Voor literatuurlijst klik hier.

 

Wat is het doel van de opstanding?

 

 

Waarom is er een opstanding nodig als de

mens een onsterfelijke ziel heeft? Als wij door

de dood van Christus behouden zijn, waarom

moest Jezus dan worden opgewekt?

Wat is het uiteindelijke doel?

 

 

 

Wij leven tegenwoordig in een tijd van wereldwijde revolutionaire verandering. We horen spreken over het einde van de wereld!

We worden vandaag met een tweeledige vraag geconfronteerd! Een vraag die niet alleen de individuele mens, maar de beschaving als geheel betreft. Wij dienen het antwoord te vinden op de vraag die door de aartsvader Job werd gesteld: „Als een mens sterft, zou hij herleven?” (Job 14:14.)

Dit zou een tijd van hoop moeten zijn, want zelfs als deze wereld sterft – en dat zal gebeuren – zal er een opstanding van een nieuwe en betere wereld volgen, een wereld waar vrede heerst, een wereld van tevredenheid, geluk, overvloed en vreugde!

We dienen ons als nooit tevoren te realiseren dat de eeuwige God een doel verwezenlijkt – en dat zijn grote plan een tweevoudige opstanding behelst: de opstanding van het individu en bovendien de opstanding van een ten dode opgeschreven wereld! Er zijn heel weinig mensen die ook maar enig idee hebben van de aard van de opstanding.

 

 

Nooit eerder een tijd als deze

 

U leeft vandaag in een tijd die verschillend – totaal verschillend – is van welke tijd in het verleden dan ook! U bent bestemd als geen enkele andere generatie om in twee werelden te leven! Ja, deze wereld is ten dode opgeschreven – dat is de werkelijke betekenis van de huidige chaos – er zal echter een opstanding plaatsvinden. En, begrijp dit goed! – het opgewekte lichaam is niet hetzelfde lichaam dat gestorven is!

Waarom moest de Almachtige God eigenlijk in een opstanding voorzien? Wat is het doel van de opstanding? Wat is de zin ervan?

De meeste mensen zijn gaan geloven dat Christus aan het kruis Gods plan van verlossing heeft voltooid!

Maar als er door Jezus' dood volledig en volmaakt behoud is gekomen, waarom is er dan nog enige noodzaak voor de opstanding uit de dood?

Velen veronderstellen dat „Christus stierf om zondaren te behouden” een bijbels citaat is. Dat is het echter niet.

Velen hebben het onwrikbare geloof dat Christus' dood ons eeuwig leven verleent, dat het het bloed van Christus – zijn dood – is dat behoudtdat eeuwig leven schenkt! Velen van u zullen verbaasd zijn te vernemen dat de Bijbel iets dergelijks niet leert! Als men dit in de Bijbel kon vinden, wat zou de Bijbel dan een met zichzelf strijdige, volstrekt onwetenschappelijke bewering doen!

Er is geen fundamentelere en meer vaststaande wet in de wetenschap bekend dan de wet van de biogenesis – de wet dat alleen leven leven kan voortbrengen! De dood heeft dit vermogen niet! Leven kan niet uit dode materie ontstaan. Leven komt niet voort uit niet-leven! De Almachtige God heeft deze wet ingesteld! Waarom was het noodzakelijk dat Christus voor ons stierf – dat Hij zijn bloed vergoot? Laten we dat goed begrijpen!

 

 

Dood kan geen leven voortbrengen

 

De Bijbel openbaart dat allen hebben gezondigd en dat de straf voor de zonde de dood is! „Want allen hebben gezondigd en derven [missen] de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). „Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood” (Romeinen 6:23). De straf is de doodja, eeuwige dood – eeuwige straf!

De bijbelse definitie van zonde is de overtreding van Gods wet – de onveranderlijke, onverbiddelijke geestelijke wet van liefde die samengevat wordt in de Tien Geboden. 1 Johannes 3:4: „Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid” (NBG-vertaling). „Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden” (De Nieuwe Bijbelvertaling). God stelde die wet in – stelde haar in werking – om de mens gelukkig te maken. Het is de weg naar vrede, naar voorspoed en vreugde! Het is de volmaakte levenswijze, de weg om ten volle van het leven te genieten!

Deze wereld is vervuld van strijd en oorlog, van angst en zorg, armoede en gebrek, ontevredenheid en leed, alleen omdat de mens deze heilige, geestelijke wet heeft overtreden!

Gods behoud is niet alleen het verlenen van eeuwig leven! Behoud houdt veel meer in! Jezus zei inderdaad dat Hij was gekomen opdat wij eeuwig leven zouden hebben. Maar Hij zei ook: „Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed (Johannes 10:10).

Niet alleen een eeuwig bestaan – maar een gelukkig, interessant, overvloedig leven! – voor eeuwig!

 

 

Waarom God zich verbergt

 

Laten wij hier eens bij stilstaan. Als God ons slechts een eeuwigdurend bestaan zou schenken, dat we in steeds toenemende leegheid, verveling, lijden en ellende zouden doorbrengen – dan zou dat wel de wreedst denkbare straf zijn! God is liefde! „Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde” (1 Johannes 4:7-8). Hij wil u leren van het leven te genietenvoor eeuwig! Het zondigen tegen Gods levenswijze brengt u niet alleen tegenspoed en leed, maar het snijdt u ook af van alle contact met uw Maker! U bent sterfelijk. De straf die u te wachten staat is de dood – en het meest zekere in het leven is dat iedere mens zal sterven! U bezit niet het vermogen om uzelf eeuwig leven te verlenen. En u bent afgesneden van God de Vader, de Schenker van eeuwig leven!

God heeft deze wereld echter zo lief dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat u, als u in Hem gelooft, niet verloren zult gaan, maar de gave van eeuwig leven zult ontvangen (Johannes 3:16)! En dit is alleen mogelijk door Christus!

Maar hoe? Jezus Christus werd veranderd van het goddelijke Woord van God in een sterfelijke vleselijke mens met het doel de dood te ondergaan. Hij is de enige van alle mensen die zonder zonde geleefd heeft. Hij zei: „Ik [heb] de geboden mijns Vaders bewaard” (Johannes 15:10).

Toen Hij zijn kostbare bloed vergoot – toen Hij zijn leven gaf – voldeed Hij niet de straf voor zijn eigen zonden, want Hij had nooit gezondigd. Hij voldeed onze straf voor ons! – in onze plaats! – de straf die wij ons door ongehoorzaamheid op de hals hebben gehaald.

Als u werkelijk berouw hebt van uw overtredingen en zich ervan afkeert, en niet alleen in Christus, maar ook zijn Evangelie gelooft, is uw straf volledig voldaan – bent u met God verzoend – hebt u toegang tot God de Vader!

U bent nu gerechtvaardigd. Uw schuld – tot op dat ogenblik – is uitgewist! U bent onder de genade gekomen – dat betekent onverdiende vergeving van begane overtredingen.

Deze genade geeft u echter geen vrijbrief om voort te gaan met zondigen! Het is zoals de apostel Paulus schreef: „Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde [overtreding van Gods wet] blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet!” (Romeinen 6:1-2.) Rechtvaardiging heeft alleen betrekking op een schuldig verleden!

Bent u nu al automatisch behouden? Dat bent u zeer zeker niet! Laat u niet misleiden! De dood van Christus schenkt geen eeuwig leven!

U wordt niet behouden door de dood van Christus. U bent enkel en alleen gerechtvaardigd – uw oude schuld is weggedaan – u bent verzoend met God! U bent alleen maar in gereedheid gebracht om behouden te kunnen worden. U hebt nu toegang tot God van wie eeuwig leven komt.

 

 

Wat de dood van Christus betekent

 

Het bloed van Christus schenkt u geen uiteindelijk behoud en als Christus dood was gebleven zou u absoluut geen behoud verkrijgen – u zou nooit eeuwig leven kunnen bezitten!

Hier volgt de glorierijke waarheid! Het is voor ons belangrijk dat we goed begrijpen dat we uiteindelijk behouden worden – eeuwig leven ontvangen – door de opstanding van Christus – van de levende Christus, niet van een dode Verlosser!

Dat staat in uw Bijbel. Sla het op – lees het met eigen ogen! Lees Romeinen 5:8-10: „God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft.”

Begrijpt u het? Wij hebben vergeving ontvangen, zijn gerechtvaardigd van vroegere schuld, verzoend met de Vader door de dood van Christus – we zullen echter behouden worden, niet door zijn dood, maar door zijn leven! Ja, door zijn opstanding!

In 1 Corinthiërs 5:7-8 heeft de apostel Paulus het gebod voor de Gemeente opgeschreven: „Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve feest vieren”.

De oorspronkelijke ware Gemeente die Jezus heeft opgericht hield het Pascha en het Feest van Ongezuurde Broden, niet Pasen. Het Pascha is de jaarlijkse herdenking van de dood van Christus en verbeeldt de rechtvaardiging van vroegere zonden – verzoening met God. Laten we daarom, zoals Paulus zei, de zonde uit ons leven bannen, want God heeft het Feest van Ongezuurde Broden ingesteld om aan zijn Gemeente het uitbannen van zonden duidelijk te maken.

Dit Feest van God verbeeldt tevens de opgewekte en opgestane Christus! En omdat Christus voor ons gestorven en weer opgewekt is, wordt het volk van God onderwezen: „Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus” – ja, door Christus' leven (Romeinen 6:11).

 

 

Behouden door zijn opstanding

 

Christus' opstanding maakt onze opstanding tot onsterfelijk leven in het goddelijke Gezin van God mogelijk – Hij is slechts de eerstgeborene van vele broederen! De gave van eeuwig leven is dus níet het gevolg van de dood van Christus, maar van zijn opstanding!

Stel dat Jezus Christus in zijn graf was gebleven. Veronderstelt u dat in dat geval uw geloof in zijn bloed – zijn dood – u had kunnen behouden? Als u dat doet, zou u een valse hoop koesteren! Het wordt tijd dat we ons de waarheid bewust worden!

Let op de volgende bijbeltekst: „En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden. Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt; en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren” – tenzij Christus uit de dood is opgestaan (1 Corinthiërs 15:14-18).

De landbouw in Israël telde drie oogsten en beelden de oogsten van de mensen uit in Gods plan met de mensheid. Tot de terugkomst van Christus worden de leden van de Gemeente van God ’eerstelingen’ genoemd in het Nieuwe Testament, omdat ze voor God de eerste vruchten zijn – de eerste oogst. Het bijbehorende feest van die oogst wordt in het Oude Testament het Feest van de Eerstelingen genoemd (Pinksteren). Het oogstfeest in het najaar zijn het Loofhuttenfeest en aansluitend de Laatste Grote Dag. Dit verbeeldt de grote oogst van mensen na de terugkeer van Christus naar de aarde. Deze twee oogsten in het voor- en najaar vormen de oogsten van alle mensen – op één na – die ooit hebben geleefd gedurende de zevenduizend jaar geschiedenis van de mensheid en van harte Gods manier van leven hebben gekozen. Ze zullen geboren worden in Gods gezin. Maar behalve deze twee oogsten is er nóg een oogst, de allereerste oogst van één mens, de mens Jezus Christus.

„Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, en hij zal de garve voor het aangezicht des HEREN bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na de sabbat [dat de schoof werd afgesneden] zal de priester die bewegen” (Leviticus 23:10-11).

Op de eerste dag van de week tijdens het Feest van Ongezuurde Broden werd de eerste schoof gerst, die de vorige dag was gemaaid, naar de priester gebracht, die haar in de lucht heen en weer bewoog om aan God aan te bieden. Deze ceremonie, 50 dagen vóór het Feest van de Eerstelingen (Pinksteren), was bekend onder de naam beweegoffer en had betrekking op de eerste van de eerstelingenoogst.

De eerstelingsgarveceremonie is in vervulling gegaan. De dag dat de garve werd gemaaid is de sabbat waarop Christus is opgestaan uit zijn graf, en de volgende dag, de dag na de sabbat, dat de garve werd bewogen is de dag dat Christus naar de Vader ging om als offer te worden aangeboden. Het maaien is dus de opstanding en het heen en weer bewegen het aanbieden aan God de Vader van het offer Jezus Christus. Na zijn opstanding uit de dood ging Hij de volgende dag, de eerste dag van de week, naar zijn Vader in de hemel die het offer aanvaardde en dezelfde dag kwam Jezus weer terug naar de aarde – het heen en weer bewegen van het beweegoffer.

De ceremonie van de eerstelingsgarve als beweegoffer werd door Christus vervuld op exact de tijd zoals in het Oude Testament is vermeld.

Het offer van Jezus moest dus eerst worden aangeboden aan de Vader alvorens er voor ons leven mogelijk is. Het aanbieden van het offer van Jezus Christus en de aanvaarding van dat offer door God de Vader bevrijdt ons van de doodstraf die wij verdiend hebben. Hierdoor krijgen wij de kans op leven – eeuwig leven.

Vanaf de dag dat de eerste schoof, die Christus uitbeeldt, werd bewogen, mocht het koren gemaaid worden voor eigen gebruik om er brood van te maken (Leviticus 23:14). Christus' opstanding is dus de eerste oogst van de drie oogsten.

De drie oogsten van mensen worden in het Nieuwe Testament genoemd in 1 Corinthiërs 15:22-24: „Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde [en volgorde in tijd]: Christus als eersteling [van de eerstelingen], vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst [de eerstelingen]; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.”

Beseft u de fantastische waarheid? Christus is geen dode Verlosser! Hij stond op uit de dood en bood zich aan als offer in onze plaats! Hij is onze levende verlosser!

Maar Hij was dood! Hij stond op uit de dood – niet uit het leven! Het was de eeuwig levende Vader die Hem opwekte – die Hem eeuwig leven schonk!

Jezus Christus werd een sterfelijk mens met als doel te sterven – om de straf – de dood – voor ons te ondergaan. Hij was sterfelijk. Hij stierf. U bent sterfelijk. U zult sterven. Er bevindt zich namelijk geen onsterfelijk leven – en geen mogelijkheid daartoe – in de sterfelijke mens. God alleen bezit inherente onsterfelijkheid! God is leven – inherent leven – eeuwig leven! God alleen kan leven schenken! Wij kunnen het slechts als gave van Hem ontvangen!

 

 

Geen onsterfelijke ziel

 

De Bijbel leert ons niet dat de persoon die zondigt voor eeuwig voort zal leven, maar „de ziel die zondigt, die zal sterven” (Ezechiël 18:4).

En allen hebben gezondigd! Miljoenen mensen leren tegenwoordig andere mensen te haten. In tijd van oorlog leren mensen te haten. Bezitten deze mensen eeuwig leven – hebben deze mensen een onsterfelijke ziel – hebben zij enig eeuwig leven in zichzelf? Lees het antwoord: „Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft” (1 Johannes 3:15).

Gods Woord zegt duidelijk dat zo iemand geen onsterfelijke ziel bezit!

God zei tegen onze eerste ouder: „stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” (Genesis 3:19). Hij zei niet: stof is het lichaam waarin u leeft – Hij zei „stof zijt gij”.

Uw Bijbel zegt dat de mens sterfelijk is. De mens is sterfelijk vlees, aan bederf onderhevig – onderworpen aan de dood! Allen hebben gezondigd en de straf daarvoor is de dood – de eeuwige dood!

Maar in Johannes 4:24 staat: „God is geest”. En: „Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf” (Johannes 5:26).

Let ook op 1 Johannes 5:11-12: „En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.”

Christus Jezus is een levende Verlosser! Hij stierf om de doodstraf van ons te ondergaan zodat onze vroegere schuld zou kunnen worden uitgewist! God wekte Hem op uit de dood, om een opstanding tot eeuwig leven voor ons mogelijk te maken. Jezus zei: „Ik ben de opstanding en het leven” (Johannes 11:25).

Paulus schreef: „Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Corinthiërs 15:20).

 

 

Waarom het Evangelie van het Koninkrijk?

 

Zijn opstanding nu maakt echter niet alleen behoud van ons mogelijk, maar ook de opstanding van deze stervende wereld.

Want Christus werd opgewekt uit de dood om naar de troon van God de Vader in de hemel op te stijgen om verheerlijkt te worden – om de koninkrijken van deze wereld te ontvangen – en Hij beloofde dat Hij zou terugkeren, zoals Hij ging – maar deze keer als Koning der koningen en Heer der heren, om over de wereld te heersen met de bovennatuurlijke macht van God – om ons de gelukkige wereld van morgen te brengen! Jezus' Evangelie was het goede nieuws van het Koninkrijk van God – van de regering van God – van wereldheerschappij!

De voorwaarden om dat glorierijke en verheerlijkte Koninkrijk binnen te gaan zijn: „Bekeert u” – bekeert u van uw wegen, uw gedachten, de wegen van deze wereld, de wegen die juist schijnen voor een mens, maar tegen Gods volmaakte en heilige wet ingaan – en „gelooft”. Ja, gelooft het Evangelie – gelooft in Christus als persoonlijke Verlosser.

De geïnspireerde Petrus wees de weg: „Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen” (Handelingen 2:38). Dat is de weg naar behoud – de weg tot de eeuwige erfenis in het Koninkrijk van God.

Bij de opstanding van de rechtvaardigen – bij Christus' komst wordt het volgende bekendgemaakt: „Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden” (Openbaring 11:15).

Als we nu berouw hebben en ons bekeren, geloven en door God worden verwekt – als we overwinnen en groeien in genade en kennis – dan zullen we met Christus op zijn troon zitten – we zullen macht ontvangen over de naties om als koningen en priesters onder Christus, de Koning der koningen, te heersen met een ijzeren staf. „En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang” (Openbaring 20:4). „En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf” (Openbaring 2:26-27).

En nu een korte blik in die opgewekte opgestane wereld – de glorieuze, gelukkige Wereld van Morgen – waar eindelijk vrede zal zijn.

„En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. En Hij zal richten tussen vele volkeren en rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren” (Micha 4:1-3).

Wij zien uit naar de komst van die gelukkige dag en bidden: Uw Koninkrijk kome.

Het doel van de opstanding is groots. Gods Koninkrijk komt spoedig. Dat Koninkrijk zal regeren over het 1000-jarige Vrederijk. Daarna zal er een opstanding zijn van alle mensen die in de eerste 6000 jaar Gods geest niet hebben ontvangen. En dan . . . dan staan we aan het begin van verbazingwekkende ontwikkelingen die God heeft voorbereid voor ons.

 

 

U kunt alle dingen beërven

 

Zou God de heerschappij over een sterrenstelsel aan u kunnen toevertrouwen? De opstanding is het begin van een fascinerende toekomst!

Wat zult u over een miljard aantal eeuwen zijn en waar zult u zich bevinden? Zult u stof en as zijn, al lange tijd vergaan en vergeten? Of…?

In deze tijd is de planeet Aarde ons thuis. Het is een unieke plaats. Maar het is niet de enige plaats. Wij kunnen hier vandaan vele andere plaatsen zien.

Wij hebben allemaal weleens naar de sterren gekeken – en daarmee hebben wij een glimp opgevangen van onze bestemming!

 

 

Een enorm universum

 

De meeste plaatsen in de ruimte zijn gegroepeerd tot sterrenstelsels. De Melkweg, waarin wij ons bevinden, is samengesteld uit ten minste 200 miljard sterren (recentere schattingen spreken zelfs van rond de 400 miljard sterren).

In het Woord van God staat dat deze plaatsen niet zomaar zijn geschapen. „Want zo zegt de HERE, die de hemelen geschapen heeft (Hij is God) die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben de HERE en er is geen ander” (Jesaja 45:18).

Ons sterrenstelsel is niet het enige. Verspreid over het universum bestaan er nog talloze andere. Alleen in ons hoekje van de kosmos hebben astronomen al ongeveer een miljard stelsels geteld.

De wetenschap kan slechts gissen hoeveel er zijn – met in ieder stelsel miljarden sterren en planeten – die buiten het bereik van haar onbeduidende instrumenten liggen. Het aantal is naar alle waarschijnlijkheid onvoorstelbaar groot.

Geen wonder dat koning David zei: „De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen” (Psalmen 19:2).

Toch is het grootste deel van de ruimte leeg. „Hij hangt de aarde op aan het niet” (Job 26:7). Dit komt doordat er grote ruimten bestaan tussen de sterren en planeten in ieder stelsel en gigantische afstanden tussen de stelsels onderling.

De sterrenstelsels zijn als enkele stofjes die vrij in een enorme kamer zweven.

Wie weet wat er in al deze lege ruimten kan worden geschapen. Wie weet zeker wat ons ’daarboven’ wacht?

 

 

De ongelooflijke bestemming van de mensheid

 

Let op een intrigerende passage in de Bijbel. De apostel Paulus werd geïnspireerd in de toekomst te kijken. Hij schreef in Hebreeën 2:6-8: „Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet? Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn.”

Hebt u de ongelooflijke betekenis van deze woorden van God begrepen? Lees ze nog eens zorgvuldig. Het is Gods bedoeling dat wij uiteindelijk – wanneer wij ons daarvoor hebben gekwalificeerd – over alles zullen heersen wat Hij heeft geschapen en zal scheppen. Op dit kleine, nietige stofje van een planeet bereidt Hij ons voor op onze grote toekomstige verantwoordelijkheden. Het is zijn wens om ons eeuwig leven te geven en ons te verheffen op het niveau van Gods Gezin.

„En een ieder, die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn naam, zal vele malen meer terugontvangen en het eeuwige leven erven” (Mattheüs 19:29).

„Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods” (Romeinen 8:17-21).

„Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is” (1 Johannes 3:1-2).

Dit alles – de onmetelijkheid van Gods doel voor ons – is zeer fascinerend.

In onze publicatie ’Uw ontzagwekkende toekomst’ kunt u lezen:

„Ons potentieel is te worden geboren in het gezin van God en totale macht te ontvangen! Wij zullen gezag over het gehele universum krijgen!

Wat zullen wij dan doen? Deze teksten wijzen erop dat wij leven zullen schenken aan miljarden dode planeten, zoals leven is geschonken aan de aarde. Wij zullen scheppen op aanwijzing en instructie van God. Wij zullen tot in alle eeuwigheid regeren! Openbaring 21 en 22 laten zien dat er dan geen pijn, geen lijden, geen kwaad meer zal zijn, want wij hebben geleerd Gods weg van het goede te kiezen. Het zal een eeuwig leven van scheppen zijn; wij zullen voortdurend in grote vreugde vooruitzien naar nieuwe scheppingsprojecten, en ook terugzien op wat wij hebben volbracht, in blijdschap en vreugde over wat wij tot stand zullen hebben gebracht.”

De publicatie eindigt met:

„Nooit zullen wij moe of lusteloos worden. Wij zullen steeds levenslustig zijn – vol energie, vitaliteit, bruisend leven, kracht en macht!

Wat een potentieel!”

Het is ongelooflijk, maar God nodigt ons uit om zijn kinderen te zijn en met Hem over de ruimte te regeren.

Maar wij moeten ons eerst voor deze eer kwalificeren.

 

 

Zich kwalificeren om te regeren

 

Hoe kunnen wij ons kwalificeren? Hoe kunnen wij van hier naar daar komen?

Ten eerste beoordeelt onze Schepper ons volgens het principe dat gegeven is in Lukas 16:10: „Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw.”

Let hier goed op. Het is zeer belangrijk. Het is het kernpunt van de hele kwestie. Iemand die hier en nu, op aarde, zijn verantwoordelijkheden kan dragen („in zeer weinig getrouw is”), kan men later de heerschappij over een sterrenstelsel toevertrouwen („in veel getrouw”). De tijd is kort. God verwacht nu dat iedereen zijn plicht doet, hoe onbeduidend die plicht ook mag lijken.

In het voorbeeld van Zacharia 4:10 leert God ons „de dag der kleine dingen” niet te verachten. Wij moeten onze verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. En wat is onze verantwoordelijkheid? Groei in Goddelijk karakter en Gods Werk te steunen zoveel wij kunnen.

Wij moeten allen ogen krijgen om te zien. Draagt u uw aandeel bij door manieren te zoeken waarop u Gods kinderen en Gods Werk kunt helpen? Probeert u te leven op de wijze die Jezus Christus leerde, om God lief te hebben met heel uw wezen en om uw naaste lief te hebben als uzelf? „Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Mattheüs 22:37-39). Vervult u de verantwoordelijkheden van de „zuivere godsdienst” (Jakobus 1:27)? De mensheid is verloederd, vijandig tegen God.

„Overspeligen [die in de geestelijke zin van het woord met de wereld overspel plegen en haar begeerten stelt boven God], weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God” (Jakobus 4:4).

„Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in het boze ligt” (1 Johannes 5:19).

„Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem” (1 Johannes 2:15).

Weten wij wanneer we ons moeten afkeren van bepaalde situaties? Hebben wij daarvoor de moed, ook al betreft het familie, vrienden, werk? Blijven we toch bidden voor hen die zich vijandig opstellen, hebben we hen lief?

Denk niet dat het gebed van één enkele persoon onbelangrijk is. Wij mogen nooit vergeten: „Het gebed van een rechtvaardige vermag veel” (Jakobus 5:16).

Uw verantwoordelijkheden lijken u misschien niet groter dan twijgjes, maar toch zijn zij belangrijk. Twijgjes die stevig samengebonden zijn, vormen een sterke bezem.

De Schepper heeft een plan. Het is Gods bedoeling om alle mensen gedurende 7000 jaar een faire kans te geven. Zijn we alert en blijven we wakker? We kunnen ons leven vergelijken met een reis in onze auto. Dommelen we niet in achter het stuur richting eerste opstanding? Vergeten we niet te tanken (Gods geest te vragen)? Of blijven we langs de weg staan, terwijl Christus en zijn medewerkers klaarstonden als ’pompbediende’ om de tank te vullen.

Zorg dat u gemotiveerd en met enthousiasme, met vriendelijkheid en respect uw reis kunt vervolgen, biddend, studerend, een helpende hand waar u maar kunt. Laat Gods karakter in u ontwikkelen.

Wanneer God de wereld recht wil zetten, wil Hij ons gebruiken om een eind te helpen maken aan het lijden en de ellende van de huidige, slechte tijd. „. . . Gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde” (Openbaring 5:9-10).

Hoeveel zijn we bereid ons op te offeren om God en onze naaste bovenaan te zetten op onze prioriteitenlijst? Als wij nu in onze kleine taken getrouw zijn, kunnen wij later worden gebruikt om miljoenen te helpen blijvend geluk en vervulling te vinden.

 

 

Een eeuwigheid van prestaties

 

Aan het eind van het Millennium zal God beginnen het gehele universum in het goede spoor te zetten. De planeten zijn nu nog „woest en ledig”.

Zoals een pottenbakker van een homp ruwe klei een voorwerp maakt, zo zal God van de kosmos een pronkstuk maken waar het zeer goed toeven zal zijn. Denk eens aan al die miljarden sterrenstelsels, die elk miljarden sterren en planeten omvatten en wachten op de verschijning van de zonen van God. „Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods” (Romeinen 8:19). En die oneindig lege ruimte? God heeft ons nog niet verteld wat daarmee zal gebeuren. Maar denk eens aan de mogelijkheden!

Het ware volk van God is erfgenaam van al deze dingen. „Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn” (Openbaring 21:7). Wij hebben het ongelooflijke en onverdiende privilege dat God ons uitnodigt om ons bij zijn Gezin te voegen. God heeft het verlangen om ieder van ons in zijn Koninkrijk te zien.

God is zo bezorgd over ons dat zelfs de haren op ons hoofd zijn geteld. „En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld” (Mattheüs 10:30). Maar Hij zal zijn normen niet verlagen. God zal ook niet de dingen voor ons doen die wij zelf kunnen doen.

Wij moeten zelf de werktuigen gebruiken die Hij ons geeft. God zal ons bijvoorbeeld 's ochtends niet uit bed halen en ons ontbijt voor ons klaarmaken. Wij moeten zelf opstaan en iets bereiken met de werktuigen, zowel lichamelijk als geestelijk, die Hij ons geeft als wij erom vragen.

Wij hebben ons lot in eigen hand. De manier waarop wij ons door dit leven slaan, bepaalt of wij zullen regeren over sterrenstelsels.

Als wij nu in onze kleine taken getrouw zijn, zullen wij bij de terugkeer van Jezus Christus in geestelijke wezens worden veranderd en de heerschappij over deze wereld ontvangen. „En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen” (Openbaring 2:26). „Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon” (Openbaring 3:21). Wij zullen niet van voedsel en water afhankelijk zijn en uiteindelijk in staat worden gesteld om door de ruimte te reizen en de regering van God eeuwig uit te breiden.

„Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede” (Jesaja 9:6).

Op dit moment moeten wij over ons innerlijk regeren – die moeilijke, kleine ruimte tussen onze oren. De buitenaardse ruimte komt later.

Onthoud dit: slechts een zeer klein deel van ons leven hoeft als mens te worden doorgebracht. Een paar tientallen jaren van arbeid, problemen en beproevingen is een lage prijs voor een eeuwigheid van productief geluk bij het regeren over de kosmos.

Laten wij ons kwalificeren, en over miljarden jaren zullen wij dit leven in een ander perspectief zien.

Wij zullen ons herinneren dat God hier met een Werk bezig was en dat wij de eer hadden om van dat werk deel uit te maken. Niets anders zal belangrijk zijn – ook niet het ernstigste probleem waarover u zich nu zorgen maakt.

Wanneer anderen u in een tijd die nog in de toekomst ligt zullen vragen hoe u zich heeft gekwalificeerd om tot de eerste leden van Gods Gezin te behoren, wensen zij geen uitgebreid commentaar over alle details van uw leven. Het zal hen niets kunnen schelen hoeveel u bezat en besteedde. Het zal dan van geen betekenis zijn hoe groot of hoe klein uw banksaldo was. Het zal er niets toe doen of u in een paleis leefde of in een hut. Het zal over een eeuwigheid zelfs niets uitmaken of u een atleet was die door dit korte leven snelde, of een gebrekkig lichaam had en zich pijnlijk een weg naar Gods Koninkrijk moest banen. „Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden” (Romeinen 8:18).

Als men u in de eeuwen die komen vraagt hoe u zich heeft gekwalificeerd om een God te worden, zal het voldoende zijn – en meer dan voldoende – wanneer u zich tot hen wendt en eenvoudig zegt: „Ik diende met Gods volk in het tijdperk vóór de terugkeer van Christus op aarde. Ik behoorde bij het team. Ik deed alles wat ik kon om de grote opdracht te vervullen.”

Het doel van de opstanding is een fantastische uitdaging, in het bijzonder de eerste opstanding.



Terug naar de Home Page

 

web
analytics