Voor literatuurlijst klik hier.

De Gemeente van God

is geen

gezelligheidsvereniging

 

Mensen zoeken een plek waar ze zich thuis voelen, gaan om met mensen die hun opvattingen delen. Gelijk religieus gestemden vormen hun geloofsgroepen. Vormen deze uiteenlopende denominaties en kerken Gods Gemeente? Is ’het prettige gevoel’ het bewijs van de aanwezigheid van Jezus?

 

Maar wat is de Gemeente?

Jezus Christus zei: "Ik zal Mijn Gemeente bouwen." Wat IS dat, de Gemeente – een menselijke organisatie of een geestelijk organisme? Uit wie samengesteld? Hoe word je lid? Heeft zij een goddelijke Opdracht? En zo ja wat of welke? En hoe wordt het uitgevoerd?

Velen zijn in verwarring over de aard of de natuur van de gemeente die gesticht werd door Jezus Christus. Hoe zouden we die moeten kennen? Wie of wat is de autoriteit om ons het juiste antwoord te geven?

Het was Jezus Christus die zei: "Ik zal mijn Gemeente bouwen." Hij is het ’Woord’ van God (Johannes 1:1-3), in persoon de Woordvoerder. De Bijbel is het Woord van God, de geschreven handleiding van de Maker voor de mensheid. De Bijbel is daarom de Autoriteit.

 

Hoe iemand lid wordt

Het Griekse ekkle'sia is in het Nieuwe Testament naar het Nederlands vertaald met ’gemeente’. We komen dit woord door Jezus gebruikt in Matth. 16 ("Ik zal mijn Gemeente bouwen") en 18, voor het eerst weer tegen in Handelingen 2:47, nadat de Gemeente in het jaar 30 n. Chr. was gesticht:

Handelingen 2:47 … En de Heere deed dagelijks [toevoegen] tot de Gemeente [ekklesia], die zalig werden (Statenvert.).

Dit geeft direct inzicht in de wijze waarop iemand in de Gemeente komt als een lid. God voegt eenieder toe. Het is God die iemand in de Gemeente plaatst als lid.

1 Corinthiërs 12:13 want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt.

Het woord ’dopen’ betekent onderdompelen. Nogmaals, God plaatst iemand in zijn Gemeente. En hoe? Door zijn Geest! Wanneer God iemand zijn Heilige Geest schenkt, wordt de gelovige in de Gemeente geplaatst.

Neem hier goede nota van! Niemand kan in Gods ware Gemeente komen door zichzelf er in te plaatsen door omgang of bezoek. Men kan lid worden van of deel hebben aan een maatschappelijke club, een sportclub, of welke vereniging dan ook, maar niet van de Gemeente van God. Is het overigens niet significant dat zo veel van de kerken in de wereld feitelijk sociale clubs zijn?

Merk ook op dat de Gemeente hier (in 1 Corinthiërs 12:13) wordt aangeduid als "één lichaam". In verschillende passages wordt de Gemeente aangeduid als "het lichaam van Christus".

1 Corinthiërs 12:12 Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft…

Hoe is de Gemeente "het Lichaam van Christus"? Weinigen begrijpen dat.

Hier is de uitleg.

 

Jezus begon het Werk van God

God zond Jezus in de wereld om het Werk van God te beginnen. Toen Hij twaalf jaar oud was en zijn ouders op de terugweg waren naar Nazareth na deelname aan het Pascha in Jeruzalem, ontdekten ze dat het kind niet bij het gezelschap was. Ze gingen terug naar Jeruzalem en vonden Hem in de tempel.

Lukas 2:46 En het geschiedde na drie dagen, dat zij Hem vonden in de tempel, waar Hij zat te midden der leraren, terwijl Hij naar hen hoorde en hun vragen stelde. 47 Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden. 48 En toen zij Hem zagen, stonden zij versteld en zijn moeder zeide tot Hem: Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Zie, uw vader en ik zoeken U met smart! 49 En Hij zeide tot hen: Waarom hebt gij naar Mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen mijns Vaders? 50 En zij begrepen het woord niet, dat Hij tot hen sprak.

Wat was zijn Vaders ’bedrijf’? Wat is het Werk van God? God zond zijn Zoon Jezus in de wereld als een mens van vlees en bloed, als een Boodschapper met een Boodschap. Hij was de Boodschapper van het Verbond – het Nieuwe Verbond, zoals voorspeld in Maleachi 3:1.

En wat was die Boodschap? Johannes de Doper zou de weg voorbereiden voor Hem (Maleachi 3:1). Ook was zijn boodschap een nieuwsaankondiging van goed nieuws (’evangelie’ betekent goed nieuws) over de toekomst.

Dus lezen we:

(Statenvert.) Markus 1:1 Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, de Zoon van God. 2 Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. Vers 14 En nadat Johannes overgeleverd was [in de gevangenis], kwam Jezus in Galilea, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods.

Hoe begon Jezus het Werk van God?

1) Door de verkondiging van het Goede Nieuws van het komende Koninkrijk van God.

2) Door zijn discipelen te roepen en hun dezelfde boodschap te onderwijzen.

Lukas 9:1 Toen riep Hij de twaalven samen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten [duivels] en om ziekten te genezen. 2 En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen…

 

De Goddelijke Opdracht

Wat is het DOEL van haar Goddelijke Opdracht van de Gemeente? Om dit Evangelie te verkondigen als een getuigenis aan de wereld. Met andere woorden, het Werk van God uit te voeren, dat Jezus als mens was begonnen.

Na zijn opstanding gaf Hij zijn discipelen deze Opdracht:

Markus 16:15 … Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.

De Opdracht aan de Gemeente is dus het uitvoeren van het Werk van de Vader, de verkondiging van de Boodschap van het Nieuwe Verbond die God de wereld ingestuurd had door zijn Zoon en Boodschapper, Jezus.

Jezus gaf zijn leven voor ons, maar Hij stond op uit de dood en nu, vandaag, is Hij de levende Jezus Christus. En zijn Boodschap voor onze tijd is:

Mattheüs 24:14 En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde [van deze tijd] gekomen zijn.

 

’Het lichaam van God’ – hoe?

De twaalf discipels werden de twaalf oorspronkelijke apostelen. Maar hoe werden zij, met de andere discipels, ’het Lichaam van Christus’?

Terwijl Jezus het Werk van God begon, zei Hij:

Johannes 5:19 … de Zoon kan niets doen van Zichzelf. Vers 30 Ik kan van Mijzelf niets doen.

Johannes 12:49 Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet.

Johannes 14:10 … De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.

Het was de kracht van Gods Heilige Geest, die in zijn menselijk lichaam woonde, die het werk van God deed.

Zonder deze zelfde Geest, die in hen woont, zouden zijn discipelen volkomen machteloos zijn. De avond voor zijn kruisiging zei Hij tegen hen:

Johannes 15:4 Evenals de rank [van een wijnstok] geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. 5 Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.

Het is het sap dat vanuit de wijnstok in de tak stroomt dat druiven produceert. Het is de Geest van God en van de levende Christus, die stroomt in het collectieve lichaam, de Gemeente, die resultaten produceert.

Na zijn opstanding uit het graf was Jezus naar zijn Vader geweest om zich aan te bieden als de ’eerstelingsgarve’, het offer voor verlossing van alle mensen die daarop een beroep doen. Nadat God de Vader dit offer had aanvaard, ging Jezus dezelfde dag terug naar de aarde om zijn apostelen instructies te geven. Zij mochten Jeruzalem niet verlaten. Ze moesten wachten op de belofte van de Vader. Hij sprak over een kracht die ze zouden ontvangen (Luk. 24:49; Hand. 1:4-5, 8). Dat was de heilige geest, dezelfde kracht die het Werk van God deed in het menselijk lichaam van Jezus.

Handelingen 1:8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.

Op de Pinksterdag van 30 n. Chr. kwam deze Kracht van God en stroomde in het collectieve Lichaam, de Gemeente, die nu het Werk van God moest voortzetten.

 

Het Hoofd van Gods Gemeente

Toen Jezus opsteeg naar de troon van God in de hemel, werd Hij het hoofd van de Gemeente. Zie wat in Efeziërs staat.

 

Efeziërs 1:22 En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, 23 die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.

De Gemeente is samengesteld uit mensen die verwekt zijn als de KINDEREN VAN GOD – van de Vader van het goddelijke Gezin. Men wordt een verwekte ZOON van God door het ontvangen van de Heilige Geest van God.

Deze Geest komt uit de Persoon God. Het is in de eerste plaats het impregneren van LEVEN van God – goddelijk, eeuwig, onsterfelijk LEVEN. Zoals de fysieke zaadcel uit het lichaam van een menselijke vader een menselijk embryo voortbrengt dat uitgroeit tot een foetus en later wordt geboren als een mensenkind, zo brengt de Geest van God ons in een toestand waarin wij, zelfs nu in dit leven, zonen van God worden genoemd.

1 Johannes 3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het [ook]. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard [nu nog niet zichtbaar], wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.

Vers 1 leert dat Gods kinderen nu nog verwekte kinderen zijn in de baarmoeder van de Gemeente en vers 2 zegt dat zij bij de komst van Christus geboren zullen worden als geestelijke wezens zoals Christus is. Merk op dat de wereld, waarin de talloze religies, met het christendom als grootste, de kinderen van God niet kent omdat de religies God niet kennen (vers 1).

 

Waaruit samengesteld

De Gemeente bestaat dus uit mensen die de kinderen van God zijn. Dat is de reden waarom de GEMEENTE de Gemeente van God is, zoals de ’Oude Testament Gemeente’ ’de vergadering (gemeente) van Israël’ werd genoemd – de menselijke kinderen van Israël.

Daarom kan niemand zichzelf in de Gemeente plaatsen door te beslissen om ’zich aan te sluiten’. Door de ontvangst van en de leiding door de heilige geest – de verwekking tot zoon van God – wordt iemand door God in de Gemeente geplaatst.

Romeinen 8:14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

Door om te gaan met of aansluiting bij een groep die zichzelf een kerk noemt – een kerk die iemand geregistreerd heeft als lid – maakt iemand nog geen lid van DE Gemeente die door Jezus is gesticht. Zie hier het bewijs:

Romeinen 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.

Het is dus de levende Christus die mensen tot leden maakt in zijn Gemeente – en dat wordt gedaan door de heilige geest. Wat zijn nu de voorwaarden voor het ontvangen van Gods geest?

Handelingen 2:38 … Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.

Hier wordt gesproken over het zich laten dopen in water, waarna zij de heilige geest zullen ontvangen. Deze geest zal hen in de Gemeente van God plaatsen.

Degenen die zo waren gedoopt op die Pinksterdag, ontvingen Gods heilige geest, waarna zij de Gemeente van God werden. Zij vormden de Gemeente van God en aan hen werd dagelijks toegevoegd.

Handelingen 2:47 En de Here voegde dagelijks toe aan de kring [gemeente, Gr. ekklesia], die behouden werden.

 

Het FUNDAMENT van de Gemeente

Zie nu de basis waarop de Gemeente is gebouwd. Aan de bekeerlingen in Efeze, die heidenen waren, werd Paulus geïnspireerd om te schrijven:

Efeziërs 2:19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers [van een OVERHEID] der heiligen en huisgenoten [GEZIN] Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.

U ziet dat de enige ware Gemeente geen organisatie van mensen is, maar een geestelijk organisme.

Dit Huis of het Gezin van God is het toekomstige Koninkrijk van God. De burgers (vers 19) dienen de wetten van dit Huis te kennen en te onderhouden. Dat zijn geen leerstellingen van mensen of een mengelmoes van heidense en bijbelse instellingen. In elke staat, koninkrijk, organisatie en ook in het ’geestelijk organisme’ van God zijn regels.

 

Is de Gemeente georganiseerd?

Maar heeft Christus, het Hoofd van de Gemeente, die Gemeente georganiseerd? Heeft zij een bepaalde vorm van organisatie?

Inderdaad dat deed Hij – en inderdaad dat heeft zij!

Allereerst is de ware Gemeente van God een geestelijk organisme. Het is NIET een menselijke organisatie. Dit geestelijke organisme is het ’Lichaam van Christus’ dat bestaat met het doel het Werk van God te doen.

De opgestane, eeuwig levende Jezus Christus is het Hoofd van de Gemeente. Het feit alleen al dat de Gemeente een Hoofd heeft impliceert organisatie. De levende Christus stuurt, leidt, inspireert, en zegent de Gemeente in het doen van Gods Werk.

Sinds de oprichting in 30 n. Chr. is het werk zowel klein als groot geweest, tot zelfs een wereldwijde omvang. Als in de loop der eeuwen ieder individu op eigen houtje en eigen wijze de goddelijke Opdracht zou hebben uitgevoerd, zou dat verwarring gebracht hebben, een huis dat tegen zichzelf zou zijn verdeeld.

Mattheüs 12:25 Maar Hij kende hun gedachten en zeide tot hen: Ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, gaat ten onder, en geen stad of huis, tegen zichzelf verdeeld, zal standhouden.

1 Corinthiërs 14:33 want God is geen God van wanorde, maar van vrede.

Vanzelfsprekend is het leven van iedere trouwe gelovige een getuigenis.

 

Zelfs de natuur is georganiseerd

God is Schepper. Alles wat God geschapen heeft in de natuur is georganiseerd. Neem een stevige, mooie eik. Hij heeft een wortelsysteem in de grond. Hij heeft een hoofdstam. Daaraan zitten grote takken, waaraan kleinere takken en daaraan zitten nog kleinere takken, die twijgen hebben. Daaraan groeien heel kleine twijgjes. Maar ze zijn allemaal met elkaar verbonden als een systeem.

Jezus gebruikte het voorbeeld van de wijnstok.

Hij is de Wijnstok. Wij de takken. Tenzij we als een systeem aan de Wijnstok zitten, kunnen we niets voortbrengen. In een wijnstok is orde – systeem – organisatie.

Het hele Werk van God is gericht op het herstel van wat er is weggenomen van de aarde – de Regering van God. Het Koninkrijk van God is die overheid. Deze regering is een georganiseerde overheid.

Gods regeringvorm is een regering van boven naar beneden. God de Vader staat bovenaan. Onder Hem staat Christus, die Gods Regering leidt, geheel volgens de wil van de Vader.

Johannes 6:38 Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.

Johannes 4:34 Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen.

 

De Gemeente is een geestelijk gebouw

Jezus heeft de Gemeente kundig georganiseerd. God vergelijkt dit georganiseerde Lichaam van Christus met een gebouw.

(Statenvertaling) Efeziërs 2:19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; 20 Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; 21 Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in de Heere; 22 Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.

Christus heeft als Hoofd van de Gemeente de gehele structuur van de verschillende functies in de Gemeente ingesteld. Niet zoals mensen, die voor zichzelf kiezen.

De leden van de Gemeente worden gevormd om nauwkeurig in de structuur te passen.

1 Petrus 2:5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.

 

Taken door God ingesteld

Efeziërs 4:11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars…

Waarom? Voor welk doel?

Vers 12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. 14 Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, 15 maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. 16 En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.

Christus heeft zijn Gemeente zeer kundig georganiseerd, samengevoegd als een fysiek gebouw, alle onderdelen een passende plaats gegeven met de precisie van de meest deskundige vakman.

Hij koos de leiding onder Hem. Gods regering is een regering van boven naar beneden.

Niet allen hebben dezelfde taak. God heeft mensen met verschillende talenten en vaardigheden gegeven als gaven door zijn geest, ieder in zijn functie. Maar het geheel in het belang van het hele Lichaam en de uitvoering van het Werk van Christus.

God geeft deze talenten en vaardigheden voor bepaalde fasen van zijn Werk en voor speciale opdrachten. Dit gebeurt naar bekwaamheid. Let op de gelijkenissen van de ponden en van de talenten.

Eerst de parabel van de talenten.

Mattheüs 25:14 Want het [Koninkrijk van God] is als een mens, die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn slaven riep en hun zijn bezit toevertrouwde. 15 En de één gaf hij vijf talenten, een ander twee, een derde één, een ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde buitenslands.

De gelijkenis verbeeldt Jezus die naar de hemel gaat om gekroond te worden als Koning der koningen en Heer der heren, waarna Hij zal terugkeren om over de aarde te regeren als leider van de Regering van God over alle naties. Zijn ’slaven’ zijn de bekeerde kinderen van God – zijn Lichaam, de Gemeente. Hij heeft ieder van hen geestelijke gaven gegeven om te gebruiken voor ieders deel in het Werk van God.

Maar let op, Hij gaf de geestelijke gaven "een ieder naar zijn bekwaamheid", dat is naar ieders fysieke en natuurlijke vaardigheden en mogelijkheden. Iemand met hoge begaafdheid draagt een grotere verantwoordelijkheid. Op zijn terugweg als wereldheerser riep Hij iedere ’slaaf’ om verantwoording af te leggen over wat ze met de ontvangen gaven hadden gedaan.

Door ook de parabel van de ponden hiermee te vergelijken in Lukas 19:11-27 zien we dat God ons oordeelt naar mate van onze verplichting. Deze ’slaven’ moesten het Werk voortzetten totdat Hij zou terugkeren.

 

Speciale geestelijke gaven

In 1 Corinthiërs 12 vinden we meer over de geestelijke gaven die God geeft in zijn Lichaam aan hen die zijn Werk doen.

1 Corinthiërs 12:1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten.

Toch zijn de meeste mensen in totale onwetendheid van deze gaven en hun betekenis en toepassing.

Vers 4 Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; 5 en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; 6 en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt.

Omdat er in het Werk van God verschillende taken zijn, heeft God verschillende gaven gegeven. Voor die verscheidenheid is het dezelfde God die werkt door dezelfde geest in het collectieve Lichaam, dat uit de wereld is geroepen als zijn instrument om zijn Werk te doen.

 

God kiest voor ieder lid zijn taak

We hebben niet allemaal hetzelfde werk te doen!

Deze bijzondere geestelijke gaven worden gegeven in dienst van het Werk, niet van het individu.

De gaven zijn bekwaamheden, of geestelijk ’gereedschap’ om te gebruiken in het doen van het Werk – geen decoraties om de persoon mee op te sieren, zoals sommigen schijnen te denken die opscheppen over de kleinste gave.

God zelf beslist welke gaven Hij aan elk lid geeft:

Vers 11 Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.

Verder:

Vers 14 Want het lichaam [de Gemeente] bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden. 15 Indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam?

Als een jonge man een bijzondere vaardigheid heeft gekregen voor een min of meer routinematige kantoorbaan die van groot nut is voor het gehele georganiseerde Werk, doet hij zijn deel in het Werk. Maar is een ieder vrij om te beslissen of hij de evangelist, de oudste of een leraar is, of een kantoormedewerker die het anderen mogelijk maakt om hun werk te doen?

Hier is het antwoord:

Vers 18 Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild.

Maar wat als iemand in een positie wordt aangesteld door hen die door God boven hem zijn geplaatst, maar van mening is dat die positie onbelangrijk is, niet eervol genoeg om zijn ijdelheid te strelen?

Ook daarop geeft God antwoord:

Vers 22 Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen [voor ons], noodzakelijk, 23 en juist die delen van het lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld, 24 doch onze edele leden hebben dat niet nodig. God heeft evenwel het lichaam zo samengesteld, dat Hij meer eer gaf aan hetgeen misdeeld was, 25 opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen. 26 Als één lid lijdt, lijden alle leden mede, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde. 27 Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. 28 En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. 29 Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? 30 Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? 31 Streeft dan naar de hoogste gaven…

 

Gezagsstructuur

Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament hebben oudsten de leiding. In het Nieuwe Testament worden ze ook opziener genoemd. Sommige oudsten kunnen apostel zijn (hoogste in rang) of evangelist (2e in rang). Een oudste is doorgaans ook leraar, maar dat is niet strikt noodzakelijk. In het Nieuwe Testament is een profeet geen functie in de gezagsstructuur. Een diaken heeft in de eerste plaats een fysieke taak, maar kan tevens leraar zijn, maar ook herder als er geen oudste is aangesteld. Een leraar hoeft geen functie te hebben in de gezagsstructuur, maar dient wel door de leiding te zijn aangesteld. De leiding stelt mannen aan in ambten of functies. Leden brengen geen stem uit over ambten, taken of beleid. Een vrouw kan aangesteld worden als diakones.

Als de gemeente zeer klein is, zal de leider zoveel mogelijk taken moeten vervullen waarvoor hij de bekwaamheden heeft.

De Gemeente is een geestelijk organisme bestaande uit mensen die de heilige geest hebben ontvangen en zich daardoor laten leiden, maar de Gemeente van God is vanzelfsprekend ook georganiseerd met als Hoofd Jezus Christus.

De Gemeente onderwerpt zich als geheel aan de wetten van de landen waar ze is gevestigd, evenals alle leden individueel, tenzij dit in strijd is met de wetten van God.

 

De Gemeente van God
is geen gezelligheidsvereniging

De Gemeente van God heeft een Opdracht van God te vervullen. De leden kunnen gezellig met elkaar omgaan, allerlei plezierige dingen doen, maar alles wat ze doen staat in dienst van het grote Doel.

Sommigen hebben de betekenis van samenkomsten niet begrepen, wat zelfs tot verlies van behoud kan leiden – tenzij valkuilen worden vermeden.

Het is waar dat we onze samenkomsten niet mogen verzaken. Maar er zijn valkuilen. Vooral voor hen die de ware Opdracht nog niet goed begrijpen en nog niet geheel los gekomen zijn van opvattingen uit de wereld over ’kerkleven’. Veel van de kerken van de wereld zijn eigenlijk sociale clubs.

We dienen eerst ons te verdiepen in de werkelijke betekenis van de oprichting van de Gemeente van God door Jezus Christus 2000 jaar geleden. Als het doel van samenkomsten niet overeenkomt met het doel van God zal de Gemeente zich verwijderen van God en het eeuwige leven verliezen.

Wat zijn de opvattingen van veel mensen over een kerkgemeenschap? Ze willen elke week van elkaars gezelschap en de dienst genieten. Ze willen even verlost zijn van hun dagelijkse beslommeringen en verplichtingen, een plaats waar ze ontspanning vinden en vreugde en een ’verheven’ emotie, zodat ze weer met een beter gevoel over zichzelf huiswaarts keren. Ze willen liever geen terechtwijzingen aanhoren. Ze willen in de preek zalvende woorden horen die hun ’goede gevoel’ raken. Ze willen praten over ’de geest’ terwijl ze niet weten wat ’de geest’ is. Ze willen praten over liefde, waarvan ze een eigen definitie hebben gemaakt. Dit is de bijbelse definitie:

1 Johannes 5:3 Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar.

Anderen menen kennis te bezitten en willen bomen opzetten.

Genieten, plezier, vreugde, het zijn waardevolle ingrediënten, mits ze niet zelfgericht zijn, maar gericht op het doel van het bestaan van de Gemeente:

Markus 16:15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.

Dit is het gezamenlijke doel.

Wie dat niet in zijn hart heeft, kan nooit een lid zijn van Gods Gemeente. Daarin moet het enthousiasme liggen!

Daarna komt de tweede opdracht van de Gemeente: Hoed de kudde (1 Petrus 5:2; Johannes 21:15-17; Handelingen 20:28). Voor dit doel heeft God oudsten en leraren aangesteld.

Efeziërs 4:12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.

In dit hele proces is het belangrijk te weten wie en wat Gods eerstelingen zijn. Dit woord wordt in het Oude Testament veelvuldig gebruikt en is een type van de nieuwtestamentische eerstelingen. De eerstelingen zullen bij de komst van Christus veranderd worden in geest en onder Hem regeren als koningen en priesters in zijn Koninkrijk. Daarvoor zijn ze nu in opleiding. De Gemeente bevindt zich nu in deze wereld op een trainingsveld. De Gemeente is in training om de leraren en herders in de Wereld van Morgen te kunnen zijn.

Daarom is de Gemeente van God geen gezelligheidsvereniging. De ’Baas’ Jezus is een Redder (betekenis van de naam Jezus). Hij is als mens zwaar beproefd. Zijn omgang met de discipelen geven niet de indruk van gezellige, zgn. ’warme’ samenkomsten. Hij gaf hen een strikte opleiding. Velen weten niet dat Hij zelfs uiterst voorzichtig zijn werk deed.

Mattheüs 12:16 en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken.

Mattheüs 9:30 En hun ogen gingen open. En Jezus verbood hun ten strengste en zeide: Ziet toe, niemand mag dit weten!

Hij was behoedzaam vanwege de voortdurende dreiging van de Joden. Hij wilde niet dat het Werk gehinderd werd.

Johannes 7:10 Maar toen zijn broeders opgegaan waren naar het feest, toen ging Hij zelf ook op, niet openlijk, maar als in het verborgen.

God eist van allen die Hij roept dat zij navolgers zijn van Christus. Dat gaat niet over een gezellig verenigingsleven. Hij werd bespuugd, beschimpt, gemarteld tot de dood er op volgde.

De eerste mens die voor God koos was Adams zoon Abel. Hij had zijn Schepper lief en schonk Hem het beste (offer) en dat koste hem zijn leven. Henoch wandelde met God. Dat was ook in die dagen niet populair. God heeft Henoch in bescherming genomen en vroegtijdig uit het leven weggenomen. Ook zijn achterkleinzoon Noach werd verguisd omdat hij een prediker was van gerechtigheid. God liet hem een ’reddingsboot’ bouwen om te kunnen overleven, terwijl de hele wereld werd vernietigd door de vloed die over de aarde kwam.

In feite heeft God voor zijn Gemeente nu eveneens een reddingsboot laten bouwen. De naam Jezus betekent redder. Nee, de volgelingen van God vormen nu, evenals in de afgelopen duizenden jaren, geen gezelligheidsclub.

Abraham moest van God zijn familie en land verlaten. Hij leefde als vreemdeling in een land dat zijn nageslacht pas in bezit zou krijgen. Maar eerst kwamen de nakomelingen terecht in slavernij.

De profeten in Israël werden vernederd, zo werd Jeremia in de gevangenis geworpen. Voor hen was er weinig gezelligheid, maar ze bezaten wel het ware geloof en begrepen Gods belofte.

Jezus vormde met zijn discipelen geen gezelligheidsclub. Ze werden afgewezen en voortdurend lastig gevallen door de Joodse leiding. Elf van de twaalf apostelen zijn dood gemarteld. De gemeenteleden zijn in de afgelopen 2000 jaar verdrukt, moesten voortdurend vluchten, soms moesten ze zelfs wonen in grotten. Ze hadden het meest te verduren van de zgn. christelijke autoriteiten, waarbij martelpraktijken veelvuldig voorkwamen.

De Gemeente van God is geen gezelligheidsvereniging, maar een reddingsboot met Jezus (betekent redder) als Kapitein. Met aan boord een krachtige bazuin (Matth. 24:14) om het Goede Nieuws te verkondigen en de wereld, vooral het christendom, te waarschuwen.

Is het dan nooit gezellig in de samenkomsten van de Gemeente van God? Absoluut wél. De Gemeente viert ook Gods feesten. Er is vermaak en ontspanning op allerlei gebied; sport en spel, theater, genieten van de natuur. Maar iemand die die dingen zoekt als doel bij de Gemeente van God, kan beter lid worden van een sport- of muziekvereniging, een praatgroep of een toneel- of buurtvereniging. In veel kerkelijke gezelligheidsevenementen zou ’de liefde’ of ’de geest’ zo voelbaar zijn. Maar is het eigenlijk niets anders dan het jezelf naar de zin maken? Een plek zoeken waar je je thuis voelt? De goddelijke liefde is bij de mensen in de reddingsboot. Ze zijn bereid hun leven te geven om anderen te redden.

Ergens bij willen horen waar ze zich thuis voelen, waar ze hún warmte en hún gezelligheid vinden is feitelijk een zelfgerichte wens. Warmte en genegenheid hoort zeker in Gods Gemeente thuis met alle vruchten van Galaten 5:22.

Paulus' leven is een leven van verdrukking en smaad.

2 Corinthiërs 11:23 Dienaren van Christus zijn zij? (ik spreek tegen mijn verstand in) ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. 24 Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-een-slagen ontvangen, 25 driemaal ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; 26 telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders; 27 in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid; 28 en dan, afgezien van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten.

Nou ja, dat was toen, heel lang geleden, in de tijd van de profeten en de apostelen, is de redenering van de meeste mensen. Maar de ware volgelingen weten uit eigen ervaring dat de Gemeente van God tot in onze generatie vervolgd is.

2 Timotheüs 3:12 Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden.

Het kán ook niet anders.

Romeinen 8:7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet.

Johannes 15:19 Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.

Jezus zal terugkomen om vrede te brengen. Maar voor onze tijd brengt Hij scheuring voor hen die Hem daadwerkelijk willen volgen.

Mattheüs 10:34 Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. 35 Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; 36 en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. 37 Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; 38 en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig. 39 Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.

De beslissing om God te dienen brengt grote verdeeldheid.

Deze wereld is niet Gods wereld. De geroepenen verkondigen een herstel van het paradijs, een absolute vrede. Maar deze Boodschap wordt verworpen. Toch zal Gods Doel verwezenlijkt worden: wereldvrede en voorspoed, en ook optimale gezelligheid gebaseerd op de zuivere liefde van God. Dat zal dan de enige religie zijn in het universum. Satan bespeelt listig de gevoelens van mensen die nú hun ’christelijke’ gezelligheidsbijeenkomsten willen. Satan imiteert ALLES! Mensen zoeken hun eigen geluk! Het zal niet duurzaam blijken.

Tegenwoordig worden emotionele bijeenkomsten steeds populairder. Mensen geven zich blindelings in handen van Satan. Ze willen wonderen zien en raken gemakkelijk in extase. Wonderen zijn geen bewijzen van Gods aanwezigheid en een geestvervoering komt veelvuldig voor in heidense kringen.

2 Thessalonicen 2:1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting…

Misleide mensen, die zich christenen noemen, roepen de naam van hun ’heer’ (’here Jezus’) aan, niet beseffend dat ze Baäl aanroepen. Precies hetzelfde gebeurde in Israël 2870 jaar geleden onder koning Achab. Zoals ook in onze tijd liep de massa achter de afgoden aan. God gebruikte één man die hij de moed gaf om indringend te waarschuwen, zoals God vandaag met zijn zeer kleine Gemeente werkt.

De Israëlieten smeekten luid roepende ’hun’ Baäl (betekent heer) om regen.

1 Koningen 18:26 Toen namen zij de stier die hij hun gaf, bereidden hem, riepen van de morgen tot de middag de naam van de Baäl aan en zeiden: Baäl, antwoord ons! maar er kwam geen geluid en niemand gaf antwoord. Daarbij hinkten zij om het altaar dat zij gemaakt hadden. 27 Toen het middag was geworden, begon Elia hen te bespotten en zeide: Roept luider, want hij is immers een god. Hij is zeker in gepeins, of hij heeft zich afgezonderd, of hij is op reis; misschien slaapt hij en moet wakker worden. 28 Toen riepen zij luider en maakten zich naar hun gewoonte insnijdingen met zwaarden en speren, totdat zij dropen van bloed. 29 En zodra de middag voorbij was, tot tegen het brengen van het avondoffer, geraakten zij in geestvervoering, maar er kwam geen geluid, en niemand gaf antwoord, of sloeg er acht op.

In geestvervoering raken is geen bewijs van de aanwezigheid van Christus. Het is wel een tactiek van Satan om de mensen in gijzeling te nemen.

Jezus liet een schriftgeleerde weten dat het volgen van Hem (nog) niet voor iedereen is weggelegd.

Mattheüs 8:19 En er kwam een schriftgeleerde tot Hem en zeide: Meester, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. 20 En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.

Maar van hen daarentegen die wél geroepen zijn om Hem te volgen, eist Hij volledige inzet.

Mattheüs 8:21 Een ander echter, een van zijn discipelen, zeide tot Hem: Here, sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven. 22 Maar Jezus zeide tot hem: Volg mij en laat de doden hun doden begraven.

Deze discipel was niet als de schriftgeleerde. Hij was geroepen, hij behoorde zelfs al tot de leerlingen van Christus. Maar voordat hij verder met Christus wilde meegaan, had hij eerst nog andere zaken te regelen. Christus wees hem op zijn prioriteit als discipel en zei dat de wereld, die geestelijk dood is, haar eigen doden maar moet begraven.

De één werd geweerd, de ander die geroepen was, werd aangespoord voortdurend bij Christus te blijven om niets van de ’lessen’ te missen.

Wat een contrast met de opvattingen van zgn. christenen over kerkleven!

De Gemeente moet haar opdracht uitvoeren: het verkondigen van het Goede Nieuws van het Koninkrijk van God en de trouwe volgelingen opleiden tot nederige gelovigen met volmaakt goddelijk karakter. Want voor hen staat op Gods kalender een onvoorstelbaar boeiende taak in de Wereld van Morgen: onder leiding van hun Heer en Koning wereldwijd een volkomen vredige samenleving scheppen.

De opdracht van de Gemeente van God is niet een gezelligheidsclub in stand houden, maar vanuit de ’ark’, de reddingsboot, op de bazuin te blazen (Matth. 24:14) en indien God uitverkorenen toevoegt, ze in de reddingsboot te halen om hen ook op te leiden voor het werkelijk grote Doel van Gods Plan.

Jezus zegt in Matth. 22 dat velen door middel van zijn Gemeente zijn geroepen. Maar de mensen weigeren of slaan er geen acht op, want ze zijn bezig met hun eigen belangen. Jezus' conclusie is dan: deze genodigden zijn het niet waard. Toen Jezus zei dat er wel veel mensen worden geroepen, voegde Hij er aan toe: maar weinigen uitverkoren (vers 14). Sommigen die zijn binnengedrongen in zijn Gemeente, maar niet de juiste houding hebben (zonder bruiloftskleed; verzen 11 en 12) worden er uit gezet (vers 13).

Allen die, eenmaal onsterfelijk, in de komende super-wereldregering belangrijke bestuurlijke ambten zullen bekleden ontvangen tijdens hun fysieke leven een essentiële opleiding. Zij realiseren zich ten volle, niet alleen de macht, maar ook de wijsheid, de liefde, de heiligheid en volmaaktheid van de Almachtige God. Allen weten in volle overtuiging dat zijn wegen de juiste wegen zijn, zijn wetten de juiste en volmaakte wetten zijn, zijn heerschappij en regering de volmaakte Regering is die alle mogelijke zegeningen zal brengen voor hen over wie geregeerd wordt.

Op deze wijze heeft de eeuwiglevende God zijn Koninkrijk voorbereid. Lang geleden begon Hij met het uitkiezen van mensen die zich volledig aan Hem zouden overgeven en die hun diepste wezen zouden laten doordrenken met de beginselen en eigenschappen die de zeven basiswetten voor succes in het leven vormen.

Deze zeven fundamentele wetten zijn niet erg bekend. Men realiseert zich in het algemeen ook niet waarom ze zo belangrijk zijn. In werkelijkheid vormen ze de grondslag van elk goed karakter. Hier volgen ze kort samengevat:

1) Het juiste doel: te worden geboren in Gods Koninkrijk; het doel dat de motivatie opwekt en de ambitie stimuleert om dit doel te bereiken.

2) De juiste leer of opvoeding. Deze mensen zijn bevrijd van de boeien van de heidense leer, traditie, valse kennis, een vals waardenbesef en heidense gebruiken. Zij worden allen getraind in Gods weg, die is gebaseerd op Gods wet en de beginselen van die wet. Zij worden getraind in de wegen van rechtvaardigheid. Zij worden kundig in het toepassen van de principes van Gods geboden, wetten, instellingen en oordelen.

3) Zij worden opgeleid in het ontwikkelen van een juist begrip aangaande een goede gezondheid: het vermijden van de oorzaken van ziekte, kwalen, handicaps. (Daarmee wordt niet bedoeld dat christenen niet getroffen kunnen worden door gezondheidsproblemen.) Zij leren hun geest scherp, helder, alert, evenwichtig en gezond te houden.

4) Ieder wordt getraind in het ontwikkelen van drijfkracht: het voortdurend aansporen van zichzelf, niet alleen om meer te presteren, maar ook om zich boven verkeerde verlangens, neigingen en verleidingen uit te werken, en naar de juiste wegen van Gods wet toe te groeien. Hun opleiding omvat het vermijden van verleidingen.

5) Deze mensen worden hun hele leven na hun bekering geschoold om met problemen om te gaan. God laat toe dat zij tal van problemen, risico's, hindernissen tegenkomen, om hen te beproeven. Zij leren hoe zij een probleem tegemoet moeten treden en oplossen, en zich er niet door te laten verslaan.

6) Deze mensen leren te volharden. Zij houden hun oog voortdurend op het doel gericht. Wanneer het zo moeilijk wordt dat zij zelfs met hun ervaring niets kunnen bedenken, wanneer zij volkomen verslagen lijken, wanneer doorgaan hopeloos lijkt, dan geven zij het niet op, nooit laten zij de zaak in de steek! Door dik en dun houden zij vol; zij volharden tot het einde. Zij volharden door hun geloof in God.

7) En in combinatie met deze eigenschappen vertrouwen deze mensen op de leiding en hulp van God. Zij wandelen met God. Zij spreken met God. Zij luisteren naar God door zijn geschreven Woord en naar de mensen die hun leidende dienaren zijn. Zij zoeken wijsheid bij God. Zij vertrouwen op God voor leiding, voor bescherming en voor de vervulling van alle behoeften. Zij onderwerpen zich aan God en gehoorzamen Hem.

Deze zeven wetten vormen het fundament voor hun levenslange training in Gods weg. Ze laten zich door God kneden zoals een pottenbakker met klei doet. Zij vormen het gezin van God, waar ze thuis zijn.

Saamhorigheid, gezelligheid, samen genieten, samen lijden. Ze komen voort uit het Grote Doel. De Bijbel noemt de gemeenteleden eerstelingen. Het zijn pioniers. Ze leren Gods manier van leven en daarin te volharden.

Romeinen 5:3 … maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt. 4 en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop.

Hebreeën 10:36 Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van Gods doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is.

Volharding hebben we nodig en daarom worden we beproefd.

Jakobus 1:3 want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. 4 Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.

Velen zoeken een plek waar ze zich in hun geloofsleven thuis voelen. Maar God roept mensen die nú de pioniers willen zijn om Gods ware liefde op aarde te brengen. Die pioniers zitten nu in een leerschool in een harde en vijandige wereld. Die School is de Gemeente van God!

 

Terug naar de Home Page

free web stats