Voor literatuurlijst klik hier.


Moet eerst de Heilige Geest verwijderd worden voordat de Antichrist kan komen?

 

 

Moet eerst de heilige geest verwijderd worden voordat de Antichrist kan komen? Voor de meeste mensen die zeggen christen te zijn is dit een overbodige vraag. Ze weten zeker dat vóór de terugkomst van Christus eerst de heilige geest verwijderd zal worden van de aarde zodat de antichrist vrij spel heeft om de mensheid te verleiden. Ze ontlenen deze opvatting aan de tweede brief van Paulus aan de Thessalonicenzen.

Maar waar is de heilige geest nu? Miljoenen mensen beweren christen te zijn en dat ze Jezus toebehoren. De Bijbel leert ons dat een christen Gods geest heeft.

Romeinen 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.

1 Corinthiërs 3:16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?

Wie zijn dan van Christus? Is die groep groot? Zijn dat de miljoenen mensen die zich christen noemen? Jezus zei:

Lukas 12:32 Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

Dat "klein kuddeke" is niet het christendom met zijn miljoenen aanhang.

Dit betekent dat die kleine gemeenschap de heilige geest heeft. Deze relatief zeer kleine groep wordt in de Bijbel de ’eerstelingen’ genoemd. Zij zullen in het Koninkrijk komen schreef Lukas. Zij zullen onder Jezus Christus de Regering van God vormen in de Wereld van Morgen.

Romeinen 8:11 En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont.

Dit gebeurt bij Jezus' komst.

Vers 14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

Die kleine groep mensen ("klein kuddeke") vormen de kinderen van God. Vóór de terugkomst van Christus zijn zij de eersten in dat Gezin van God. Vandaar: eerstelingen. De eerstgeborenen zijn de erfgenamen.

Vers 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.

De Bijbel laat er geen twijfel over bestaan, de heilige geest van God is, voordat Christus terugkomt, slechts in een zeer gering aantal mensen. Bovendien zijn ze onbekend voor de wereld.

1 Johannes 3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.

De wereld kent de kinderen van God niet!! Iedereen kent wél de vele kerken en denominaties van het christendom. Van de drie wereldgodsdiensten is het christendom de grootste en derhalve een zeer invloedrijk deel van de wereld. Maar de Bijbel zegt dat de wereld misleid is! Deze religie doet zich voor als christelijk, presenteert zich als de religie van de Bijbel. Dat is de wijze waarop Satan de wereld misleidt. Deze religie is wereldwijd aanwezig onder alle volken en domineert in de belangrijkste landen van de wereld. Maar de Bijbel zegt dat de wereld God en zijn Gemeente niet kent. Dat betekent dat het christendom een valse religie is die God de Vader en Jezus Christus niet kent!

Maar nu terug naar de vraag: wordt eerst de heilige geest van de aarde verwijderd waarna de Antichrist zal komen?

Er is niet veel Bijbelkennis voor nodig om vast te stellen dat dit een zeer zotte mening is. Direct na de volwassen doop, wordt door handoplegging Gods geest gegeven aan de oprecht bekeerde. Met de ontvangst van de heilige geest wordt deze persoon een kind van God. Als Gods geest later wordt weggenomen door God, behoort die persoon God niet meer toe en zal niet opgewekt worden tot onsterfelijk leven bij de komst van Christus. Hij zal in de eeuwige dood verdwijnen. Zou dit het doel van de schepping van de mens zijn? Zou de liefhebbende God zijn eigen kind dit aandoen? Als God zijn geest binnenkort weg zou nemen bij zijn kinderen, het "klein kuddeke", zou Jezus dat deel van zijn Gemeente dat in de komende jaren leeft voordat Hij terugkomt, missen in zijn Regering, terwijl ze daarvoor wél opgeleid zijn. Maar met die dwaze opvatting over het verwijderen van Gods geest, zouden deze trouwe volgelingen ’beboet’ worden met de eeuwige dood. Ze zouden bovendien de beloofde erfenis niet ontvangen en daarmee zou God een leugenaar zijn.

Maar staat er dan niet in 2 Thessalonicenzen dat de heilige geest de komst van de wetteloze tegenhoudt en dat daarom de Geest verwijderd zal worden?

2 Thessalonicen 2:6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. 7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. 8 Dan zal de wetteloze zich openbaren.

2 Thess. 2 is een nogal omstreden Schriftgedeelte en Bijbelvertalers vertalen naar eigen inzicht.

In de afgelopen 2000 jaar hebben vele honderden miljoenen mensen zich christenen genoemd terwijl ze in werkelijkheid antichristelijk spraken en leefden. In feite zijn het tegenstanders van God. Maar de misleide ’christenen’ doorzien dat niet. Paulus schrijft over "de tegenstander":

Vers 4 de tegenstander die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.

Helaas zal dit maar voor weinigen duidelijk zijn anders zou er vooral in de eindtijd geen sprake zijn van een omvangrijke misleiding.

Volgens veel mensen wordt deze tegenstander nu nog tegengehouden door iets of iemand voordat hij kan komen. Dit iets dat of deze persoon die tegenhoudt zou eerst verwijderd moeten worden en dan zal de Antichrist op het toneel verschijnen. Er zijn vele speculaties geweest wat of wie de komst van de Antichrist voorlopig zal tegenhouden. Velen denken dat dit iets of iemand de heilige geest is. Gods geest zou eerst moeten verdwijnen zodat de Antichrist zijn gang kan gaan. Anderen hebben andere opvattingen en velen wéten het eenvoudig niet.

De Thessalonicenzen zouden dankzij de informatie van Paulus al wél hebben geweten wat wordt weerhouden en wie of wat zich op zijn tijd openbaart.

Vers 6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd.

Wordt de Antichrist tegengehouden en moet eerst iets of iemand verwijderd worden voordat hij zich kan openbaren? Het gaat vooral om de verzen 6-7 in 2 Thess. 2. "Gij weet thans wel, wat hem weerhoudt" in vers 6 en "(wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren..." in vers 7 en 8.

Na jaren blijven deze verzen in deze brief voor velen nog steeds raadselachtig.

Is er iets dat de Antichrist tegenhoudt voordat hij op het toneel kan verschijnen en moet dat eerst weggenomen worden alvorens hij zich zal manifesteren?

Laten we de hele context goed begrijpen.

We lezen in de verzen 3 en 4 dat de mens der wetteloosheid zich zal openbaren en zich in Gods tempel zet om als een god op te treden.

Vers 3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.

De tempel van God is de gemeente van God. In de gemeenten van God drongen in de eerste eeuw al antichristenen binnen. Vooral Gods gemeente te Rome werd toen gebruikt, of beter gezegd misbruikt, door binnengedrongen antichristenen om een valse kerk te bouwen die vooral de westerse wereld in haar greep heeft gekregen. Natuurlijk wist Satan ook dat Rome het centrum van macht was. Hij liet de naam van Christus gebruiken om de wereld te misleiden.

In vers 4 hebben we net gelezen dat de tegenstander van God zichzelf in de tempel zet. Er staat niet dat God hem daarin geroepen heeft. Hij zal in de tempel Gods als een god zitten. Met een vrome schijn, maar als een tegenstander van Christus, een antichrist. De mens der wetteloosheid duidt hier ongetwijfeld op de Antichrist. De Bijbel spreekt van de Antichrist. In de eindtijd zal hij zich nadrukkelijk manifesteren. Omdat hij de ’schijnheilige’ leider is van het wereldomvattende christendom, is de hele wereld misleid. De verstandige Bijbellezer is hiermee op de hoogte.

Hij wordt door Paulus "de mens der wetteloosheid" genoemd. De valse christelijke kerken kenmerken zich door het loochenen van Gods wetten en loochenen in feite daarom Christus en de Vader.

1 Johannes 2:18 Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is. 19 Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons gebleven zijn: maar aan hen moest openbaar worden, dat niet allen uit ons zijn. Vers 22 Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent.

Door het prediken van een valse christus wordt de ware Christus geloochend. De Antichrist leidt de wetteloosheid van het valse christendom. Hij wordt in vers 3 "de zoon des verderfs" genoemd. Deze staat lijnrecht tegenover een andere zoon: de Zoon tot behoud. Dit brutale binnendringen in Gods gemeente en het overnemen van de leiding is begonnen met Simon (Pethor) Magus in Rome. Hij en zijn aanhang predikten een valse Jezus. Simon omarmde de doctrine van genade uit het onderwijs van de apostelen, maar het was een genade die door hem en zijn aanhangers veranderd werd in losbandigheid en ongehoorzaamheid.

Judas 1:4 Want er zijn zekere mensen binnengeslopen (reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven) goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.

Zij predikten een valse Jezus die de geestelijke grondwet van God had tenietgedaan. Simon en zijn volgelingen predikten een totaal ander evangelie dan de apostelen – de nadruk lag op hun eigen Babylonische mysteriereligie met genade waaraan Christus' naam was toegevoegd. De ware gelovigen moesten wijken en de gemeente werd misbruikt voor een satanisch doel, nl. de grondlegging van de Babylonische katholieke kerk, de antichristelijke kerk met haar dochters (Openb. 17:5), de protestantse kerken en de vele afsplitsingen.

Terug naar de vraag: Houdt iets of iemand de mens der wetteloosheid tegen totdat hij zich kan openbaren? Moet dat of diegene die weerhoudt eerst verwijderd worden? En wie of wat mag dat dan wel zijn?

Laten we eerst eens zien waarom Paulus deze brief heeft geschreven. Daarvoor lezen we de verzen 1 en 2 van 2 Thess. 2

Vers 1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus...

Dát is dus het thema: de komst van Jezus Christus!

… en onze vereniging met Hem, 2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak.

In het eerste vers van deze passage kondigt Paulus aan dat hij iets gaat uitleggen over de terugkomst van Christus en het verenigd worden van de gelovigen met Hem.

De apostelen hadden aan Christus gevraagd welke tekenen met de komst zouden gepaard gaan. Christus' uitvoerige antwoord staat in Matth. 24:1-38. Hoewel de Thessalonicenzen niet over een compleet afgerond Bijbelboek van het N.T. beschikten, mogen wij aannemen dat zij dat antwoord kenden, maar dat zij aan Paulus wat nadere inlichtingen hadden gevraagd. Zij keken naar de terugkomst uit en dachten dat ze voor de deur stond.

Daarin stonden ze niet alleen; ook de apostelen waren die mening toegedaan. En bovendien had Paulus zelf in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen al uitgebreid bij Jezus' terugkomst stilgestaan.

Het is dan ook niet te verwonderen dat de gelovigen begonnen te denken dat:

… de dag des Heren (reeds) aanbrak

zoals in het laatste gedeelte van vers 2 van 2 Thess. 2 staat.

Paulus schrijft daarom inderhaast een tweede brief om de mensen in Thessalonica tot kalmte te manen en om ze te verzoeken niet tot dergelijke overhaaste en onrealistische conclusies te komen.

In het eerste gedeelte van vers 2 staat:

… dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert.

Paulus noemt dergelijke ideeën in vers 3

misleidend

en legt uit dat daarvoor de tijd nog niet is aangebroken want de wederkomst van Christus kan niet komen voordat de volgende twee voorwaarden vervuld zijn, die staan in het volgende deel van vers 3:

Vers 3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs...

Voor de wederkomst van Christus zal dus eerst komen:

1. de afval;

2. het optreden van de "mens der wetteloosheid",

gewoonlijk de ’Antichrist’ genoemd. Hij beschrijft deze Antichrist in het volgende vers:

Vers 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet...

Hier staat "tegen" God, in de Statenvert. en ook andere vertalingen staat "boven" God. Het oorspronkelijke Griekse woord wordt vrijwel altijd vertaald met ’boven’ of ’over’.

… zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.

Wat staat hier over de Antichrist?

1. hij is de tegenstander van God;

2. hij verheft zich boven God;

3. en hij zal zich in Gods tempel als een god voordoen.

Nog even terug naar vers 3 waar het woord afval staat:

Vers 3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs.

’Afval’ is een vertaling van het Griekse woord aposta'sia en betekent in het Nieuwe Testament altijd afval van de leer.

In vers 3 lezen we dat, zoals gezegd, voordat de Dag des Heren aanbreekt, eerst moet komen:

1. de afval van de leer;

2. het optreden van de "mens der wetteloosheid".

En dan komen we nu bij de verzen waarin Paulus volgens veel mensen schrijft dat de Antichrist zich pas zal openbaren totdat iets of iemand verwijderd wordt. Dat bedoelt Paulus niet en schrijft dat ook niet zo!

Voor we vers 6 bekijken moeten we eerst de betekenis van het volgende vers, vers 7, trachten te achterhalen, want daarin geeft Paulus de verklaring ervan.

Vers 7 Want het geheimenis [het mysterie] der wetteloosheid is reeds in werking.

Wat is het "mysterie der wetteloosheid"? Het is de godsdienst die zijn oorsprong vindt in en verbonden is met Babylon, het eerste wereldrijk, de zgn. Babylonische mysteriegodsdienst. Deze is het die de afvalligheid van vers 3 zal veroorzaken. U kunt dit ook vinden in Op. 17:5 waar dit geheimenis wordt genoemd.

Openbaring 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.

Ze is op het ogenblik dat Paulus deze brief schrijft dus reeds in werking. En Paulus' redenering is:

We kunnen dus stellen dat deze eerste factor – de afval van de leer – al in vervulling aan het gaan is. Maar er is ook nog die tweede factor – het optreden van de "mens der wetteloosheid" – en die moet ook nog eerst vervuld worden, en die houdt de vervulling van Christus' komst tegen.

Wat Paulus in het vorige vers zegt is dan:

Vers 6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt…

Hier staat: wat hem weerhoudt. In de Griekse grondtekst wordt hier geen lijdend voorwerp vermeld. Het woord hem staat daar niet in. Daar staat in het Grieks: "kai nun to katechon oidate", d.i. letterlijk "en nu, het weerhoudende kent gij".

De meeste Nederlandse vertalingen vullen deze zin aan met het woord ’hem’ of ’hij’, twee andere gebruiken ’het’. Vertaald, luidt de tekst dus: "nu weet u wat ’hem’ of ’het’ tegenhoudt".

Nu komen we op een punt dat bij velen, onder wie invloedrijke theologen, een misverstand heeft gegeven. Wie of wat wordt er tegengehouden?

Als antecedent van ’hem’ of ’het’ in vers 6 kan "de mens der wetteloosheid" van vers 3 niet dienen omdat beroep wordt gedaan op wat de lezer uit het voorgaande al heeft vernomen en dat daar niet gesproken wordt over iets dat de Antichrist zou tegenhouden. Uit de verzen 1 en 2 is gebleken dat deze passage gaat over de komst van Christus.

Het is dus de terugkomst van Christus die wordt ’tegengehouden’, d.w.z. dat de komst van Christus wordt voorafgegaan door twee factoren, nl. 1) de afval en 2) de komst van de Antichrist. De eerste factor is al gerealiseerd, de tweede factor moet nog in vervulling gaan en ’houdt’ de dag van Christus ’tegen’. ’Tegenhouden’ moet zo uitgelegd worden dat eerst deze twee feiten moeten plaatsvinden en dan zal Christus komen.

We hebben dus gezien dat in het eerste vers Paulus begint over de komst van Christus. In het derde vers schrijft hij dat eerst de afval van de leer en de Antichrist moeten komen, zoals hij de Thessalonicenzen al vaker heeft uitgelegd:

Vers 5 Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb?

Daarom kunnen ze nu wel weten wat de dag van Christus tegenhoudt:

Vers 6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd.

Wie wordt geopenbaard op zijn tijd? Waarover gaat de brief?

Vers 1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus...

Vers 3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst [voordat Christus komt] moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs...

Het gaat over de komst van Christus.

In vers 6 staat dat dit wordt tegengehouden. Het Griekse woord dat vertaald is met weerhouden of tegenhouden, kan ook betekenen koers houden, zoals een schip. In dit geval op schema houden. In vers 3 staat wat in het tijdschema eerst moet gebeuren voordat Christus komt. Deze twee factoren weerhouden dus de komst van Christus of anders gezegd, moeten eerst gebeuren voordat Christus komt. Dat is in overeenstemming met Openbaring.

We kunnen vers 6 en het eerste deel van vers 7 misschien wat duidelijker formuleren.

Vers 6 gaan we nu als volgt vertalen:

En u weet nu wel wat de dag van Christus’ komst weerhoudt tot op het moment dat hij, op de juiste tijd, aanbreekt.

Vers 7 (eerste gedeelte):

Immers het mysterie der wetteloosheid is reeds aan het werk.

Maar eerst moet er daarvoor iets anders gebeuren. In het vervolg van de zin staat:

"Totdat hij (dat is de Antichrist) verwijderd is".

Of: Totdat hij (de Antichrist) uitgeschakeld wordt.

D.w.z. totdat zijn rol uitgespeeld is. Dit is evenwel niet in overeenstemming met het vervolg in vers 8:

Vers 8 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.

Als hij uitgeschakeld wordt, zal hij zich niet meer kunnen openbaren. De Antichrist zal immers voordat Christus komt niet worden uitgeschakeld. Dit zal Christus doen bij zijn terugkomst.

De Bijbelvertalers hebben zich door hun eigen inzichten laten leiden, want het Griekse woord ’ginomai’ dat met ’verwijderd’ vertaald is, heeft de betekenis van ontstaan, worden, komen, geschieden, tot stand komen, ten tonele verschijnen. Voorb.

Mattheüs 6:10 uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede [ginomai]…

Het is daarom juister om in plaats van ’verwijderen’ te zeggen:

"Totdat hij (de Antichrist) gekomen zal zijn".

D.w.z. totdat hij op de voorgrond treedt en daarmee wordt gewoon herhaald wat al in vers 3 gelezen kon worden. Daar staat dat de wetteloze zich zal "openbaren" en ’verwijderd’, ’verdwijnen’ of ’weggenomen’ worden is daarmee niet in overeenstemming.

Een juiste vertaling van de verzen 6 en 7 in hun geheel:

Vers 6:

En u weet nu wel wat de dag van Christus’ komst weerhoudt tot op het moment dat hij, op de juiste tijd, aanbreekt.

Vers 7:

Immers het mysterie der wetteloosheid is reeds aan het werk, maar de dag van Christus’ komst blijft weerhouden totdat de Antichrist gekomen zal zijn.

Hier hebben we ginomai dus vertaald met "gekomen zal zijn", i.p.v. "verwijderd". Zoals gezegd, zo is ginomai meestal vertaald in het N.T. Daarvan nog enkele voorbeelden. En u zult zien dat ’verwijderd’ verwarrend kan zijn of zelfs het tegenovergestelde zegt van wat wordt bedoeld.

Openbaring 12:10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen [ginomai] het heil en de kracht…

Openbaring 11:13 En te dien ure kwam [ginomai] er een grote aardbeving…

’Ginoma’ is slechts één keer (nl. in 2 Thess. 2:7) van de 678 keren dat dit woord in het N.T. voorkomt, met ’verwijderd’ vertaald. De betekenis is ’tot ontstaan komen’, ’ten tonele verschijnen’.

We kunnen in vers 8 lezen dat wanneer de wetteloze zich openbaart, hij verteerd zal worden door Christus. Het ligt voor de hand dat Christus de Antichrist zal uitschakelen wanneer deze zijn vernietigend werk aan het doen is en niet wanneer hij al verwijderd zou zijn.

In de NBG-vertaling begint vers 7 met ’want’. ’Want’ verklaart het voorgaande. Als iets de Antichrist zou tegenhouden zou het woord ’want’ niet logisch zijn. Maar Paulus zegt dat de komst van Christus wordt tegengehouden door de afval en de komst van de Antichrist. "U weet dat ook wel", zegt hij in vers 6, en in vers 7: "Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking". Zo is ’want’ taalkundig ook op z'n plaats.

Resumerend.

In deze verzen staat niet dat er iets of iemand de komst van de Antichrist tegenhoudt en daarom verwijderd moet worden. In deze verzen gaat het over de komst van Christus. Dit thema stelt Paulus duidelijk direct aan de orde in vers 1. Bovendien is het in overeenstemming met Openbaring. En over de heilige geest schrijft Paulus in deze passage helemaal niets.

Paulus schrijft dat de Thessalonicenzen, maar ook wij nu, weten wat er staat te gebeuren voordat de Dag des Heren op zijn tijd aanbreekt. Het mysterie der wetteloosheid was in de dagen van de Thessalonicenzen al bezig met zijn misleidende werk en wanneer de Antichrist is gekomen, kan (zal) Christus terugkeren en hem doden.

 

Terug naar de Home Page

free hit counter