Voor literatuurlijst klik hier.

”Heden zult gij met Mij
in het paradijs zijn”

 

Het verhaal van een ’christen’.

Het ging vanaf zijn geboorte al mis. Zijn moeder woonde in een Joodse provincie van het Romeinse Rijk waar de Joden werden onderdrukt. Zij had weinig tijd voor de opvoeding. Het jongetje ging niet naar school. Wanneer andere kinderen op straat speelden met een bal, stal hij appels. Dit gedrag werd niet anders toen hij opgroeide. In plaats van een baan te zoeken, ging hij op dievenpad. Daarbij schuwde hij geen geweld. Op zekere dag werd hij veroordeeld wegens moord. Hij moest hangen. Maar toen hij aan het kruis hing, zei de man die aan de middelste paal hing: ”U zult met mij in het paradijs zijn.” Dit was de stem van de mens Jezus, die zelf moest hangen, maar volkomen onschuldig was. Hij toonde zijn barmhartigheid en wat ware naastenliefde is. Hij gaf ons een voorbeeld van waarlijk goddelijke liefde.

Tot zover dit verhaal van een ’christen’.

Ging deze misdadiger naar de hemel en is dat de beloning van een misdadiger?

Absoluut niet!

Is hij behouden? Is dit verhaal één van de talloze misleidingen van de ’christelijke’ wereld?

Wat zijn de feiten.

Die belofte van Christus tegenover de misdadiger aan het kruis roept voor velen vragen op. De vertaler heeft het zo geformuleerd alsof Jezus en de zondaar diezelfde dag samen in het paradijs zouden zijn. De Groot Nieuws Bijbel en de Nieuwe Bijbelvertaling willen dit nog eens benadrukken door er het woordje ’nog’ aan toe te voegen: Ik zeg u: vandaag nog zult u bij mij zijn in het paradijs. En de Nieuwe Bijbelvertaling: Jezus antwoordde: ’Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’

Maar waar was Christus die dag nadat Hij van het kruis was genomen? Hij werd in een rotsgraf gelegd! De NBG-vertaling, doorgaans nauwgezetter, formuleert het iets anders: Lukas 23:43  En Hij zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.

Velen die menen dat de eindbestemming van de mens de hemel is, beweren dat de ’misdadiger aan het kruis’ nog op de dag van Jezus' kruisiging met Hem naar de hemel ging. Veel Schriftgedeelten tonen de onjuistheid van deze opvatting aan.

Ten eerste zegt Gods Woord dat er niemand dan alleen Christus naar de hemel is gegaan.

Handelingen 2:29  Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij en gestorven en begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag. Vers 34  Want David is niet opgevaren naar de hemelen.

Davids vlees en beenderen zijn vergaan in de aarde. Pas bij de komst van Christus zal hij uit zijn graf opgewekt worden tot leven en in een ondeelbaar ogenblik worden veranderd in een onsterfelijk geestelijk wezen.

Is er dan niemand naar de hemel gegaan, behalve Christus?

Johannes 3:13  En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.

Johannes 7:34  Gij zult Mij zoeken en niet vinden en waar Ik ben, kunt gij niet komen.

Gods Plan met de mensheid behelst een Koninkrijk op aarde, waar ook Jezus en de Vader zullen zijn.

Ten tweede ging Christus zelf die dag niet naar de hemel. In plaats daarvan legde men Hem in een graf waar Hij drie dagen en drie nachten dood bleef.

Ten derde moeten wij op de context van dit vers letten. De dief had zojuist gevraagd, in vers 42: ”Jezus, gedenk mijner, wanneer Gij in uw Koninkrijk komt.” Het ware feit is dat Jezus nog niet in zijn Koninkrijk gekomen is.

En ten vierde is dit vers in veel bijbelvertalingen op onjuiste wijze van leestekens voorzien. Er waren in het Grieks geen komma's of dubbele punten toen het Nieuwe Testament werd geschreven. Toen de vertalers komma's of dubbele punten invoegden, werden die dus geplaatst waar de vertalers meenden dat ze thuishoorden. Niet altijd is de interpunctie correct. Christus zei niet: ”Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”, maar: ”Ik zeg u heden [of: Ik zeg u nu], gij zult met Mij in het Paradijs zijn.”

Het woord ’heden’ benadrukt het tijdstip van zijn belofte – niet het tijdstip waarop Jezus in het paradijs zou zijn. Dat paradijs is echter nog niet op deze aarde gekomen en de berouwvolle zondaar is nog steeds dood!

Ten vijfde moeten wij letten op wat de Bijbel zegt over het ”paradijs”.

Openbaring 2:7  Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.

Het paradijs zal worden hersteld bij de komst van Christus.

Jesaja 51:3  Want de HERE troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des HEREN; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang.

Ezechiël 36:33  Zo spreekt de Here HERE: Wanneer Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden weer bevolken en zullen de puinhopen herbouwd worden; 34  het verwoeste land zal weer worden bewerkt, in plaats van een woestenij te zijn voor het oog van iedere voorbijganger. 35  En men zal zeggen: Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van Eden; de steden die, verwoest en vernield, in puin lagen, zijn weer versterkt en bewoond. 36  Dan zullen de volken die om u heen overgebleven zijn, weten, dat Ik, de HERE, herbouwd heb wat vernield was en beplant heb wat verwoest was. Ik, de HERE, heb het gesproken en Ik zal het doen.

Wanneer Jezus Christus is teruggekomen, zal de aarde volledig in puin liggen. Zie onze publicatie ’Het Teken van Jericho’. De fysieke aarde en het leven van de mens en samenlevingen, het leven van dier en plant zal hersteld worden, maar niet in de conditie zoals de mens die heeft ontwikkeld en onderhouden. Onder leiding van Jezus Christus zal de Hof van Eden, het paradijs, worden hersteld. Er komt een geheel nieuwe aarde, wederom bewoond door mensen van vlees en bloed. Duizend jaar zal Gods Koninkrijk daarover regeren. Er zal volmaakte vrede en geluk zijn. Na dat Millennium zal er een tweede opstanding zijn – de eerste is bij de komst van Christus en is een opstanding van mensen die God in de zesduizend jaar voor de terugkomst van Christus heeft uitverkoren voor zijn regering; zij zullen dan veranderd worden in geest zoals Christus is – en in de tweede opstanding zullen de miljarden mensen opgewekt worden die in de zesduizend jaar van Adam tot de terugkomst van Christus hebben geleefd, maar niet zijn geroepen, God niet hebben gehoorzaamd of niet gekend hebben (zie o.a. Openbaring 20). Ze zullen een eerlijke kans krijgen om God gehoorzaam te zijn. Voor hen eindigt die periode met het Oordeel: de getrouwen zullen dan eveneens onsterfelijk leven ontvangen en zij die God afwijzen zullen verdwijnen in een eeuwige dood.

Jezus zei dat de berouwvolle misdadiger met Hem in het paradijs zou zijn. Pas na het Millennium in de periode van het Oordeel van de Grote Witte Troon (Openbaring 20:1-5, 11-12) zal de berouwvolle dief het paradijs binnengaan!

Bedenk dat het Koninkrijk niet hetzelfde is als het paradijs. Het Koninkrijk van God is Gods Regering. Eigenlijk is het Gods Gezin. De Vader is de hoogste autoriteit en zijn zoon Christus voert zijn beleid uit. Onder Jezus Christus staan de geestelijke personen die in de eerste opstanding veranderd zijn van mensen in geestelijke kinderen van God. Dit Koninkrijk regeert over het paradijs (op aarde) waar de mensen van vlees en bloed leven gedurende het Millennium en de korte periode daarna. Natuurlijk kan men in beeldspraak van het Koninkrijk spreken als het geestelijke paradijs.

De misdadiger vroeg aan Christus niet om in het Koninkrijk te zijn, maar hem te gedenken of te herinneren in het Koninkrijk. Christus beloofde dat de misdadiger in het paradijs zou zijn. Maar de andere misdadiger die aan de andere zijde van Christus aan een paal hing, zal ook in het paradijs zijn, zoals alle mensen in het paradijs zullen zijn! Of deze misdadigers en alle andere mensen dan – na het Millennium – eeuwig behoud zullen krijgen hangt af van hun gehoorzaamheid aan en liefde voor God en hun medemens.

Eigenlijk is Lukas 23:43 geen bijzonder vers. Voor hen die Gods plan kennen is dit een gewoon vers, een bevestiging aangaande de tweede opstanding.

”U zult met mij in het paradijs zijn”, zei Christus en dan zal de misdadiger moeten tonen of hij ook het Koninkrijk van God zal mogen binnengaan om in eeuwigheid te leven in het Gezin van God.

 

Terug naar de Home Page

web analytics