langer zullen jonge mannen worden gedwongen een houding te leren aannemen die in lijnrechte tegenstelling staat tot de heerschappij van Gods wet van liefde.
Dwight D. Eisenhower zei eens: "De hoop van de mens op wereldvrede schuilt niet in elkaar vijandige legerkampen, maar in een idee. Deze idee is een op wetten gebaseerde regel als het middel om geschillen tussen soevereine staten bij te leggen." Of deze voormalige president het zich realiseerde of niet, hij deed duidelijk uitkomen dat slechts de regering van God, gebaseerd op Gods wetten, de problemen van mensen en naties zal oplossen!
Maar ondertussen moeten ware christenen werken en bidden voor Gods Koninkrijk van vrede, en wij moeten beseffen dat de geest van oorlog de geest van moord is, en wij dienen deze geest met al onze kracht te vermijden.
In een rede voor de Volkenbond bracht dr. Harry Emerson Fosdick deze gedachte op zeer indringende wijze onder woorden: "Wij kunnen Jezus Christus en oorlog niet met elkaar verzoenen – dat is de kern van de zaak. Dit is de uitdaging, die vandaag het geweten van alle christenen zou moeten wakkerschudden. Oorlog is de reusachtigste en meest vernietigende maatschappelijke zonde die de mensheid teistert; oorlog is volkomen en onveranderlijk onchristelijk; in middelen en uitwerking betekent oorlog alles wat Jezus niet bedoelde en betekent niets van wat Hij wel bedoelde; het is een openlijker ontkenning van iedere christelijke doctrine betreffende God en de mens dan wat alle theoretische atheïsten op aarde ooit konden bedenken. Het zou de moeite waard zijn, nietwaar, te zien dat de christelijke kerk deze grootste morele kwestie van onze tijd tot de hare zou maken, te zien dat zij weer eens, als in de dagen van onze vaderen, een duidelijke maatstaf zou geven tegen het heidendom van deze huidige wereld en, in een weigering haar geweten ter beschikking te stellen aan oorlogszuchtige staten, het koninkrijk van God boven nationalisme zou plaatsen en de wereld tot vrede zou oproepen. Dat zou niet de ontkenning van vaderlandsliefde zijn, maar de apotheose ervan."
De kern van de zaak is dat Jezus Christus tegen de geest van moord in iedere vorm is. Hij is tegen oorlog – en eens zal Hij er voor altijd een eind aan maken! Hij is tegen alle boosaardigheid en afgunst en haat. Jezus Christus onderwees de waardigheid van de mens en de heiligheid van het menselijk leven, dat is "geschapen naar Gods beeld".
En de grote Vader van Jezus Christus, de Almachtige God, die vanaf Zijn troon in de hemel het universum bestuurt, die God zegt met donderende stem in een tijd van geweld en rebellie: "Gij zult niet doodslaan."

 

Hoofdstuk zeven

 

HET ZEVENDE GEBOD

 

Is 'seksueel bij elkaar passen' het allerbelangrijkste in het huwelijk? In deze tijd van uiteengevallen gezinnen, jeugdcriminaliteit en moderne psychologie zullen velen deze vraag bevestigend beantwoorden.
Het blijft echter een feit dat hoe meer 'moderne' theorieën over het huwelijk in praktijk worden gebracht, hoe sneller het aantal echtscheidingen toeneemt en hoe meer kinderen gedoemd zijn op te groeien zonder de zegen van een stabiel, gelukkig gezin. Het is een pijnlijk feit dat steeds meer huwelijken eindigen in de rechtszaal.
De huwelijken eindigen – maar leed, angst en verdriet eindigen niet. Voor de kinderen uit gebroken gezinnen beginnen dan pas de jaren van frustratie en leegte.
Is er voor het huwelijk een wezenlijke betekenis die de moderne mens moet leren begrijpen? Bestaan er door God gegeven wetten en principes die een christelijk huwelijk kunnen beschermen, het gelukkig kunnen maken en het een doel kunnen geven?

Het zevende gebod

God de Schepper heeft twee van Zijn tien grote geestelijke wetten – de Tien Geboden – gewijd aan de bescherming van de verhoudingen binnen het gezin. De eerste daarvan is al behandeld: "Eer uw vader en uw moeder..."
De andere wet die rechtstreeks op het gezin betrekking heeft, is opgenomen in het zevende gebod:
Exodus 20:14  Gij zult niet echtbreken.
De Almachtige God gaf dit gebod om de eer en de heiligheid van het huwelijk te beschermen. Onmiddellijk na het zesde gebod, dat de heiligheid van het menselijk leven duidelijk maakt, geeft God deze wet teneinde de hoogste aardse relatie te waarborgen. Want huwelijk en gezin vormen het fundament van elke welvoeglijke maatschappij. De woorden van het gebod verbieden rechtstreeks echtbreuk als schending van de heilige rechten van de huwelijksrelatie. De geest van dit gebod maakt duidelijk dat elk onkuis gedrag vóór het huwelijk schade berokkent aan het toekomstige huwelijk, terwijl ontrouw vóór het huwelijk evenzeer een schending van het gebod is als overspel na de huwelijkssluiting.
In de huidige toegeeflijke tijd is het belangrijk ons ervan bewust te zijn dat God heeft beloofd hen die dit gebod overtreden met de doodstraf te belonen.
Leviticus 20:10  En een man, die echtbreuk pleegt met iemands vrouw, echtbreuk pleegt met de vrouw van zijn naaste, zal zeker ter dood gebracht worden; zowel de overspeler als de overspeelster.
Het zevende gebod betreft in principe ook alle andere vormen van onwettige seks, met inbegrip van mannelijke en vrouwelijke homoseksualiteit – tegenwoordig een in de Westerse wereld veel voorkomende gruwelijke zonde die eveneens de doodstraf opleverde.
Leviticus 20:13  Een man die gemeenschap heeft met iemand van het mannelijk geslacht, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw, beiden hebben een gruwel gedaan, zij zullen zeker ter dood gebracht worden, hun bloedschuld is op hen.
Ook in het Nieuwe Testament zegt God:
Romeinen 6:23  Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood
Waarom is echtbreuk een zo grote zonde dat de doodstraf erop staat, en naar het oordeel van God zelfs de eeuwige dood in de poel des vuurs – tenzij men er werkelijk berouw over heeft? Het antwoord luidt: het huwelijk is in Gods ogen iets wat dermate kostbaar, rechtvaardig en heilig is, dat het niet mag worden bezoedeld! In deze tijd van ongelukkige huwelijken en gebroken gezinnen is het buitengewoon belangrijk de betekenis van het huwelijk en het grote doel ervan in Gods plan te begrijpen.

Het doel van het huwelijk

Het is onmogelijk de ware betekenis van het huwelijk te begrijpen als men niet eerst inziet dat seks en het huwelijk door God zijn gegeven en door God zijn ingesteld. Door God buiten beschouwing te laten – zoals deze moderne tijd doet – wordt de huwelijksband tot een louter dierlijke aangelegenheid gedegradeerd. Let op Gods doelstelling toen Hij man en vrouw schiep!
Genesis 2:18  En de Here God zeide [toen Hij nog alleen de man had geschapen]: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past.
God zag dat de mens in zichzelf onvolledig is en besloot daarom "hem een hulp [te] maken, die bij hem past", die voor hem geschikt is, iemand met wie de man werkelijk zijn leven zou kunnen delen.
Het eerste en voornaamste doel van het huwelijk is man en vrouw volledig te doen zijn. Elk van hen is zonder de ander onvolledig. De man alleen was niet in staat te beantwoorden aan het doel waartoe God hem schiep; hij was niet in staat de lessen in karaktervorming te leren die God voorhad. Daarom schiep God de vrouw als een "hulp" voor de man. En in deze scheppingsdaad liet God zien dat zij bestemd waren als man en vrouw in één vleselijke gemeenschap samen te leven, teneinde alles in dit leven met elkaar te delen en aldus hun bestaan, althans in fysiek opzicht, zinvol en volledig te doen zijn.
Het tweede doel van seks en huwelijk is het verwekken en opvoeden van kinderen.
Genesis 1:28  En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
Het verwekken van kinderen brengt de verantwoordelijkheid voor hun veiligheid en opvoeding met zich mee. Een evenwichtig, gelukkig gezin en huwelijk zijn onontbeerlijk voor het op de juiste wijze grootbrengen en opvoeden van kinderen. God gebiedt:
Spreuken 22:6  Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.
Het gezin is de basis van elke gezonde samenleving! De lessen in karaktervorming die in het gezin worden geleerd – geduld, begrip, vriendelijkheid – betreffen eigenschappen die God voor alle eeuwigheid in de mens wil zien; en de gezinsrelatie vormt een der beste omstandigheden waarin deze eigenschappen kunnen worden verworven!
Beter dan waar ook worden de lessen in fatsoen, loyaliteit en verantwoordelijkheidsbesef geleerd in een gelukkig en evenwichtig gezin.
En daarom is, behalve het volledig doen zijn van de mens en het verwekken en opvoeden van kinderen, een derde belangrijk doel van seks en huwelijk de vorming van karakter binnen het gezin en de gezinsrelaties. Het koninkrijk en de wet van God zijn op liefde gebaseerd. Jezus zei: "Het is zaliger te geven dan te ontvangen" (Hand. 20:35). Om Gods wet inzake het huwelijk te gehoorzamen, moeten man en vrouw zich letterlijk in elke fase en elk aspect van hun bestaan aan elkaar overgeven.

Het huwelijk als beeld van Christus en Zijn Gemeente

De huwelijksvereniging zoals deze door God is ingesteld, is heilig. Het huwelijk is zo heilig, dat de Almachtige God het in Zijn Woord gebruikt als type van de relatie tussen Christus en Zijn Gemeente! Lees Efeze 5:22-24:
Efeze 5:22  Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, 23  want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. 24  Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.
Hier laat God zien dat in het christelijke gezin de vrouw zich moet onderwerpen aan haar echtgenoot als het hoofd van dat gezin, precies zoals zij moet leren zich voor alle eeuwigheid aan Christus zelf te onderwerpen! In deze heilige verhouding leert zij de les van eeuwige trouw!
Vervolgens worden de mannen toegesproken:
Vers 25  Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft. Vers 28  Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
Jezus Christus diende, hielp en beschermde Zijn Gemeente, leidde haar op, en uiteindelijk gaf Hij Zichzelf voor haar. Evenzo moet een man zijn vrouw beschermen, onderhouden, leiden, aanmoedigen, beminnen en zich aan haar overgeven! Een christelijke echtgenoot behoort het hoofd van zijn gezin te zijn. Hij moet die functie evenwel gebruiken om zijn vrouw en kinderen te dienen en te beschermen, te leiden en gelukkig te maken. De Almachtige God stelt hem aansprakelijk voor het op de juiste wijze vervullen van de functie van gezinshoofd!
Met het oog op deze grote les en dat grote doel van het huwelijk zegt God:
Vers 31  Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn.
In de huwelijksvereniging worden man en vrouw één. Hun verhouding moet een beeld zijn van de eeuwige, liefdevolle en dienende relatie tussen Christus en Zijn Gemeente. Daarom mag er niets tussen hen komen. De les van het huwelijk leert ons eeuwige trouw aan Jezus Christus als ons Hoofd! Scheiden van de ons door God geschonken partner betekent dat wij falen de les te leren die God ons juist in het huwelijk wilde laten leren. Het is een verwijt aan de Almachtige God, want het loochent Zijn wijsheid bij het instellen van het huwelijk teneinde ons waarlijk tot "één vlees" met onze partner te maken!
Hoe kunnen wij ooit voor alle eeuwigheid trouw zijn aan de levende God, indien wij egoïstisch weigeren trouw te zijn aan de partner aan wie wij in dit leven voor slechts weinige jaren zijn verbonden, en verzuimen in het heilige huwelijksverbond de lessen te leren in geduld, vriendelijkheid, lankmoedigheid, zelfbeheersing, liefde en trouw?

Het onderwijs van Jezus Christus

Het wordt nu steeds duidelijker waarom Jezus Christus de duurzaamheid van de huwelijksbelofte onderwees.
Toen de hypocriete Farizeeërs Jezus vroegen waarom Mozes in de dagen van het Oude Testament echtscheiding toestond, antwoordde Hij:
Mattheus 19:8  Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. 9  Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk.
Echtscheiding brengt echtscheiding voort! Door slechts een ogenblik na te denken zal men zich te binnen brengen dat de thans algemeen voorkomende echtscheiding nog maar vijftig jaar geleden iets volslagen ongehoords was. De religieuze leiders van die tijd en daarvoor waarschuwden ons dat indien echtscheiding eenmaal werd getolereerd, geen enkele macht krachtig genoeg zou zijn om haar binnen de perken te houden. Vandaag zien wij de waarheid van deze waarschuwing! Wij zien nu het droevige en rampzalige verschijnsel dat steeds meer huwelijken 'eenvoudig' worden beëindigd.
En na de echtscheiding, wat dan?
Het staat vast dat de meeste gescheiden mensen een tweede partner zoeken en velen vinden zelfs een derde of een vierde partner om een verlangen te bevredigen waarvan God wilde dat het zou worden gegeven en ontvangen in het heilige huwelijk met hun eerste partner – die meestal nog in leven is wanneer het volgende huwelijk wordt gesloten.
Dit is een jammerlijke toestand en een nationale schande! Ofschoon God in bepaalde gevallen echtscheiding toestaat, is het veel beter dat elke huwelijkspartner leert de ander te helpen, te dienen en te vergeven, en aldus de geheiligde huwelijksband in stand te houden. Jezus' uitzondering op de regel, "om een andere reden dan hoererij [porneia]" in Mattheus 19:9, dient uitsluitend als een laatste middel en zelfs dan nog na veel gebed, overleg en oprechte pogingen het huwelijk te redden. En ditzelfde geldt voor een christen als de apostel Paulus toestaat te hertrouwen nadat deze door een onbekeerde partner is verlaten (1 Cor. 7:15).

Het huwelijk is door God ingesteld

Wij zien dat het huwelijk niet iets is wat eenvoudig is voortgevloeid uit de overwegingen en de geleidelijke beschaving van de mens. Nee, het huwelijk werd ingesteld door de Schepper-God. Hij stelde het in als een heilig verbond dat de eeuwige trouw tussen Christus en Zijn Gemeente uitbeeldt!
En iedere vorm van echtbreuk is zo totaal verkeerd en zondig omdat het huwelijk in de ogen van de Almachtige God zo heilig is. Echtbreuk is niet alleen een vergrijp jegens de benadeelde man of vrouw; het is evenzeer een vergrijp jegens hun gezin en kinderen. Het is een vergrijp jegens de maatschappij, want het tast het fundament van de maatschappij aan. Maar bovenal is het een vergrijp jegens God zelf en jegens een door Hem gewijde instelling.
In de Westerse wereld zoekt een samenleving die God afwijst tegenwoordig maar al te vaak een Hollywoodachtig, romantisch ideaal in het huwelijk. Daarbij worden mannen en vrouwen er op een geraffineerde manier toe aangezet de huwelijksband te verbreken, als hun egoïstische, sensuele begeerten niet worden bevredigd door de vrouw of man van hun jeugd. In een maatschappij waarin het huwelijk aldus is gedegradeerd, verzuimen zij de basislessen in karaktervorming te leren die het huwelijk kan en moet onderwijzen: een onbaatzuchtige zorgzaamheid voor de partner, geduld, mededogen, nederigheid, dienstvaardigheid en blijvende trouw. Bovendien verzuimen zij te denken aan het lijden en het verdriet van de kinderen uit hun eerste huwelijk en zich te bekommeren om de onherstelbare schade die aan hun leven en geest wordt toegebracht, en die zal worden overgedragen op komende generaties en huwelijken.
Al staat God toe dat sommige huwelijken en gezinnen door echtscheiding worden verbroken, het is iets dat onze Schepper verafschuwt.
Maleachi 2:16  Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israël…
En:
Vers 14  En dan zegt gij: Waarom? Omdat de Here getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is.
Er bestaat dus niet de geringste twijfel dat God echtscheiding verafschuwt – zelfs wanneer Hij die toestaat. Teneinde de lessen te leren die God met het huwelijk beoogt, moeten ware christenen ernaar streven hun partner letterlijk "aan te hangen", lichamelijk, geestelijk en in levenshouding. Zij moeten er oprecht naar streven elkaar te begrijpen, in alle openheid en met vreugde elkaars plannen, hoop en idealen delen. Dan zullen zij, met Gods hulp, elke overspelige en wellustige gedachte die bij hen opkomt weten te vernietigen.
De zonde van wellust is beter te begrijpen wanneer u zich realiseert hoe rechtvaardig en heilig het juiste gebruik van seks in het huwelijk is in de ogen van de Almachtige God, de Schepper. Het proces van overspel en het proces van echtscheiding en hertrouwen beginnen gewoonlijk in het hart. Let op wat Jezus Christus over dit punt zei bij Zijn verheerlijking en heiliging van Gods wet:
Mattheus 5:27  Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken. 28  Maar Ik zeg u: Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.
Jezus onderwees dat u het zevende gebod schendt wanneer u zich met nog slechts gedachten van seksuele begeerte jegens een ander mens bezighoudt. De daad volgt op de gedachte! Maar ook als de fysieke daad niet volgt, is de gedachte zondig. Het is daarom een onderdeel van de ontwikkeling van christelijk karakter dat ieder Godvrezend mens leert zijn gedachten te beheersen en weg te voeren van alle wellust en onwettige begeerten.
Ondertussen legt de industrie die de meest realistische, levensechte media beheerst waardoor jonge mensen worden beïnvloed en tot actie aangezet – film en televisie –, in steeds meer producties de nadruk op seks of geweld of op een combinatie daarvan.
De hedendaagse maatschappij betaalt echter een verschrikkelijke tol voor deze wijdverbreide zonden en gruwelen! Steeds meer gezinnen worden in verdriet en ellende gestort als gevolg van overspelige betrekkingen van één of beide echtgenoten. Een toenemend aantal gezinnen valt door echtscheiding uiteen. Steeds meer kinderen blijven achter zonder de liefde en leiding van beide ouders! En onwettige seksuele gemeenschap vóór het huwelijk – door God 'ontucht' genoemd – wordt momenteel een ware epidemie onder de jonge mensen in de maatschappij van vandaag.
Toch is dit allemaal schending van het zevende gebod!
Deze jonge mensen, die afbreuk doen en schade toebrengen aan het geluk van hun toekomstige huwelijk door onwettige seks vóór dat huwelijk, benadelen in ernstige mate hun gehele toekomst in dit huidige leven. Tenzij zij berouw hebben en deze verderfelijke praktijk staken, zullen zij God door een eeuwige noodzaak dwingen hen uit te sluiten van Zijn Koninkrijk en het eeuwige leven en geluk.
1 Corinthe 6:10  Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
Gods wetten zijn altijd ten behoeve van ons eigen welzijn en dat van de mensen om ons heen. Ze moeten worden gehoorzaamd. Wij zouden moeten vrezen te worden gerekend tot "de verfoeilijken" en "de hoereerders" wier "deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood" (Openb. 21:8)!

Gehoorzaam het zevende gebod

Aan hen die tot ontucht of overspel worden verleid geeft God enkele zeer belangrijke adviezen. In deze tijd van seksuele prikkeling en wellust is het van onschatbaar belang deze adviezen ter harte te nemen, indien men het Koninkrijk van God en het eeuwige leven wil binnengaan. God zegt:
"Vliedt de hoererij [of de ontucht]" (1 Cor. 6:18). Hij zegt niet dat u uw gedachten moet bezighouden met verkeerde seksuele ideeën of wensen. Hij zegt niet dat u zich moet afzonderen met de partner van een ander, of met een ongehuwd persoon met wie u seksueel in verzoeking zou kunnen komen. Hij zegt niet dat u naar films en tv-uitzendingen moet kijken of boeken moet lezen die seksuele begeerten stimuleren.
God zegt wel zo ver als maar enigszins mogelijk is van al deze dingen vandaan te blijven! Hij zegt dat u moet wegrennen – moet vluchten – voor elke verleiding tot seksuele zonde. Seks is geen speelgoed om mee te experimenteren. Het moet worden gezien als een door God geschonken zegen in de heilige echtvereniging die de Schepper zelf heeft ingesteld. Men dient er altijd met eerbied aan te denken, en het te beschouwen als een uiting van onzelfzuchtige liefde in een christelijke verbintenis, die een beeld is van de eeuwige trouw tussen Christus en Zijn Gemeente!
Deze generatie heeft er dringend behoefte aan de les van blijvende trouw in huwelijk en gezin te leren! Zowel naar de letter als naar de geest dient zij Gods zevende gebod te gehoorzamen: "Gij zult niet echtbreken."

 

Hoofdstuk acht

 

HET ACHTSTE GEBOD

 

Nadat de God des hemels vanaf de berg Sinaï met donderende stem de geboden had uitgesproken aangaande de ware aanbidding van Hem, en de wetten die de meest heilige zaken van de mens beschermen – het gezin, het huwelijk en het menselijk leven zelf – gaf God het achtste gebod. Dit is Gods wet waardoor alle particuliere eigendommen en bezittingen worden beschermd:
Exodus 20:15  Gij zult niet stelen.
Omdat de mensen niet geloven dat de God die dit gebod gaf werkelijk bestaat, en niet vrezen Zijn wetten ongehoorzaam te zijn, is er meer letterlijke diefstal dan ooit. Wij overtreden het achtste gebod evenwel ook op honderden andere manieren door een verwaterd stelsel van morele wetten.
Na de bespreking van een of ander laag plan om een concurrent of een klant te bedriegen, halen zakenlieden de schouders op en zeggen: "Ach, dat is gewoon zakendoen." Of na een vergadering over onjuist meten, slechte kwaliteit of misleidende reclame zal een zakenman opmerken: "Wat maakt het uit? Als ik het niet doe, doet een ander 't wel." Er wordt heel wat uitgedacht om wetten en regels oneigenlijk te gebruiken of te misbruiken om zichzelf te verrijken. Bij het bedriegen van de overheid of bij het doen van valse belastingaangifte sust men zijn geweten meestal met de woorden: "Laat de regering maar wat zuiniger aan doen. Ze pikken toch al te veel geld in. Dus wat geeft het?"
Ja, wat geeft het? Dat is toch "gewoon zaken doen"?
Welnu, het zijn toevallig ook zaken die God aangaan – en Hij heeft een wet in werking gesteld die luidt: "Gij zult niet stelen."
Wanneer u Gods wet schendt, schendt zij u! Want Gods wetten zijn levend en actief – evenals de wet van de zwaartekracht. Wanneer u ze overtreedt, volgt automatisch de straf.

Het recht op eigendom

Overeenkomstig Gods Woord en Zijn wet bestaan er slechts twee rechtmatige manieren om in het bezit van iets te komen. De eerste is door een schenking – of een erfenis – van een ander mens, dan wel van God zelf. De tweede is door eerlijke arbeid, waardoor iets als rechtmatige terugbetaling wordt verkregen. Iedere andere manier is diefstal: iets wegnemen wat een ander toebehoort.
Het achtste gebod erkent het rechtmatig verwerven van bezit en verbiedt diefstal. Het is belangrijk hierbij op te merken dat het achtste gebod in principe alle vormen van communisme verbiedt die het recht van de mens op eigendom afwijzen. Tevens verbiedt dit gebod internationale diefstal, waarbij regeringen met toepassing van geweld eigendommen en bezittingen van hun eigen onderdanen of die van andere naties verbeurdverklaren en stelen. En tot onze voortdurende schande moet worden gezegd dat wat dit betreft alle naties schuldig zijn aan het schenden van Gods wet!
De mensen leren tegenwoordig op enorme schaal en in georganiseerd verband te stelen. Niet alleen pikken zij duizenden artikelen uit warenhuizen, winkels, scholen en zelfs kerken, maar ook organiseren jonge mensen regelmatig ingewikkelde systemen van bedrog bij proefwerken en examens op scholen en universiteiten. Omdat men daar in het algemeen niet al te ongerust over is, verbreidt deze praktijk zich ongehoord snel. Maar wat deze jonge mensen wellicht niet is verteld, is dat zij door dit bedrog op een onrechtmatige wijze voor een examen slagen of een bevoegdheid verwerven – en dat is stelen. Het is een directe schending van het achtste gebod van God!
De industrieel of winkelier die onjuiste maten en gewichten gebruikt, of die een slechte kwaliteit of ondeugdelijk werk levert om het publiek te bedriegen, is even schuldig aan schending van het achtste gebod als een gewone dief! Hij probeert meer voor zijn product te krijgen dan wat hem rechtmatig toekomt. Gelet op de onrechtmatige winsten die hij hoopt te maken, probeert hij iets extra's voor niets te krijgen. In principe doet hij niets anders dan stelen! In hoeveel duizenden gevallen dit type wetteloosheid en bedrog wordt toegepast weet God alleen.

Diefstal door misleidende reclame

Een van de grootste commerciële zonden van onze tijd is de algemene praktijk van misleidende reclame. Men brengt de consument in de verwachting dat bijvoorbeeld een bepaalde 'pil' hem zal doen afvallen of aankomen, zijn potentie zal vergroten, zijn dunner wordend haar zal genezen, of wat ook het geval mag zijn. En in de meeste gevallen is die bewering zonder enige twijfel een verdraaiing van de feiten.
Een dergelijke handelwijze is in feite stelen van mensen die geld uitgeven om het beloofde resultaat te bereiken.
In veel gevallen worden de slachtoffers van een dergelijk grootscheeps bedrog niet alleen van hun geld beroofd, maar tevens van hun gezondheid, geluk en gemoedsrust. Menig 'gerespecteerd' zakenman of maatschappelijk leider heeft zijn positie grotendeels bereikt door soortgelijke massale misleiding en diefstal!
Onze naties en volken dienen de ogen te openen! Al kan men een zonde aan de buitenkant als 'respectabel' doen voorkomen, vergeet niet dat God de ware Rechter is.
De Almachtige zegt:
1 Corinthe 6:9  Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? 10  Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
Laat er geen misverstand over bestaan, het is Gods wil dat Zijn dienstknechten voorspoedig zijn in materiële rijkdom zolang zij deze op eerlijke wijze verwerven en niet hun zinnen erop zetten. De apostel Johannes schreef: "Geliefde, ik bid, dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wel gaat" (3 Joh. 1:2).

Bezoedelde welvaart

Bovendien moeten wij ons realiseren dat de rijkdom van een industrieel die is bezoedeld door een onnodig hoog aantal dodelijke bedrijfsongevallen in zijn fabrieken, onrechtvaardig verkregen winst is, en in het licht van Gods wet is hij gebrandmerkt als een dief, zo niet als een moordenaar!
Het beginsel van het achtste gebod wordt in de verhouding tussen kapitaal en arbeid keer op keer geschonden. Jakobus werd geïnspireerd de oneerlijke werkgever te waarschuwen:
Jakobus 5:4  Zie, het loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot [dat is de Here der heerscharen, waarmee Hij Zijn macht en kracht aanduidt, die Zijn oordeel nog verschrikkelijker maken].
Het is evenzeer waar dat menige werknemer zijn werkgever berooft! Hij doet dit door zijn loon in ontvangst te nemen zonder er een eerlijke, volwaardige arbeidsprestatie tegenover te stellen. En dat is stelen!
De werknemers in de Westerse wereld, die een overmatig deel van hun arbeidstijd doorbrengen met 'koffiepauzes' en 'rookpauzes', zijn er de oorzaak van dat onze industrieën in de wereldomvattende handelsoorlog van tegenwoordig ernstig worden benadeeld. Dit gebrek aan productiviteit is van invloed op het lot van de Westerse volken!
Het achtste gebod van de Almachtige God bevat een boodschap voor zowel kapitaal als arbeid. Voor het kapitaal: "Een eerlijk dagloon voor een dag eerlijke arbeid." Voor de arbeid: "Een dag eerlijke arbeid voor een eerlijk dagloon."
Het stelen van een medemens is evenwel niet het enige principe dat in het achtste gebod ligt besloten. God is eigenaar van veel meer bezit dan enig mens.
Haggai 2:9  Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der heerscharen.

Stelen van God

In Maleachi 3, waar God spreekt tot het hedendaagse Jakob of Israël (vers 6), verklaart Hij:
Maleachi 3:8  Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing.
Hier beschuldigt God de Westerse volken van deze tijd ervan dat zij hun Schepper en Zijn Werk beroven! Geen wonder dat er zo weinig ware religie op aarde is overgebleven! Geen wonder dat er zoveel verwarring en bedrog is in de naam van het christendom!
God vervolgt:
Vers 9  Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. 10  Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.
Dit is een krachtige uitdaging van de Almachtige God!
God zegt dat Hij u zal zegenen wanneer u – volgens Zijn gebod – door geloof in Hem en in Zijn Woord begint tienden te betalen. Er kunnen letterlijk honderden voorbeelden worden genoemd waaruit blijkt dat God inderdaad de tiendenbetaler zegent, ook in materieel opzicht. Hij doet dit niet altijd onmiddellijk. Wellicht moet u Hem eerst enige tijd gehoorzamen en geloof tonen. Maar als u Hem dient, Hem gehoorzaamt, Hem vertrouwt, zal God Zijn deel van de overeenkomst uitvoeren. Uw zegen zal zeker komen!

De positieve toepassing van het gebod

De positieve toepassing van het achtste gebod vindt men in de nieuwtestamentische brief aan de Efeziërs.
Efeze 4:28  Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.
Enerzijds wordt in deze passage stelen veroordeeld. Anderzijds worden werken en geven geschetst als de levenswijze die door de positieve toepassing van Gods gebod wordt voorgeschreven.
Eigendom en bezit moeten worden verworven door eerlijke arbeid – niet louter om persoonlijke verlangens en behoeften te bevredigen, maar opdat eventuele overvloed vrijwillig aan een broeder in nood wordt geschonken. De diepste intentie en geest van Gods wet impliceren dat iemand niet alleen steelt door zich iets van een ander toe te eigenen, maar evenzeer door te weigeren arbeid te verrichten teneinde de vruchten daarvan met anderen, die in nood verkeren, te delen! De ware christen behoort bij te dragen in de noden der heiligen en zich toe te leggen op gastvrijheid (Rom. 12:13). Als Gods verwekte kinderen moeten wij worden als Hij (Matth. 5:48). En Jezus zei: "Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook" (Joh. 5:17).
De positieve les van het achtste gebod is ook samen te vatten in deze allesomvattende woorden van Jezus, de Christus: ,,Het is zaliger te geven dan te ontvangen" (Hand. 20:35). Indien wij, door Gods Geest, werkelijk leren volgens deze woorden te leven, zullen wij inderdaad de geest van het achtste gebod vervullen!

 

Hoofdstuk negen

 

HET NEGENDE GEBOD

 

Dit is de eeuw van de geraffineerde leugen, de dubbele moraal. Dit is de eeuw van eerbiedwaardig uitziende juristen, leiders van grote concerns, regeringsfunctionarissen en hoogleraren, die voor parlementaire enquêtecommissies onwaarheden spreken en voor het gerecht meineed plegen. Deze eeuw biedt ook het merkwaardige schouwspel van miljoenen mensen die in evolutie geloven, maar kerken bezoeken die althans in naam in de Schepper-God van de Bijbel geloven.
De Christus van de Bijbel veroordeelde de huichelaars van Zijn tijd. Wat zou Hij van onze generatie zeggen?

Een huichelachtige maatschappij

In zijn boek Sex, Vice and Business spreekt Monroe Fry over "de bereidheid van de gemeenschap misdaad te accepteren wanneer deze indirect winst oplevert voor de gerespecteerde zakenlieden van die gemeenschap". Zijn boek laat duidelijk zien wat duizenden volwassenen al lang weten: 'gerespecteerde' leiders van kerk en maatschappij zijn dikwijls en gemakkelijk bereid steun te verlenen aan gokken, prostitutie en drugshandel, indien dat voor hen financieel lucratief is.
Voor de gemeenschap als geheel schijnen zij steunpilaren van deugdzaamheid en eerbiedwaardigheid. Met souteneurs, drugshandelaars en gokbazen zijn zij bereid geheime afspraken te maken. Zij zijn bereid hun maatschappelijke invloed of positie aan te wenden om in hun gemeenschap de georganiseerde misdaad haar gang te laten gaan – zolang zij maar hun financiële aandeel ontvangen. Overheidsdienaren laten zich op allerlei manieren omkopen door 'grote' en 'kleine' zakenlieden voor lucratieve tegenprestaties.
In ondubbelzinnige woorden: zij leiden een leugenachtig leven! De onthulling van hoezeer onze hele 'christelijke' samenleving op deze huichelarij is gebaseerd is absoluut ontstellend! Niettemin betalen wij hiervoor een zware tol – want wij overtreden het negende gebod van God.
In deze publicatie die de Tien Geboden uiteenzet, zagen wij dat de grootste zonde is iets in de plaats van de ware God te stellen. Dit leidt tot afgoderij, tot lastering van Gods naam, tot sabbatschending, tot gebrek aan respect voor onze menselijke ouders, tot moord, overspel en diefstal.
En hetzelfde principe is van toepassing op het negende gebod.

Het negende gebod

Exodus 20:16  Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
Alleen in het zoeken en spreken van de waarheid is de mens verenigd met God. Want God is waarheid! Jezus zei:
Johannes 17:17  Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.
Johannes 14:6  Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven…

Onverschillig wat voor fouten en zwakheden iemand mag hebben, als hij bereid is de waarheid te spreken, open en getrouw te leven naar wat hij werkelijk is, en de waarheid te aanvaarden wanneer die hem wordt getoond, dan kan hij worden gerespecteerd en geholpen bij het overwinnen van zijn persoonlijke zwakheden.
De verreikende, geestelijke toepassingen van het negende gebod zijn enorm: 1) Er bestaat een persoonlijke, levende Almachtige God van dit universum wiens wegen en wetten intrinsiek rechtvaardig zijn. 2) Daarom moet iemand die eerlijk is, die bereid is de waarheid te spreken en de waarheid te erkennen wanneer die wordt geopenbaard, uiteindelijk worden bekeerd tot de ware God en Zijn wegen! Maar iemand wiens woord niet goed is, die de gewoonte heeft tegen anderen en zichzelf te liegen, diens karakter en denkwijze zijn dermate verwrongen en misvormd, dat hij nooit in staat is de waarheid van God te begrijpen, totdat zijn verstand letterlijk wordt schoongemaakt!
Daarom is het van zo vitaal belang dat – al bestaan er eerlijke verschillen van mening over vele onderwerpen – wij allen leren waarheidsgetrouw te leven en te spreken. Niettemin leven wij in een maatschappij die in toenemende mate wordt doordrongen van vele vormen van onwaarheid, hypocrisie en zelfbedrog. Als wij ooit Gods karakter willen ontwikkelen – en het eeuwige leven willen beërven – moeten wij het negende gebod met alle daaruit voortvloeiende consequenties in aanmerking nemen – en leren eraan te gehoorzamen.
Het negende gebod beschermt iedere oprechte en fatsoenlijke mens, doordat het helpt zijn reputatie te verzekeren. Wellicht is er geen verachtelijker zonde dan die van laster, de leugen die is bedacht en wordt verspreid met de bedoeling een medemens schade te berokkenen. Een dief neemt slechts materiële zaken weg, die gewoonlijk kunnen worden vervangen. Maar een valse getuige die lastert kan iemand beroven van de achting en de reputatie die hij in de ogen van zijn medemensen heeft – en de kans dat zijn goede naam volledig wordt hersteld is gering.

De praktische waarde van eerlijkheid

De onmiddellijke waarde van het feit dat men iemand op zijn woord kan vertrouwen zou niet alleen de reputatie van iedere fatsoenlijke mens veiligstellen, en miljoenen uren besparen die nu worden verspild om iedere bewering en elk rapport verscheidene malen nauwgezet te controleren, het zou tevens voorkomen dat onwaardige mensen op hoge verantwoordelijke posten worden geplaatst. Onze maatschappij zou letterlijk worden gezuiverd!
Hoe dikwijls komt het tegenwoordig niet voor dat hele naties worden geleid door mensen die aan de macht zijn gekomen door hun vermogen hun eigen volk te misleiden en te bedriegen! Overal ter wereld zien wij marionettendictators opstaan die hun volgelingen iets voor niets beloven. Door middel van sluwe propaganda brengt de leider het volk ertoe iets te geloven waarvan hij zelf weet dat het een leugen is. Dan volgen er vele maanden of jaren van onzekerheid, angst en verbittering, tot het uiteindelijke onheil toeslaat en de waarheid tenslotte alleen door de omstandigheden aan het licht komt.
Ook in onze democratische landen worden maar al te dikwijls mensen voor hoge ambten voorgedragen, niet op grond van integriteit en capaciteiten, maar omdat het op dat ogenblik in de partijpolitiek opportuun lijkt. De politici en regeringsleiders die dit sanctioneren, spreken zeker 'valse getuigenis' tegen hun landgenoten! Niet alleen hun leven is leugenachtig – hun spreken is dat evenzeer. In leugenachtige verkiezingscampagnes trachten leugenachtige politici macht en eer naar zich toe te trekken.
Wat handel en industrie betreft, bedenk eens wat een enorme weldaad het voor het publiek zou zijn als elke onderneming werkelijk de waarheid over haar eigen producten sprak en er oprecht naar zou streven aan de werkelijke behoeften van de consument tegemoet te komen! De gevolgen hiervan zouden letterlijk verbazingwekkend zijn! Stelt u zich eens een samenleving voor waarin bijvoorbeeld elk merk tandpasta of graanvlokken niet een imitatie of overbodige variatie van een ander merk zou zijn, maar de enige en beste in zijn soort, eerlijk geprijsd en waarheidsgetrouw geadverteerd! Pas dit toe op elk facet van de samenleving en u krijgt iets wat Utopia nabij komt.
Dit is evenwel geen vergezochte of fantastische veronderstelling. Het is eenvoudig de zegen die zou volgen, indien de hele samenleving werkelijk en letterlijk aan Gods negende gebod gehoorzaamde!
Indien u voor eeuwig in Gods maatschappij wilt leven, krijgt u van Hem die u leven en adem geeft het gebod:
Efeze 4:25  Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander.

Pas het negende gebod in uw leven toe

De grondoorzaak van alle zonde is ijdelheid. "IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!" (Pred. 1:2) De ware reden waarom de meeste mensen de ware God verwerpen, is dat zij zelf in hun eigen ogen en in die van hun medemensen 'god' willen zijn. Dit is ijdelheid. Elke zonde die de mens begaat heeft zijn wortels in dit ene principe. Dit geldt ook voor iedere vorm van liegen. Mensen liegen omdat zij meer zijn begaan met hun gevoel van eigenwaarde en belangrijkheid dan met het uiteindelijke welzijn van hun medemens. Zij spreken en handelen bedrieglijk, omdat zij meer bevreesd zijn voor de meningen van de mensen dan voor de mening van de Almachtige God zelf! De dagelijkse handelingen en woorden van nagenoeg iedereen vormen een welluidende getuigenis van de waarheid van deze bewering.
Het is zoals Johannes over de godsdienstleiders van zijn tijd zei:
Johannes 12:43  want zij waren gesteld op de eer der mensen, meer dan op de eer van God.
Mannen en vrouwen schamen zich dikwijls over wat zij in zakelijk of sociaal opzicht een 'mislukking' noemen. Zij zijn bereid te bedriegen en te liegen teneinde zo'n 'mislukking' te voorkomen of te camoufleren.
Maar uitgaande van wat wezenlijk 'goed' is, en van eeuwige waarden, zouden zij juist voor de zonde moeten vrezen. Want, zoals de apostel Paulus zei:
Romeinen 8:31  Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Jezus zei:
Mattheus 5:11  Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.
Wij kunnen beter ophouden met piekeren over wat de nietige, sterfelijke mens denkt, en veel meer belang stellen in wat de Almachtige God denkt! Dan zullen wij leren op te houden met alle hypocrisie in het zakenleven, in de omgang met anderen, in de politiek – ja, ook in onze godsdienstige en wetenschappelijke inspanningen.
Bedenk dat velen die door deze bedrieglijke wereld werden veroordeeld, Gods zegen ontvingen en erfgenamen van het eeuwige leven zijn. Vergeet nooit dat het de zonde van valse getuigenis en leugen was waardoor Jezus Christus werd vermoord!
Markus 14:56  Want velen legden een vals getuigenis tegen Hem af, maar hun getuigenissen stemden niet overeen.
Aangezien de mensen, door ijdelheid, willen geloven wat op een bepaald moment populair is, maken zij zichzelf en anderen zelfs religieuze en wetenschappelijke theorieën wijs, die op geen enkel werkelijk feit zijn gebaseerd!
God waarschuwt ons voor zulke huichelaars:
Romeinen 1:18  Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden ['onderdrukken' zegt De Leidse Vertaling].
God veroordeelt allen die opzettelijk de waarheid van Zijn bestaan en Zijn doel op deze aarde onderdrukken! God zegt dat de ijdele filosofen en wetenschapsmensen van deze wereld "geen verontschuldiging hebben" voor hun ontkenning dat Hij dit universum schiep en nu door Zijn kracht bestuurt (vers 20). De meeste wetenschapsmensen en theologen die in de door Satan geïnspireerde evolutietheorie geloven, zouden beter moeten weten! Sommige van hen weten ook beter! Maar zij gaan mee met wat de mensen behaagt, en leiden een huichelachtig bestaan! God zegt dat zij "geen verontschuldiging hebben"!
En in dezelfde categorie vallen de geestelijken en bijbelgeleerden die doorgaan met het onderwijzen en in praktijk brengen van oude, heidense geloofsopvattingen en gebruiken, waarvan zij weten dat die in het Woord van God worden veroordeeld. In maar al te veel gevallen weten zij beter! Zij hebben "geen verontschuldiging".
Juist het gedurige onderwijs van deze fundamentele wetenschappelijke en geestelijke leugens is wat de meeste mensen verblindt voor de ware aard van God en Zijn plan en doel hier op aarde. Dit is het waarlijk verschrikkelijke resultaat van het spreken van valse getuigenis, van zelfbedrog en van liegen. Want zolang de 'ontwikkelde' leiders zichzelf en anderen blijven misleiden met betrekking tot het bestaan en de macht en het plan van God, is onze beschaving ten ondergang gedoemd!

Leef naar waarheid

Leer daarom hoe belangrijk het is in uw eigen leven de waarheid te spreken, de waarheid te geloven, naar waarheid te leven. Hoed u ervoor uw leven op een reeks leugens te baseren – ongeacht of dit nu persoonlijke, politieke, wetenschappelijke of religieuze verdraaiingen van de waarheid zijn. Vergeet niet dat de waarheid u zal vrijmaken.
Johannes 8:32  en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Let zorgvuldig op uw woorden als u spreekt. Vergeet nooit dat iemand slechts zo betrouwbaar is als zijn woord. Indien iemand een gewoonteleugenaar wordt, is het praktisch onmogelijk hem te helpen, omdat alles wat hij zegt of doet opnieuw bedrog kan zijn.
Een der fundamentele kwaliteiten van Gods karakter is dat Hij waarheid is. Als wij niet op Gods Woord konden vertrouwen, zou er geen werkelijke zekerheid kunnen bestaan van vergeving van zonden, van nooit falende hulp in tijd van nood, of van een toekomstige beloning en het eeuwige leven.
Al bezat God een ontzaglijke, welgemeende liefde en alle wijsheid en macht, maar wij zouden niet op Zijn Woord of Zijn beloften kunnen vertrouwen, wat zou er dan van ons worden?
Heeft u er wel eens vanuit dit standpunt over gedacht?
Diametraal tegenover Gods karakter staat dat van Satan de duivel. Jezus Christus openbaarde:
Johannes 8:44  Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
Zij die Satan volgen in zijn weigering naar waarheid te leven, gaan een vreselijk einde tegemoet:
Openbaring 21:8  Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars; hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.
Vergeet niet dat er in Gods ogen geen 'leugentjes om bestwil' bestaan. Halve waarheden, verdraaiingen en misleidingen worden door Gods hele Woord veroordeeld. Jezus zei: "Uw woord is de waarheid" (Joh. 17:17). Laten wij naar dat geïnspireerde Woord leven, opdat wij het eeuwige leven beërven in het koninkrijk dat is gegrondvest op wat letterlijk waar en goed is! Dat is de boodschap van het negende gebod.

 

Hoofdstuk tien

 

HET TIENDE GEBOD

 

Helaas kent onze Westerse maatschappij armoede en is (eveneens) helaas niet doorgedrongen tot de vele rijken. Het lage inkomen van velen staat in geen verhouding tot de steeds duurder wordende noodzakelijke voorzieningen, zoals huur, energie, gezondheidszorg. Velen kunnen daarop niet bezuinigen en moeten zich in hun uitgaven beperken tot de meest essentiële levensbehoeften. Behalve deze schrijnende gevallen zijn de financiële moeilijkheden die talloze gezinnen teisteren, niet het gevolg van een te laag inkomen. Veeleer worden ze veroorzaakt door een doorgaans toereikend inkomen te besteden aan luxe goederen en uitspattingen, en door de Westerse gewoonte van kopen op afbetaling!
"Koop nu – betaal later", aldus de advertenties.
Maar moet u dat artikel werkelijk nu kopen? En bent u er wel zeker van dat u in staat zult zijn "later te betalen"?

Een op begeerte gebaseerde maatschappij

Agressieve reclame vormt een voortdurende aanmoediging van de neiging 'zijn stand op te houden'. Er wordt gesuggereerd dat u achterloopt of dat het verkeerd is als u niet streeft en de begeerte hebt naar evenveel materiële bezittingen als uw buurman. De moderne gedachte is 'pak wat u kunt zolang u het kunt'.
De voortdurende druk om bij te blijven – wat meestal betekent meer geld en goederen verwerven – heeft steeds meer afgoderij voortgebracht. Eveneens de ziekelijke en onophoudelijke lust van velen om 'hebbedingetjes' te kopen. Het verblindt het verstand en hart van miljoenen mensen voor het bestaan van God.
Een vooraanstaand religieus tijdschrift, The Canadian Churchman, publiceerde eens een waarlijk ontnuchterend artikel over de uitwerking van deze materiële afgoderij op jonge Afrikaanse christenen die in de Verenigde Staten en Canada studeren. Een van deze studenten zei: "Voor ik hier kwam studeren, was ik een goed christen. Ik droomde ervan zendingsarts te worden. Nu ben ik atheïst."
"Hoe komt dat?" vroeg de geschrokken interviewer.
"Sinds ik hier ben", was het antwoord, "is het me duidelijk geworden dat de blanke twee goden heeft: één over wie hij ons leerde, en een andere die hij aanbidt. Op een Presbyteriaanse zendingsschool werd mij geleerd dat de stamgebruiken van mijn voorouders, die beelden aanbaden en in tovenarij geloofden, verkeerd en bijkans belachelijk waren. Maar hier aanbidden jullie grotere afgodsbeelden: auto's en elektrische apparaten. Ik zie eerlijk gezegd geen verschil."
Verrassend? Het zou niet zo mogen zijn – alleen, de meeste mensen raken zo vertrouwd met hun eigen zonde dat zij die niet meer zien. Wij leven in een zogenaamd 'christelijke' maatschappij, die letterlijk is gebaseerd op hebzucht en begeerte naar steeds meer materiële zaken! De waanzinnige inspanning om met anderen te wedijveren en vooruit te komen is niet alleen de oorsprong van de meeste financiële moeilijkheden, maar ook de werkelijke oorzaak van veel lichamelijke en geestelijke ziekten, van uiteengevallen gezinnen en frustraties. Wat het belangrijkste van alles is: deze vorm van afgodendienst laat iemand bijna geen tijd, kracht en verlangen om zich vertrouwd te maken met de ware God, wiens levende wetten en wegen de ware innerlijke vrede en vreugde kunnen brengen.

Het tiende gebod

De meeste mensen realiseren zich niet dat de Tien Geboden levende, actieve wetten zijn – precies zoals de wet van de zwaartekracht. Ze werken automatisch. Wanneer u ze schendt, schenden ze u! Dit geldt eveneens voor het laatste gebod van Gods wet. Al kan dit gebod worden overtreden zonder dat wie ook het weet, de straf op de overtreding staat absoluut vast!
Exodus 20:17  Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
Van alle geboden richt het tiende zich het meest nadrukkelijk op de relatie van mens tot mens. De kracht van het gebod ligt in deze woorden: ". . . uws naasten . . . uws naasten . . . zijn . . . zijn . . . zijn . . . zijn . . . van uw naaste. . . ". Het is een zevenvoudige beveiliging van de belangen van een ander.
Het is niet verkeerd op rechtmatige wijze een vrouw of een dienstknecht te wensen, of een os of een ezel. Wanneer echter het verlangde wettelijk buiten bereik is van degene die het verlangt, dan is verlangen, vermengd met begeerte om te bezitten, overtreding van het tiende gebod.
Ofschoon dit gebod het duidelijkst op menselijke en fysieke relaties betrekking heeft, is de geestelijke eis van het gebod in zeker opzicht strenger dan van enig voorgaand gebod. Dit gebod reguleert zelfs het denken en het hart van de mens. De meeste mensen zien zonde als een uiterlijk of fysiek iets. Zij beseffen niet dat het heilige, rechtvaardige karakter dat God in ons wil scheppen, het noodzakelijk maakt dat ook onze gedachten volkomen gelouterd en aan die van God gelijk worden. De daad volgt op de gedachte. Wat u denkt, dat bent u.
Indien u heimelijk Gods norm en Zijn weg afwijst, indien u in uw hart iets begeert dat u niet op rechtmatige wijze met Zijn zegen kunt of zult verwerven, dan zal deze geestelijke opstandigheid vroeg of laat tot uiterlijke zonde leiden. Uw handelingen zullen dan uitlopen op een uitdaging van God, op schending van Zijn wet, omdat uw gedachten dat aldoor al hebben gedaan!
Het tiende gebod rekent af met alle 'oppervlakkige christelijkheid' en onthult of iemand werkelijk zijn wil aan zijn Schepper heeft overgegeven! Het is een diepgaand en ontzagwekkend principe. Het is evenwel een gebod dat u moet leren gehoorzamen, indien u ooit eeuwig leven en heerlijkheid in het Koninkrijk van God wilt beërven.
Filippensen 2:5  Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was.
Door Gods Geest in ons moeten wij de strijd van het geloof strijden, de begerige menselijke natuur die in ons is onderwerpen.
2 Corinthe 10:4  want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5  zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus.

Dit is het uiteindelijke doel van de ware christen, dat volledig zal worden bereikt in de opstanding.
Gedurende dit leven evenwel moeten wij groeien in Gods karakter. Zoals Henoch, Noach, Abraham en andere dienaren van de Allerhoogste, moeten wij leren "met God te wandelen". Wij moeten Zijn weg gaan, doen als Hij, denken als Hij.
Maar het normale denken van de mens wordt in beslag genomen door egoïsme, ijdelheid, wedijver, hebzucht, haat, wellust. Het is een gezindheid die van de wegen en gedachten van God is afgesneden.
Jesaja 55:8  Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen luidt het woord des Heren. 9  Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.
Daarom legde Jezus er de nadruk op hoe belangrijk het is ons denken te veranderen, te bekeren en te reinigen, toen Hij zei:
Mattheus 5:8  Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien.

Waar staan wij

Vooral sinds de Tweede Wereldoorlog is het leven in onze Westerse samenleving veel jachtiger geworden. Wij sloven ons uit om steeds meer geld te verdienen. Wij jagen naar plezier en vermaak, om zoveel mogelijk uit het leven te halen. Overal is ons geleerd met onze medemensen te wedijveren in maatschappelijk aanzien en materiële welvaart. Wij hunkeren nu zelfs naar luxeartikelen die in sommige gevallen één generatie geleden nog volslagen onbekend waren. Wij worden aangespoord meer uit te geven dan wij verdienen, vooral aan ons zelf te denken. "Doe u zelf niet tekort!" Met dergelijke woorden probeert de geraffineerde reclame ons het idee te geven dat het dwaas is als wij geen grotere auto kopen, niet in een duurder restaurant gaan eten, of geen langere en duurdere vakantiereizen maken, onze jonge kinderen geen verslavende elektronicaprullaria geven. De nadruk ligt hierbij op 'hebben' en op het 'ik'.
Op het internationale vlak is het deze zelfde instelling die de volken van deze wereld ertoe brengt elkaar te bestrijden en te doden.
Jakobus 4:1  Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? 2  Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt.
Al te vaak begeert de kapitalist meer binnen te halen dan hij kan als hij eerlijk loon zou betalen. Dus berooft hij zijn werknemers door te weinig te betalen en te weinig te besteden aan verbetering van de arbeidsomstandigheden en de veiligheid. Evenzo leert de hedendaagse werknemer – vaak misleid door onverantwoordelijke vakbondsleiders – meer geld te begeren dan hij op een eerlijke manier kan verdienen. Door georganiseerde druk en politiek bedrog denkt hij iets voor niets te krijgen.
Waarom schrijven zogenaamde 'schrijvers' goedkope romans die op niets dan smerigheid, obsceniteit en onvolwassen onzin zijn gebaseerd? Waarom publiceren uitgevers dergelijke boeken, die de menselijke gevoelens van liefde, vriendelijkheid en idealisme degraderen tot het niveau van een redeloos dier?
U kunt in onze samenleving honderden andere grote voorbeelden van hebzucht vinden als uw ogen werkelijk open zijn. Maar wees tevens bereid uw eigen hebzucht te zien! Wees bereid u ervan te bekeren, en vraag God om de liefde en de kracht om die te overwinnen.
Onze generatie heeft behoefte aan deze woorden van de Zoon van God:
Lukas 12:15  Hij zeide tot hen: Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.
Begrijpt u dit? Uw werkelijke succes en geluk in het leven, zei Christus, kan niet waarlijk worden afgemeten naar hoe nieuw of fel uw auto is, het type huis waarin u woont, de kleren die u draagt, en evenmin naar wat u eet. Geluk is een geestestoestand. Deze ontstaat wanneer de Geest en gezindheid van Christus in uw verstand heersen. Paulus zei:
Filippensen 4:11  Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen.
De liefde, vreugde en vrede waarvan Jezus het voorbeeld is, waren het resultaat van geven en dienen, niet van enig materieel bezit dat Jezus wist te verwerven.
Jezus, de Zoon des mensen, was in staat de menselijke ijdelheid en hebzucht te overwinnen, doordat Hij het dienen van God hoog boven alle andere dingen stelde. Nadat Hij had uiteengezet hoe de niet-bekeerde mens streeft naar – en zich zorgen maakt over – materiële behoeften en gemakken, gebood Jezus:
Mattheus 6:33  Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.

De geboden vormen één geheel

Zo sluit op dit punt het laatste gebod aan bij het eerste. Want wat u ook zoekt tegen de wil van God in, dat begeert u. Indien u in uw verstand en hart iets meer begeert dan gehoorzaamheid aan de Schepper en het ontvangen van Zijn zegeningen, dan wordt dat voor u een afgod.
Kolossensen 3:5  Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij.
Dan stelt u wat u ook verafgoodt in de plaats van de ware God. En u overtreedt het eerste gebod: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben" (Ex. 20:3). De apostel Paulus zei:
Romeinen 6:16  Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Wanneer u begint stoffelijke dingen te begeren, wordt u er de 'slaaf' van. U besteedt er uw tijd, uw energie en uw geld aan. In een dergelijke situatie hebt u tijd noch energie om werkelijk de Bijbel te bestuderen, of een uur te wijden aan ernstig gebed tot Hem die u leven en adem geeft. U merkt dat u gierig en afgunstig wordt wegens het geld dat u aan uw Schepper bent verschuldigd om de verkondiging van Zijn waarheid te financieren. Door dit eenvoudige proces worden de stoffelijke dingen die u begeert letterlijk uw god. Want u dient en aanbidt ze – en u hebt in uw leven nog maar weinig tijd, kracht en rijkdom over om de ware God te dienen met uw gehele hart, kracht en verstand.
Ziet u dit in?
Hebzucht is verschrikkelijk, want het snijdt u af van de omgang met God, van de zegeningen en de liefde van de grote God des hemels die alles wat er is heeft geschapen – maar met de wens dat deze stoffelijke schepping zou worden gebruikt in Zijn dienst en tot Zijn eer. En in het dagelijks leven schendt hebzucht het fundamentele beginsel van de levenswijze die door alle geboden van God en door Jezus Christus zelf is aangegeven. Jezus vatte dit beginsel als volgt samen:
Handelingen 20:35  Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
Meestal zijn het de rijken die beslissen over verdelen. Mensen met enkele tot vele malen het inkomen van het sociale minimum, zoals politici en 'deskundigen' die in de media en forums hun zegje doen verdelen met hun begerige aard 's lands inkomsten. Hun onbekendheid of ongeïnteresseerdheid met of in de wereld van de armen blijkt uit hun sociaal getinte uitspraken als: de mensen 'aan de onderkant' willen ook wel eens op vakantie of uit eten gaan. Voor vele werkelijk armen speelt die wens geen rol, maar zijn er andere prioriteiten, zoals het opzij leggen van elk muntstukje om geneesmiddelen te kopen die de verzekering niet vergoedt. Hun armoede kan het gevolg zijn van ernstige gezondheidsproblemen. Anderen sparen om de energie- of telefoonrekening te kunnen betalen, zodat de aansluiting weer kan worden hersteld of smeken de verhuurder van hun woning om nog een maand te wachten met uitzetting. Zelden komen deze mensen zelf aan het woord, laat staan dat een bejaarde zonder pensioen of invalide mee beslist over een rechtvaardige verdeling.
Te veel managers, die geen eigenaar zijn van het bedrijf, graaien in hun hebzucht kapitalen (honderd keer het inkomen van een oprechte invalide of flinke ambachtsman) naar zich toe en gebruiken het woord 'verdienen' als ze over hun inkomen spreken. Managers en overheidsfunctionarissen die vanwege hun begerigheid betrokken zijn bij omvangrijke fraudezaken worden niet vervolgd omdat de werkelijk gedupeerden niet hun rechters zijn.
Wanneer u leert uw medemens liefdevol, oprecht en met verstand te dienen, en de ware God te dienen en te aanbidden, dan zult u de enig werkelijke voldoening en vreugde van dit leven vinden. En in de wereld van morgen zult u eeuwig leven en heerlijkheid ontvangen in een Goddelijke regering die letterlijk op de Tien Geboden is gegrondvest: de ware weg van liefde, van geven en van het dienen van uw naaste, en van aanbidding en verheerlijking van de levende God, die deze geboden voor ons eeuwig welzijn heeft gegeven.

 

De Tien Geboden

Exodus 20

 1

Gij zult geen andere goden voor Gods aangezicht hebben.

 2

Gij zult u geen gesneden beeld maken van God.

 3

Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken.

 4

Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt.

 5

Eer uw vader en uw moeder.

 6

Gij zult niet doodslaan.

 7

Gij zult niet echtbreken.

 8

Gij zult niet stelen.

 9

Gij zult niet liegen.

 10

Gij zult niet begeren wat van uw naaste is.

 

Terug naar de Home Page

hit counter