Voor literatuurlijst klik hier.

 

 

WEES POSITIEF

in een negatieve wereld

 

 

Miljoenen mensen worden beheerst door angsten en zorgen.
Wat is de bijbelse methode om van dit chronisch probleem
af te komen? Kennen we het positieve perspectief?

 

 

Wat zijn onze eerste gedachten als we iemand voor het eerst ontmoeten? Hoe reageren we? Wat laat bij ons de grootste indruk achter? Het uiterlijk van de persoon? Of diens stem? Of zijn of haar kleding?

En wat denken we als we iemand al kennen? Wat komt het eerst in onze gedachten wanneer we hem of haar zien? Zijn of haar fouten? Een misverstand dat we eens hebben gehad? Of misschien een onrechtvaardigheid die ons door deze persoon is aangedaan?

Of hebben we in het algemeen aangename gedachten wanneer we iemand ontmoeten, hetzij een oude kennis hetzij een vreemde?

Wees eerlijk. Neem de tijd om hier eens rustig over na te denken.

En wat zijn onze eerste gedachten als we 's morgens opstaan? Goede of slechte? Aangename of onaangename? Worden we al gekweld door de diverse problemen waarmee we die dag zullen worden geconfronteerd?

Het zou ons niet vreemd moeten zijn te vernemen dat ons welzijn voor een groot deel afhankelijk is van onze houding, onze gemoedstoestand.

Op een prachtige morgen wandelde een bejaarde man in een park en groette lachend een student en zei: „Wat een prachtige dag, hè?” Zonder aarzeling antwoordde de jonge man: „Inderdaad, maar ze zeggen dat er in de loop van de dag veel smog komt!”

Wat ontmoedigend! Maar zo denken en redeneren we meestal. Overmeesterd door de vrees voor wat ons te wachten staat, zijn we blind voor de schoonheid om ons heen. Wij denken aan de smog die misschien later komt, in plaats van aan de zonneschijn waar we op dit moment van zouden kunnen genieten.

 

 

Reken af met uw zorgen

 

Jezus zei in Mattheüs 6:25-34: „Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.”

„Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.” Dát is het positieve perspectief van de mens.

„Wat zijt gij bezorgd?” vroeg Jezus in vers 28 aan zijn discipelen.

Toch werd niemand met meer moeilijkheden, eisen, gevaren en verantwoordelijkheden geconfronteerd als Jezus Christus.

Al als kind was Hij het doelwit van een demonische koning. Mattheüs 2:13-16: „Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind [Jezus] en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, en daar bleef hij tot de dood van Herodes, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen. Toen Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, ontstak hij in hevige toorn en zond bevel om in Betlehem en het gehele gebied daarvan al de jongens van twee jaar oud en daar beneden om te brengen, in overeenstemming met de tijd, die hij bij de wijzen had uitgevorst.”

Als jongen moest Hij de talloze verraderlijke valstrikken van de pubertijd vermijden. Lukas beschrijft zijn wijsheid toen Jezus een jongen van twaalf was in Lukas 2:42-51 en schrijft vervolgens over zijn tienerjaren tot volwassenheid in vers 52: „En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen.” Ook tijdens zijn prediking moest Hij er zorgvuldig voor waken iets te zeggen of te prediken wat zijn vijanden een excuus zou geven om een eind aan zijn werk te maken. Mattheüs 22:15: „Toen gingen de Farizeeën heen en beraadslaagden, hoe zij Hem in een strikvraag konden vangen.” Toch waren zijn woorden krachtig en gezaghebbend. Markus 1:22: „En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de schriftgeleerden.”

Nooit moest iemand zo'n gevaarlijk smalle weg bewandelen als Jezus Christus. Aan het eind ervan stierf Hij een marteldood, een duivelse, wrede terechtstelling, met daarbij nog de bitterheid van vernedering, verraad en eenzaamheid.

Toch leerde Hij zijn discipelen zich geen zorgen te maken, zoals we gelezen hebben in Mattheüs 6:25-34.

De schuldeloze Verlosser van ons allen stierf ongetrouwd, kinderloos, veracht en van iedere menselijke vertroosting verstoken. Dat Hij niet getrouwd was, wordt door velen die zich christen noemen, niet begrepen. Hij wist hoe en wanneer Hij gedood zou worden. Hij wilde geen jonge vrouw en kleine kinderen achterlaten. Een gezin sticht je voor de toekomst.

Wat voor inzicht bezat Hij om zorgen het hoofd te bieden? Hoe kunnen wij de knagende, slopende bezorgdheid, dit morbide pessimisme over de zorgen van dit leven overwinnen? Lukas 21:34: „Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling over u kome.” Welk inzicht bezat Jezus dat zijn discipelen ook verworven? Immers, ook zij wisten uiteindelijk hun zorgen te overwinnen, iets wat ook wij moeten doen.

In Filippenzen 4:6 schreef Paulus aan de Gemeente: „Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.”

Hoe kunnen wij deze woorden in ons leven vervuld zien? Iedereen moet problemen en beproevingen doormaken, in het bijzonder bij onze pogingen ons los te maken van deze ten dode opgeschreven wereld, een maatschappij die uitermate vindingrijk is in het ontdekken van de zwakke plekken in onze christelijke wapenrusting.

Hoe kunnen wij afrekenen met onze zorgen?

 

 

Waar is ons vertrouwen?

 

Houd steeds in gedachten dat Jezus Christus, ons voorbeeld, de pionier van ons behoud, veel meer moest doormaken dan wij ooit zullen hoeven doormaken. Hebreeën 2:10: „Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.” Jesaja 53:3-4: „Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte.”

Hebreeën 4:15: „Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen.”

Dat is de reden waarom wij de zienswijze van God zo hard nodig hebben! Boeken, therapieën en medische adviezen kunnen ons slechts tot op zekere hoogte helpen. Want fundamenteel is het leven van de mens zonder God tragisch en zinloos.

Prediker 1:2: „IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!” Prediker 8:7-8: „Niemand toch weet wat er geschieden zal, want wie zal hem te kennen geven, hoe het gaan zal? Geen mens heeft macht over de wind om hem tegen te houden; en niemand heeft macht over de dag des doods.”

De grote mannen en vrouwen van de Bijbel zagen de grootste problemen van het leven moedig onder ogen. Zij schrokken er niet voor terug om de grote levensvragen aan de orde te stellen, zij weken niet terug voor de werkelijkheid.

In een tijdperk waarin wij binnen niet meer dan 25 minuten met nucleaire vernietiging kunnen worden geconfronteerd, hebben wij hun ervaringen als kracht en leiding nodig.

Alleen Gods dienaren hebben het antwoord op bezorgdheid. Alleen de Bijbel geeft duidelijke, concrete antwoorden op de problemen die deze generatie tot wanhoop drijven. Of het nu gaat om de dreiging van een atoomoorlog, de angst voor een examen, gezondheidsproblemen, de confrontatie met familieleden over gevoelige kwesties of zelfs het vinden van de kracht om hulp te zoeken voor ernstige problemen – lees verder! Deze adviezen komen uit het Woord van God, de grond waarop u uw leven moet bouwen. Johannes 17:17: „Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.”

Laten wij analyseren hoe wij met bezorgdheid, vrees en angst moeten omgaan. Laten wij waarheden hervinden die sommigen al gevonden hebben, maar laten wij ze in verband brengen met het licht dat nooit faalt, de inspiratie van Gods Woord. Psalmen 119:92: „Ware uw wet niet mijn verlustiging geweest, dan was ik vergaan in mijn ellende.” Vers 130: „Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht.”

 

 

Fundamentele feiten

 

Deskundigen die mensen helpen angst te overwinnen, vragen hen soms over de volgende drie dingen na te denken:

Ten eerste, stel uzelf de vraag: „Wat is het ergste dat er kan gebeuren?”

Ten tweede, „Kan ik zo nodig het ergste mentaal aan?”

Ten derde, „Is er een manier om het ergste minder erg te maken?”

Jezus Christus legde deze test af in Gethsémané. Mattheüs 26:36-44: „Toen ging Jezus met hen naar een plaats, genaamd Getsemane, en Hij zeide tot de discipelen: Zet u hier neder, terwijl Ik heenga om daar te bidden. En Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs mede en Hij begon bedroefd en beangst te worden. Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt met Mij. En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. En Hij kwam bij zijn discipelen en vond hen slapende, en Hij zeide tot Petrus: Waart gijlieden zo weinig bij machte een uur met Mij te waken? Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. Wederom, ten tweeden male, ging Hij heen en bad, zeggende: Mijn Vader, indien deze beker niet kan voorbijgaan, tenzij dan dat Ik die drinke, uw wil geschiede! En toen Hij terugkwam, vond Hij hen slapende, want hun ogen waren bezwaard. En Hij liet hen daar en ging wederom heen en bad ten derden male, opnieuw dezelfde woorden sprekende.”

Hij had zelf de grimmige profetieën over zijn eigen wrede dood laten opschrijven. De mentale druk om te ontsnappen, om te vluchten en het werk achter te laten, was folterend. Driemaal vroeg Hij zijn Vader in gebed of er voor de kruisiging geen alternatief was.

Lukas 22:44: „En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen.”

Deze dodelijke angst bestaat uit mentale druk, psychische foltering, het soort innerlijke onbehagen dat wij voelen als wij slecht nieuws vernemen, met bedreigende situaties worden geconfronteerd of uiterst moeilijke beslissingen moeten nemen. Daarom betekent het Griekse woord voor dodelijke angst tevens ’strijd’ of ’worsteling’.

Wanneer wij angstig of bezorgd zijn, verstoren wij de natuurlijke harmonie en balans van onze geest. Geen wonder dat wij innerlijke onrust en verwarring ervaren. Het defensieve systeem van het lichaam reageert op deze worsteling in onze geest.

Daarom houdt niemand van zorgen of angst.

1 Johannes 4:18: „Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.” „De vrees houdt verband met straf.” Angst verdeelt de geest. Sommige mensen zijn dan absoluut niet in staat te functioneren. Jezus Christus zei: „Wees niet bezorgd” (Mattheüs 6:25).

Wat deed Jezus zelf?

Hij werd geconfronteerd met het ergste, aanvaardde het en begon zich aan de nieuwe situatie aan te passen – ook al betekende dat zijn eigen dood. De meeste van onze problemen zijn lang zo ernstig niet, dus kunnen wij inspiratie uit zijn voorbeeld putten.

1 Petrus 2:21: „Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden.”

Hebreeën 3:1: „Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus.” Vers 14: „Want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.”

Romeinen 8:17: „Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.”

1 Corinthiërs 11:1: „Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.”

 

 

De relatie tussen lichaam en geest

 

Het gevaar is nu dat, als wij de problemen en beslissingen van het leven niet volgens deze methode aanpakken, dat dan de straffen aan ons lichaam worden doorgegeven. Er treden psychosomatische ziekteverschijnselen op: de geest legt haar zieke toestand via het zenuwstelsel op aan het lichaam.

Salomo stelde dit al 3000 jaar geleden vast. Spreuken 11:17: „Wie onbarmhartig is, kwelt zijn eigen vlees.” Spreuken 14:30: „Een zachtmoedig hart is leven voor het vlees, maar jaloersheid is vertering voor de beenderen.” Spreuken 17:22: „Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren.”

Dit is dus nog een reden om niet te piekeren: het is de schade die het aan de gezondheid toebrengt niet waard.

Medici vertellen dat de meeste ongewone, bizarre ziekteverschijnselen door emotionele problemen kunnen worden veroorzaakt. Ze zeggen dat bij veel patiënten die klagen over pijn in het achterhoofd, uitstralend naar de nek, die pijn wordt veroorzaakt door emotionele spanning in deze spieren. Verder beweren ze dat meer dan 50 procent van de patiënten die klagen over een maagzweerachtige pijn, blijkt geen maagzweer te hebben, maar lijdt slechts aan een emotionele spierpijn in de maag.

Artsen hebben ontdekt dat de meeste door emoties opgeroepen ziekten niet worden veroorzaakt door één grote, verschrikkelijke emotie of een reeks rampen, maar door de monotone drup, de drup van schijnbaar onbelangrijke, maar stressrijke emoties als angst en ontmoediging, kortom bezorgdheid!

Helaas is het ook waar dat artsen, die de medische ontwikkelingen onvoldoende volgen of snel geneigd zijn tot een vooroordeel, bepaalde klachten snel in een psychologisch vat gieten, waardoor de patiënt extra wordt gekweld.

 

 

Als het ergste gebeurt

 

Maar wat als het ergste gebeurt, zoals zo zelden het geval is? Wat als u een dodelijke ziekte blijkt te hebben of in een situatie komt die u niet kunt verbeteren, maar die u moet verdragen?

Het antwoord is dat dezelfde principes die op kleine zorgen van toepassing zijn, ook op grote zorgen van toepassing zijn. Het recept is altijd hetzelfde: een vertrouwende, positieve aanpak. 2 Timotheüs 1:7: „Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.”

Hoe kunnen wij ons dit eigen maken? Hoe kunnen wij leren om te gaan met onze angsten en zorgen, met de grote teleurstellingen in het leven of het negativisme en de zinloosheid die onze geest binnensijpelen door het contact met deze hopeloze wereld?

Hier volgen een paar punten die u kunnen helpen:

1. Dompel uw geest in positieve emoties: vrede, moed, vreugde, vertrouwen. Dit zijn heilzame, plezierige gevoelens. En het is niet slechts „de macht van positief denken” – het zich op eigen kracht opwerken. Doorslaggevend is dat de heilige geest van God, die ons na bekering en doop ter beschikking staat, positieve menselijke gevoelens onmetelijk kan versterken. Galaten 5:22-23: „Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.”

In plaats van driftbuien die onszelf en anderen uren- of zelfs dagenlang prikkelbaar, afwerend en zelfrechtvaardigend maken, moeten wij leren vleselijke uitlatingen te vervangen door de wijze, heilzamer instelling van Gods geest, de macht van de ware liefde. 1 Corinthiërs 13:4-5: „De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.”

Hoe zou u het vinden om voor zo iemand te werken? Hoe zou u het vinden om zo'n zoon of dochter te hebben? Wie zou niet graag zo'n collega of buurman hebben?

Als u dat wenst, wees dan zelf zo. Dit is tenslotte de gulden regel, en die werkt. Lukas 6:41: „Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?”

Hoeveel mensen passen deze regel toe? Hoeveel mensen zijn werkelijk gelukkig?

De beste bron van positieve gevoelens is het Woord van God. Lees Psalm 119 en zie hoe David God dankte en loofde voor zijn fantastische geschenk aan de mensheid, de Bijbel.

2. Werk samen met het onvermijdelijke en maak u niet druk om kleinigheden. Zelfs als u ernstige zorgen hebt – een ernstige ziekte, bijvoorbeeld – biedt Gods Woord hulp en hoop. Tenslotte werd het bebloede, verminkte lichaam van Jezus Christus aanvaard als de prijs voor onze zonden. Jesaja 53:5: „Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.” Geestelijke en fysieke genezing is mogelijk. Psalmen 103:2-3: „Loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet één van zijn weldaden; die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest.”

Concentreer u op het grote doel. Romeinen 8:18-19: „Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.” Vers 26: „En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp.” Vers 28: „Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.”

Eén reden waarom God ziekte en gezondheidsproblemen laat bestaan is om ons eraan te herinneren dat dit fysieke, vleselijke bestaan slechts een tijdelijke fase in zijn plan is. 1 Corinthiërs 15:50: „Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet.”

Uiteindelijk zullen wij worden opgenomen in een geestelijk gezin van goddelijke, onsterfelijke wezens. Filippenzen 3:20-21: „Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.”

Daarom zei Jezus in Mattheüs 6:33: „Zoekt eerst Zijn Koninkrijk.” Dit is de eerste, fundamentele realiteit. Soms kunnen wij dit alleen door zware beproevingen leren, maar laat u niet ontmoedigen. Zelfs van Jezus Christus zegt de Bijbel in Hebreeën 5:8: „En zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden.”

Zoek in beproevingen naar de les, het punt dat God u wil doen inzien om u voor de eeuwigheid beter geschikt te maken. Dan zult u dit ontdekken (Filippenzen 4:7): „De vreze Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden [en een afweer zijn tegen ziekten van de bloedvaten en de geest] in Christus Jezus.”

Sommige dingen kunt u niet veranderen: uw uiterlijk, ouder worden en de daarmee gepaard gaande slijtage, financiële beperking, verloren vrienden, gedwongen verhuizing. Aanvaard deze dingen dapper. Ook Paulus moest leren een goede verliezer te zijn: Filippenzen 4:12: „Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.”

3. Blijf actief en verspil geen tijd aan wraak. Moeilijkheden hebben een verborgen nut. Psalmen 119:71: „Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren.” Soms worden wij door ernstige zorgen en beproevingen naar God gedreven. U kunt er niet veel tegen doen als u bekritiseerd en belasterd wordt. Alleen God is onze toevlucht. Psalmen 71:1: „Bij U, o HERE, schuil ik; laat mij nimmer beschaamd worden.”

Probeer veel van de kritiek die op u afkomt te zien als een verkapt compliment: hoge bomen vangen immers veel wind. Misschien geeft u aanleiding tot afgunst. Misschien wekt u de vijandschap op van degenen die ook Gods vijanden zijn. Mattheüs 5:11: „Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.” Doe uw best en ga door.

Vanzelfsprekend heeft een verstandig mens zelfkritiek en is zich van zijn zwakheden bewust. 1 Corinthiërs 11:31: „Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen.” Dit voorkomt dat hij door de kritiek van buitenaf wordt verpletterd. Werk hard en laat God u tegen uw critici beschermen. Hebreeën 13:6: „Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?”

4. Denk aan uw gezondheid en regel uw leven zo goed mogelijk. Veel zorgen en nervositeit worden veroorzaakt door een slechte lichamelijke gezondheid. God heeft het menselijk lichaam tot een sterk en veerkrachtig organisme gemaakt, maar wij moeten allemaal veel meer aan de conditie ervan werken.

Gifstoffen en opgehoopte afvalstoffen in het lichaam die spanning kunnen opwekken, kunnen vaak door krachtige lichamelijke activiteit worden afgevoerd. Het fantastische menselijke mechanisme heeft af en toe een goede training nodig. Werk daaraan, misschien op een sportclub, in ieder geval is dagelijkse lichamelijke activiteit nodig en dus mentale discipline.

Vergeetachtigheid en uitstel roepen spanningen en zorgen op. Breng systeem in uw leven. Er zijn efficiënte (elektronische) middelen om ons aan onze dagelijkse verplichtingen en afspraken te herinneren. Stel het nemen van beslissingen niet uit als u alle feiten tot uw beschikking hebt. Schakel anderen in, houd goed toezicht en breng systeem in het gezinsleven. Een goede planning verlicht de werkdruk.

Wij moeten zo veel mogelijk de zorgen over kleine dingen en aardse details uitbannen. Dat zal ons meer energie geven om andere, grotere uitdagingen in het leven aan te kunnen. God is niet de schepper van verwarring. 1 Corinthiërs 14:33: „Want God is geen God van wanorde, maar van vrede.”

5. Wijd u aan anderen en aan een zaak die groter is dan uzelf. De Amerikaanse president John F. Kennedy deed een beroep op het idealisme van een hele generatie toen hij verklaarde: „Vraag niet wat uw land voor u kan doen, maar wat u kunt doen voor uw land!” Wij die het evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, hebben deel aan een werk dat de redding van de mensheid tot doel heeft. Irreëel?

Er is een Schepper-God die al vanaf het begin het einde kent. Jesaja 46:10-11: „Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen; die uit het oosten een roofvogel roep, uit een ver land de man van mijn raadsbesluit; Ik heb gesproken, Ik doe het ook komen; Ik heb het ontworpen, Ik breng het ook tot uitvoering.”

Zijn tijdschema staat onveranderlijk vast. Vredesbewegingen, liefdadigheid, milieugroeperingen, tegenstanders van de bewapeningswedloop, alle onbaatzuchtige en nobele inspanningen van de mens kunnen niet voorkomen dat God zich aan zijn schema houdt, of dat de menselijke omstandigheden verslechteren. In het boek Openbaring laat Jezus Christus aan Johannes o.a. d.m.v. zeven zegels en zeven bazuinen zien wat Hij op zijn kalender heeft gezet. 

Gods tijdschema is eenvoudig: waarschuwing, Grote Verdrukking, terugkeer van Jezus Christus, behoud. Niemand kan in dit fundamentele plan enige verandering brengen. Jesaja 43:13: „Ook voortaan ben Ik dezelfde en niemand redt uit mijn hand. Ik werk, en wie zal het keren?”

De beste pogingen van de mens mislukken. God faalt nooit. Jesaja 42:4: „Hij [Christus] zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht.” Hij wil dat deze wereld gewaarschuwd wordt en van zijn plannen met deze planeet op de hoogte wordt gebracht: Amos 3:7: „De Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten.”

De publicaties op onze website helpen mee de enige zekere hoop van de wereld te verkondigen: de wereld van morgen onder de regering en het bestuur van Jezus Christus en zijn met zorg uitgekozen staf.

Wij moeten het volgende leren: onszelf dienen werkt nooit, God en de naaste dienen werkt altijd. Mattheüs 22:36-40: „Meester, wat is het grote gebod in de wet? Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.”

Ook wij hebben een taak, een taak die veel groter is dan wij zelf zijn. Het menselijke leven is zinloos als wij het grote plan van God buiten beschouwing laten. Prediker 12:8: „IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, alles is ijdelheid!” De mens is zó gemaakt dat hij God nodig heeft, dat hij met God moet wandelen en dat hij bezig moet zijn met het vervullen van Gods uiteindelijke doel.

U hebt een kans om die ontbrekende dimensie te vinden. Wij helpen de basis te leggen voor een nieuwe beschaving die binnenkort op deze aarde zal worden gevestigd, een beschaving die rust op het principe van geven, een maatschappij die erop uit is anderen te helpen hun ongelooflijke potentieel te verwerkelijken.

Tenzij wij dat doel vervullen, zullen wij altijd onder depressies en zinloosheid gebukt blijven gaan, onder het alles overheersende gevoel van hopeloosheid dat deze maatschappij in zijn greep heeft. Het zal ons nooit lukken in onszelf gemoedsrust te vinden. Spreuken 3:5: „Vertrouw op de HERE met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet.” Waarom niet? Omdat er zonder God geen hoop is op een toekomstig leven, een leven na het graf, een leven van dienstbaarheid en onvermoede betekenis.

Gewapend met deze hoop op een toekomst van dienstbaarheid en vervulling onder God, kunnen wij de verraderlijke stromingen van het leven opgewekt, hoopvol en doelbewust overwinnen. Openbaring 21:7: „Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.”

Met de hulp van God kunnen wij onze zorgen de baas worden. Wij kunnen instemmen met koning Salomo in Spreuken 23:17-18: „Uw hart zij niet na-ijverig op de zondaren, maar beijvere zich voortdurend de Here te vrezen; waarlijk, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden.”

 

 

Hoe wij werkelijk gelukkig kunnen zijn

 

Wat is waar geluk? Hoe kunnen we het bereiken, nu en in de toekomst?

Bent u gelukkig? Bent u werkelijk gelukkig?

Misschien dringt geen enkele andere vraag zo diep door tot achter ons masker van tevredenheid.

Want, wanneer ons gevraagd wordt of we gelukkig zijn, worden we gedwongen om diep in ons hart te spitten, dieper dan onze doeleinden, onze problemen, onze bezittingen, onze verwachtingen en onze dromen, in de meest persoonlijke schuilhoeken van ons wezen. Hier, diep in ons binnenste, op plaatsen waar we zelden de vorsende ogen en oren van anderen toelaten, bewaren wij het antwoord op deze vraag.

En dat antwoord is, ofschoon het een vreugdevol „ja!” kan zijn, maar al te vaak een somber „soms” of een verslagen „ik weet het niet” of een gedeprimeerd „nee, ik geloof het niet”.

Hoe staat het met u? Bent u gelukkig? En, omdat u gelukkig behoort te zijn, hoe zou u het dan kunnen bewerkstelligen?

Hoe precies dienen wij als christen te staan tegenover dit thema van „gelukkig zijn”?

 

 

Wat geluk niet is

 

Wij zouden kunnen beginnen met een definitie van het woord geluk te geven. Maar begrip van wat geluk is zal ons níet ver op weg helpen bij de poging een goddelijk perspectief van dit onderwerp te verkrijgen.

Diep in het menselijk hart houdt zich de verkeerde opvatting schuil: „Als ik deze problemen of zorgen maar niet had, dan zou ik wel gelukkig zijn!” Het vrij zijn van problemen of zorgen zou u evenwel niet gelukkig maken, aangezien geluk niet het vrij zijn van deze dingen is.

Iemand kan niet werkelijk gelukkig zijn, tenzij hij streeft naar het doel waarvoor God hem op deze aarde heeft geplaatst. En dit doel is niet gewoon gelukkig zijn overeenkomstig de opvatting van deze wereld.

Nee, God plaatste u hier om door beproevingen en moeilijkheden en problemen heen te gaan! Waarom? Met het doel om het karakter te ontwikkelen dat noodzakelijk is om zijn Koninkrijk binnen te gaan. Beproevingen en problemen zijn er om u te helpen u te ontwikkelen tot een ware zoon van God!

Als u op de een of andere wijze aan alle problemen weet te ontkomen, dan zult u er eveneens aan „ontkomen” een zoon van God te worden, en dat is geen bevredigend alternatief.

Nee, geluk is niet het tegendeel van problemen – verveling is dat wel! Verveling is een van de voornaamste oorzaken van ongelukkig zijn in de wereld van vandaag.

Ook rijk zijn houdt niet in dat men gelukkig is. Geld kan bijvoorbeeld het probleem van uw gas- en elektriciteitsrekening oplossen, maar het kan echter uw huwelijksproblemen, uw depressies en de problemen met uw kinderen of uw vrienden niet oplossen. In feite kan geld vaak de oorzaak zijn van een hele nieuwe reeks problemen waarmee degene met weinig middelen niet wordt geconfronteerd.

Zoals Christus zei in Lukas 12:15: „Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.”

Wij leven in de neem-generatie. Geluk is echter niet iets dat u zich kunt toe-eigenen door te proberen het iemand anders af te nemen. In werkelijkheid wordt juist het geluk verdreven door de poging het op onze manier te verkrijgen, want God heeft het leven zo ontworpen dat het slechts in ons voordeel werkt, wanneer wij handelen volgens het principe van geven in plaats van nemen. Handelingen 20:35: „Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen.”

Geluk is niet iets dat we op onze manier kunnen krijgen. Het is iets dat naar ons toe komt als we de levensprincipes gehoorzamen die het voortbrengen.

 

 

De zuilen van geluk

 

Geluk kan worden beschouwd als een geestelijk onderdak in dit stormachtige leven. Als het indrukwekkende plafond van een fabelachtig gebouw bevindt het zich boven ons en overschaduwt ons, terwijl het op zuilen rust.

Hoe meer van deze zuilen we gebruiken, hoe beter ons geluk zal standhouden. Maar als we deze zuilen verwaarlozen en ze laten vervallen, zal ook het dak van geluk instorten.

Wat is dan in dit licht bezien geluk? Geluk is de positieve, serene geestestoestand die automatisch het gevolg is van leven in overeenstemming met de door God verordineerde wetten en principes op basis waarvan ons leven en de wereld rondom ons functioneren.

Hier volgen zeven zuilen van geluk die onze bijzondere aandacht verdienen.

 

 

Het doel van het leven

 

De eerste zuil wordt gevormd door begrip van het doel van uw bestaan en van de ware God die dat doel vaststelde.

Ongeacht hoeveel materieel succes iemand zal behalen, ongeacht hoeveel bezittingen hij zal verwerven of hoe intellectueel ontwikkeld hij is, hij zal altijd in het leven blijven ronddolen en nooit waar geluk kennen zolang hij het doel van het leven niet kent.

Ware christenen bezitten die kennis en die hoop en daarom ook dat geluk. Zoals Gods Woord zegt in Psalmen 146:5: „Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft, wiens verwachting is op de Here, zijn God.” En Psalmen 144:15: „Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de Here is!”

Wij zijn dat volk, als we werkelijk bekeerd zijn. Wij hebben de grote God als onze Heer. Wij weten waarom we zijn geboren en wat ons doel is. En wij kunnen waar geluk kennen.

 

 

Gezin

 

De tweede zuil van geluk wordt gevormd door een gezin waarin vertrouwelijkheid en liefde heerst.

De Almachtige God zelf weet dat het hebben van een gezin een van de grootste vreugden is. Hij heeft deze waarheid getoond met zijn verlangen om zijn eigen Gezin uit te breiden met kinderen, die samen de Gemeente vormen, de vrouw voor zijn Zoon Jezus Christus. De leden van de Gemeente zullen bij Jezus Christus' terugkomst in Gods onsterfelijke, geestelijke Gezin geboren worden. Of we nu vader, moeder, zoon of dochter zijn maakt niet uit, we zijn er allemaal bij betrokken. Als we de ware betekenis van het gezin kennen en koesteren, onderhouden we deze belangrijke zuil van geluk.

Deze wereld profiteert niet veel van het geluk dat door goede gezinsrelaties wordt teweeggebracht. Scheiding door gestrande huwelijken, familieruzies, man-vrouw en ouder-kind conflicten zijn in onze maatschappij belangrijke bronnen van hartzeer. Wanneer echter het gezin functioneert als een eenheid waarvan de leden elkaar liefhebben en voor elkaar zorgen, dan geeft het meer bevrediging en geluk dan welke fysieke instelling ook.

De kameraadschap en liefde van een sterke gezinsrelatie beelden niet alleen Gods toekomstige Gezin uit, waarin God zelf groot geluk zal vinden, maar dienen tevens als een fundamentele zuil van geluk in ons eigen leven.

 

 

Arbeidsprestaties

 

De derde zuil van geluk is een voldoening gevende, uitdagende baan, functie of carrière waarin u kunt geven door een eigen bijdrage te leveren.

Salomo schreef in Prediker 3:13: „Kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, dan is dat een gave Gods.” Salomo wijst hier op een leven, dat genot en arbeid met elkaar verbindt. Eten van de vrucht van zijn arbeid. De arbeid is hier zowel een weldaad als het eten en drinken. Salomo onderkende de waarde van werk. Hij begreep dat mannen en vrouwen zijn gemaakt om productief te zijn en iets aan hun maatschappij bij te dragen.

Maar wees voorzichtig. Uw baan of andere verantwoordelijkheden in het leven zullen slechts geluk teweegbrengen als uw inspanningen erop gericht zijn om een bijdrage te leveren in plaats van te nemen. Iedereen die met zijn ellebogen werkt, terwijl hij voor zichzelf op zelfzuchtige, ijskoude wijze probeert te bouwen en te bouwen en te bouwen, zal slechts narigheid in plaats van geluk ondervinden. Want, zoals eerder verklaard werd, geluk wordt verdreven door de geestelijke instelling van nemen, en bevorderd door die van geven.

Als u een functie of carrière heeft waarin u kunt geven, dan kunt u er geluk in vinden.

Natuurlijk zou het ideaal zijn als uw carrière of baan u bovendien nog zou uitdagen en fysieke voldoening zou schenken.

Maar als u een baan hebt die geen voldoening schenkt, omdat u er een hekel aan hebt? Wees er in de eerste plaats zeker van dat de baan inderdaad hiervan de oorzaak is – en dat u niet onvoldaan bent louter vanwege het nastreven van verkeerde waarden.

Maar als uw baan er werkelijk de oorzaak van is en u om financiële of andere dwingende redenen niet in de positie verkeert om naar een meer bevredigende baan uit te zien? Lees verder.

 

 

Karaktergroei

 

De volgende zuil van geluk is groeien in karakter. We zien hier de waarde van beproevingen en tegenspoed. Deze bevatten namelijk de kiem van waar geluk, want de beproevingen dragen bij tot het bouwen van karakter. En met karakter ontvangen we een dubbele zegening.

Ten eerste leidt het proces van karakterontwikkeling zelf tot geluk en voldoening. God heeft namelijk dit proces bedoeld om een gevoel van vervulling en voldoening – en van geluk – te schenken.

Ten tweede is het ontwikkelen van karakter een eerste vereiste om zich voor het Koninkrijk van God te kwalificeren. En de wetenschap dat het karakter dat we hebben ontwikkeld ons goed van pas komt met betrekking tot Gods Koninkrijk, brengt vreugde teweeg.

Zoals de apostel Paulus verklaarde in 2 Corinthiërs 12:10: „Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.”

 

 

Goede werken

 

Door het doen van goede werken (de vijfde zuil) wordt krachtig aan geluk gebouwd. De wijze koning Salomo schreef in Spreuken 14:21: „Wie zijn naaste veracht, zondigt; maar welzalig hij, die zich ontfermt over ellendigen.”

Het doen van goede werken brengt ons om meer dan één reden geluk. Als wij goede werken doen, brengen wij Gods karakter in praktijk, want God is de schenker van iedere goede gave. Jakobus 1:17: „Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.” Als wij God navolgen, verwerven wij het geluk dat ontstaat door te zijn als God en door te leven volgens de weg van liefdevolle zorgzaamheid.

Bovendien brengt de handeling van geven een dominoachtige reeks van gebeurtenissen op gang die het goede uiteindelijk ook op onszelf doet terugkeren. Lukas 6:38: „Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.”

Wat zijn uw goede werken? Kunt u ze aanwijzen? Kunt u gaan zitten en er een lijst van maken en meer dan een of twee kleine punten opnoemen? Zo niet, dan doet u misschien geen goede werken en kunt u ook niet het geluk verwachten dat eruit voortkomt.

 

 

Wijsheid

 

Wijsheid is de zesde zuil van geluk. Wijsheid is het vermogen om te weten welke weg men moet kiezen om het juiste doel te bereiken. Wijsheid houdt ook karakter in, aangezien de kennis van de juiste weg geen blijvende waarde heeft zonder het karakter om die weg in te slaan.

Let op de volgende aangrijpende woorden van Salomo, de wijste man die ooit heeft geleefd, in Spreuken 3:13-18: „Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt; want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst van zilver, wat zij doet gewinnen, is beter dan goud. Zij is kostbaarder dan koralen, al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren. Lengte van dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. Haar wegen zijn liefelijke wegen, al haar paden zijn vrede. Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen, wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen.”

Gelukkig is degene die wijsheid vindt – daarom, zoek wijsheid en wees gelukkig.

 

 

Actief zijn

 

De zevende zuil van geluk is actief zijn.

De menselijke machine werd gemaakt om actief te zijn, om te produceren, om iets tot stand te brengen. De oude stelregel ’rust roest’ betekent: als men te lang niet werkt, is men niet meer tot goed werk in staat.

Teveel mensen in deze wereld houden zich bezig met het bouwen van huizen op zand, huizen die zullen instorten wanneer regen en storm van toekomstige catastrofes komen. Maar wij als ware christenen behoren actief te zijn met het bouwen op het juiste fundament. Mattheüs 7:24-27: „Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot.”

Maar evenals er wijsheid ontbreekt bij het bouwen op zand, is er van wijsheid ook geen sprake wanneer er in het geheel niet gebouwd wordt. Alleen maar de juiste fundering kennen, is niet genoeg. Wij moeten proberen om in elk aspect van ons leven ijverig te bouwen – aan onze ontwikkeling, ons fysieke lichaam, onze mentale gezondheid, aan ons huis, onze tuin en onze fysieke goederen. We behoren het voorbeeld te zijn van opbouwende activiteit – of het nu Gods Gemeente, ons gezin, ons huis of onze bezittingen betreft.

Het feit dat we niet gebiologeerd zijn door de materiële dingen van deze wereld – dat we deze niet zoeken als ons hoogste doel – vormt geen excuus om onze fysieke bezittingen te laten vervallen of om slordig te leven. Nee. We behoren te bruisen van activiteit, voortdurend strevend om onze geest, ons lichaam en wat er verder nog onderdeel is van ons ’huis’ op de juiste fundering op te bouwen, als een voorbeeld voor anderen en een fysiek hulpmiddel voor ons geluk.

Onze activiteiten moeten we richten op alle zuilen van geluk. Als we deze zuilen verwaarlozen en ze laten vervallen, zal ook het dak van geluk instorten.

 

 

Een waarschuwing

 

Laat u alstublieft niet misleiden. Het is mogelijk om een verkeerde indruk te krijgen door een publicatie als dit. Het is heel goed mogelijk om nu te gaan denken dat gelukkig zijn het voornaamste in de wereld is. En dat is het niet. Althans niet nú! Er is meer in dit fysieke leven dan gelukkig zijn. Lees dat nog eens: Er is meer in het leven dan gelukkig zijn!

Ons levensdoel is het Koninkrijk van God te bereiken! Misschien kunnen we beter zeggen dat er meer in het leven is dan gelukkig zijn. Want ons ware doel in het leven is niet om nu volkomen gelukkig te zijn, maar om geluk in de wereld van morgen, in het Koninkrijk van God, te zoeken. We bereiken dit doel door nu te doorstaan wat daarvoor ook noodzakelijk is.

Dus indien u beproevingen moet ondergaan die u droevig stemmen, raak niet geheel ontmoedigd. Er is meer in het leven dan gelukkig zijn. Geluk is louter een neveneffect, een tijdelijk gevolg van het goed zoeken naar onze fantastische bestemming van eeuwig leven, wanneer we van eeuwigdurend, goddelijk geluk zullen genieten.

Stel uzelf daarom de vraag: „Ben ik gelukkig?” Ongeacht uw antwoord kunt u met zekerheid aannemen dat als u Gods wetten gehoorzaamt en Gods Koninkrijk bereikt, u het op zekere dag zult zijn! En de goede verstaander weet dit dat dit ook nú het hoogste geluk is.

 

 

De Bijbel is positief

 

Eigenaardig genoeg kunnen veel mensen zelfs de Bijbel niet anders lezen dan in een negatieve geestesgesteldheid.

In de eerste plaats beschouwen zij bijbelstudie als een steeds terugkerend karwei: oninteressant – een routinekwestie waar zij graag vanaf zouden zijn. Sommigen hebben zelfs zo weinig begrip dat zij de bijbelse leringen – speciaal de Tien Geboden en de andere punten van Gods wet – negatief vinden. Mensen zijn afkerig van „gij zult” en „gij zult niet” in Gods Woord.

Christelijke groei vereist positief denken en een vrijmoedige kijk op het leven. God is positief – zijn leer is positief.

Natuurlijk stuiten we allemaal op hindernissen – soms staan we in het leven voor moeilijke toestanden. Maar we maken onszelf diep ongelukkig als we de problemen en moeilijkheden sterker benadrukken dan de goede kant van de dingen, het „alle-dingen-werken-mee-ten-goede” aspect. Romeinen 8:28: „Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.”

Lees en bestudeer de Psalmen. Zijn deze geen bron van bemoediging en troost? Sommige mensen denken daar anders over: zij zien alleen de smart en fysieke pijn die David, in ogenblikken van neerslachtigheid, in deze gedichten tot uitdrukking bracht. In feite bevat elke psalm een positief onderricht.

Als mensen hebben wij allen onze ups en downs. Dat is normaal. Maar met Gods hulp kunnen we moed vatten, onze gedachten onder controle krijgen, de hindernissen overwinnen en voorwaarts gaan, in de volle overtuiging dat God onze Meester is, onze Beschermer en onze Verlosser.

Zelfs al vinden we in sommige verzen van de psalmen overheersend negatieve klanken – verzen waarin menselijke gevoelens tot uitdrukking worden gebracht – toch eindigt iedere psalm onveranderlijk in een verheffende toon met lof aan God.

Neem Psalm 22 bijvoorbeeld. David moet deze psalm in een tijd van tegenslagen en nood hebben geschreven, want hij roept het uit tot God, vers 2-3: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte.”

Toegegeven, dit zijn geen positieve gedachten. De psalm eindigt daar echter niet. Zie wat David in de volgende verzen schrijft, woorden van hoop en bemoediging. Vers 5-6: „Op U hebben onze vaderen vertrouwd, zij hebben vertrouwd, en Gij deedt hen ontkomen; tot U hebben zij geroepen en zij werden gered, op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet beschaamd.”

David bleef zich niet lang concentreren op zijn problemen. Hij richtte snel zijn geest op God en herwon zo vertrouwen.

Wanneer u zich terneergeslagen en negatief voelt, probeer dan redenen te vinden om positief te zijn. Tel uw zegeningen en zeg God hoe dankbaar u Hem bent voor wat u hebt.

Weet u waarom Christus het zogenoemde „Onze Vader” begon met korte uitspraken om Gods macht en majesteit te prijzen (Mattheüs 6:9-13)? Omdat dit ons helpt een sterke, positieve geestesgesteldheid op te bouwen jegens God, nog voordat wij Hem over onze problemen aanspreken. Eerst moeten wij ons realiseren dat wij spreken tot de Schepper van de hemelen en de aarde – degene die wij onze Vader noemen.

De zinnen „Uw naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede” vatten zo goed als het gehele evangelie samen. Begint ons gebed met deze positieve houding, dan kunnen we met zekerheid spreken. We hebben meer vertrouwen, meer geloof, omdat we ons realiseren dat de Almachtige God die ons hoort, alles kan doen.

Als we daarentegen ons gebed beginnen met al onze problemen, zijn we verkeerd gericht. Zij die dat doen, hebben dan geen sterke relatie met God gelegd. Daarom zijn hun gebeden soms van weinig waarde, en hebben ze het gevoel dat ze alleen maar tegen zichzelf spreken – dat hun gebeden niet boven het plafond uitkomen.

David twijfelde nooit aan God. In de psalmen zijn geen twijfels over God aan te treffen.

Als David verzwakt was, twijfelde hij aan zichzelf en aan zijn eigen kracht – hij vroeg zich af of God hem te hulp zou komen. Maar nooit twijfelde hij aan Gods macht en liefde. Dat is één reden waarom David een man naar Gods hart was.

Psalmen 37:3: „Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid.” Als we een dergelijke geestesgesteldheid hebben, zullen we ons nooit van God of van zijn gemeente afwenden.

Verder zei David: „Verlustig u in de Here” (vers 4). Verlustigen is: vreugde vinden in. Hoe kunnen we vreugde vinden in God als we negatief zijn? Hoe kunnen we God prijzen met een droevig hart en een triest gezicht? We kunnen ons niet in God verlustigen tenzij we werkelijk van de goede aspecten van het leven genieten en positief zijn.

Let op vers 7: „Wees stil voor de Here en verbeid Hem.” „Hem verbeiden” wil zeggen: geduldig op Hem wachten. Realiseren we ons dat we door gebrek aan geduld uiteindelijk negatief worden?

Leer geduldig te zijn – geduldig te wachten met een positieve houding. Dat is de betekenis van „stil voor de Here zijn”. We moeten emotioneel stil zijn, geen twijfels of negatieve gedachten koesteren. God kan onze problemen aan – en Hij zal ze ook aanpakken – als we stil zijn.

Twijfelen en negatief denken is niet stil zijn. Neem eens de tijd om rustig na te denken: zou de werkelijke oorzaak van onze negatieve, onrustige geestesgesteldheid iets kunnen zijn dat we verkeerd hebben gedaan – iets dat we niet willen toegeven? Is er iets in ons leven dat moet worden veranderd, maar willen we de noodzakelijke inspanning daarvoor niet verrichten? Als dat zo is, worden onze gebeden niet verhoord.

 

 

Het geduld van Job

 

Vindt u het boek van Job, als u het leest, negatief en deprimerend, al dat klagen en lijden van Job?

In feite twijfelde Job tijdens zijn hevige ellende nooit aan God. Hij begreep alleen niet wat hem overkwam of waarom. Hij moest zijn eigengerechtigheid overwinnen. In zijn tijdelijke ontmoediging wenste hij zelfs te sterven – hij vervloekte de dag waarop hij was geboren! Job twijfelde echter nooit aan Gods bestaan, macht en wijsheid.

Stel u eens voor! Na het verlies van bijna alles wat hij had – zowel al zijn kinderen als al zijn materiële bezittingen – behield Job steeds een positieve houding tegenover God.

Job 1:20-21: „Toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn hoofd; daarop wierp hij zich ter aarde, boog zich neer en zeide: Naakt ben ik uit de schoot mijner moeder gekomen, naakt zal ik daarheen wederkeren. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd.”

Let erop dat Job God prees!

Zijn vrouw raadde hem zelfs aan God te vervloeken en te sterven. Job 2:9: „Toen zeide zijn vrouw tot hem: Volhardt gij nog in uw vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf!” Job antwoordde in vers 10: „Zoals een zottin spreekt, spreekt ook gij; zouden wij het goede van God aannemen en het kwade niet? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.”

Job was geduldig. Ondanks de vele vragen die hij stelde, twijfelde hij nooit aan God. Te midden van zijn verdrukkingen en klachten zei hij in Job 19:25-26: „Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden. Nadat mijn huid aldus geschonden is, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen.”

Het is menselijk als iemand soms twijfels heeft over zijn relatie met God en zich afvraagt waarom dit of dat gebeurt. Maar een ware christen zou nooit aan God moeten twijfelen. De beste manier om ons evenwicht te bewaren is altijd de reden van onze roeping in gedachten te houden. Dit geeft ons de moed die we nodig hebben, onverschillig wat er gebeurt.

De apostel Jakobus schreef in Jakobus 5:11: „Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben: gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming.”

 

 

Zie verder dan de donkere dagen

 

Met het verergeren van de toestand in de wereld staan sommigen in Gods gemeente hun geest te veel toe te blijven stilstaan bij de negatieve aspecten van de komende geprofeteerde gebeurtenissen. Zij vrezen de dagen van de verdrukking die voor ons liggen.

Maar waarom kijken we niet voorbij die donkere dagen om te denken aan de schitterende tijd wanneer Christus met macht en glorie zal terugkeren om de hele wereld te regeren?

Te veel mensen vergeten hun zegeningen en benadrukken hun moeilijkheden. Dat is een zekere weg naar droefgeestigheid. Leer dankbaar te zijn voor wat u hebt. Zie het goede in uw leven en help anderen het goede in hun leven te zien.

Onze positieve geestesgesteldheid kan een sleutel zijn tot het geluk van de mensen in onze omgeving. Wees een voetstuk en geen struikelblok. Onze grootste zegening is dat wij door God zijn geroepen om zijn waarheid te begrijpen – om een deel van zijn Gemeente te zijn!

Zijn wij ervan overtuigd dat we in de ware gemeente van God zijn? Zo ja, hoe kunnen we dan teruggaan – terug naar de duistere wereld waaruit we zijn gekomen?

Nee, er kan voor ons geen terug zijn. God is met ons en zal ons altijd helpen – wij kunnen te allen tijde op Hem rekenen. Exodus 14:14: „De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.”

Dit zei Mozes toen de Israëlieten wanhopig waren en doodsangsten uitstonden. Ze hadden voorspoedig Egypte verlaten, maar toen dreigde de uittocht te mislukken, want de farao achtervolgde hen met een groot leger. De Israëlieten waren aan zee gelegerd en konden geen kant op. Exodus 14:10-14: „Toen Farao naderbij gekomen was, sloegen de Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren rukten achter hen aan. Toen werden de Israëlieten zeer bevreesd en schreeuwden tot de HERE, en zij zeiden tot Mozes: Waren er soms geen graven in Egypte, dat gij ons hebt meegenomen om te sterven in de woestijn? Wat hebt gij ons aangedaan door ons uit Egypte te leiden? Hebben wij u dit al niet gezegd in Egypte: laat ons met rust, en laten wij de Egyptenaren dienen. Want wij kunnen beter de Egyptenaren dienen dan in de woestijn sterven. Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des HEREN zien, die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt, zult gij nimmermeer zien. De HERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.”

Dit is de belofte die God aan ieder lid van zijn volk geeft. Hij kan evenwel alleen voor ons strijden als we meewerken. Meewerken betekent in deze context meestal geduldig afwachten. Om „stil te zijn” moeten we alle negatieve gedachten en angsten uit ons verstand bannen.

Dit betekent niet dat we passief of onproductief moeten zijn. „Stil zijn” wil zeggen niet bang zijn – niet bezorgd zijn. Als wij ons deel doen, doet God altijd het zijne.

Geniet van het leven – geniet ervan in leven te zijn. Geniet van de Gemeente. Geniet van familie, vrienden en kennissen. Wat ook onze problemen of beproevingen mogen zijn, breng ze bij God die beloofd heeft voor ons te strijden.

Onze voorvaders twijfelden voortdurend aan God en zijn bedoelingen als zij tegenover hindernissen stonden. Maar Mozes, hun leider, twijfelde nooit aan God. Het volk wilde naar Egypte terug; Mozes nooit. Zij wilden sjacheren met Gods wetten, Mozes niet.

Denk er nooit over om op te geven – naar de wereld terug te keren. We moeten niet de behoefte hebben Gods wetten te veranderen – ze meer geschikt te maken voor onze zelfzuchtige behoeften of levensstijl. Sommigen willen compromissen sluiten ten behoeve van een betere baan of meer vrienden. Maar als we beginnen compromissen te sluiten, beginnen we ook aan God te twijfelen.

De Bijbel noemt talloze beloften die God ons heeft gedaan. Maar ze zijn voorwaardelijk. Als we de voorwaarden niet eerbiedigen, worden ze niet in ons leven vervuld. Als we dit vergeten, worden we negatief. Zo worden we, als we ons beklagen of rechtvaardigen – of als we anderen beschuldigen – automatisch negatief.

 

 

Satan is aan het werk

 

Waarom hebben we in alle eeuwen in Gods Gemeente zulke ernstige problemen meegemaakt? Waarom verlaten zelfs sommige mensen het Lichaam van Christus?

Het antwoord is duidelijk. Wij zijn allemaal nog altijd menselijk en vleselijk. Wij leven in een wereld waar Satan – de god van deze wereld (2 Corinthiërs 4:4) – alles in het werk stelt om onze gedachten te beïnvloeden, om twijfels in onze geest te zaaien en ons over te halen negatief te worden.

In werkelijkheid is Satan zelf het meest negatieve wezen in het hele universum. Weet u waarom? Omdat hij een leugenaar is – en leugenaars zijn afgesneden van God. Johannes 8:43-44: „Waarom begrijpt gij niet wat Ik [Jezus] zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.” Satan beschuldigt de gemeenteleden voor Gods troon, iets wat hem steeds negatiever doet worden. Hij oordeelt en veroordeelt vals. Openbaring 12:10: „En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.”

Zijn wij bij tijd en wijle schuldig aan dezelfde houding? Oordelen, beschuldigen, klagen, bekritiseren – dit zijn de instrumenten die Satan hanteert om ons negatief te maken. Hij wil dat we aan God geen geloof meer hechten.

Toen de Israëlieten Egypte verlieten, hadden zij alle reden God dankbaar te zijn, alle reden gelukkig en verheugd te zijn, alle reden hun zegeningen na te gaan en op God te vertrouwen. Maar al de eerstvolgende dag na hun vertrek uit Egypte begonnen zij te klagen; zij hadden toen al het vertrouwen in hun Verlosser verloren. Zij twijfelden aan zijn bedoelingen en beweegredenen.

Dat is in onze tijd niet veel anders, daar Satan actiever is dan ooit. Openbaring 12:12: „Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.”

Hoe beschuldigt Satan ons? Door valse geruchten over ons, ons gezin, onze familie en vrienden te verspreiden. Door negatieve gedachten in onze geest te brengen. Door ons ertoe te verleiden op zijn golflengte af te stemmen. Satan heeft met zijn verwoestend werk succes, want gemeenteleden zijn door te reageren op Satans list en bedrog in de war geraakt, ontmoedigd en hebben geloof verloren, ze zijn slachtoffers geworden.

De Bijbel is ons gegeven ter vermaning, ter correctie en ter lering. Het lijden wordt draaglijker en bevattelijk als we de omstandigheden met een positieve houding tegemoet treden. Als we Satans strategie doorzien, kunnen we de beproevingen overzien. Zolang Satan de heerser van deze wereld is, zullen er voor mensen, helaas soms ook in Gods gemeente, twijfels bestaan. Maar God is groter dan Satan – en Hij zal ons altijd helpen als we ons tot Hem keren.

 

 

Als God met ons is

 

Het leven is voor niemand altijd gemakkelijk. Maar in Gods gemeente hebben we veel om ons over te verheugen, veel om dankbaar voor te zijn, veel om naar uit te zien.

De apostel Paulus schreef in 2 Corinthiërs 4:15-18: „Want het geschiedt alles om uwentwil, opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde gebracht ter ere Gods. Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.”

We hebben God lief, nietwaar? Als we waarlijk zijn geroepen en we hebben berouw over onze zonden gehad en we zijn gedoopt – als we Gods heilige geest hebben ontvangen en we in het proces van bekering zijn – dan kunnen we, met Gods hulp, leven volgens Gods doel met ons – onverschillig de omstandigheden.

De Bijbel belooft ons voor dit tijdperk geen gemakkelijk leventje, maar wel een verheerlijkt leven voor alle eeuwigheid. De Bijbel waarschuwt ons dat we, als christen, zullen worden gehaat, beproefd en zelfs vervolgd – in het bijzonder in deze eindtijd. Verwacht daarom verdrukking en onrechtvaardigheid.

Maar wees moedig en positief, want we staan niet alleen. God is met ons! Laten we onze ogen voortdurend op Hem en op Jezus Christus houden.

Als we iedere dag Gods hand in ons leven zien, zal geen beproeving of vervolging, hoe ernstig ook, ons ooit kunnen overweldigen.

Denk aan de ervaring van de apostel Petrus, toen hij Christus op het water zag lopen. Hij riep in Mattheüs 14:28: „Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water.” Christus zei hem te komen. Zonder aarzeling stapte Petrus de boot uit en begon over het water te lopen.

Vers 30: „Maar toen hij zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij!”

Zolang zijn ogen op Christus waren, zonk hij niet. Hij had geloof en een positieve geestesgesteldheid. Maar zodra hij zijn ogen van God afwendde, begon hij te twijfelen – en bijgevolg te zinken.

Dit geldt voor ieders leven. Vaak zien we alleen de enormiteit van onze moeilijkheden, in plaats van ons op Christus te richten en die moeilijkheden te overwinnen.

Christus is altijd bereid ons te helpen. Hij zal ons de kracht en het vermogen geven om te kunnen overwinnen. Vertrouw op God! Hij zal ons nooit de rug toekeren.

Denk aan de positieve, bemoedigende waarheid die de apostel Paulus opschreef, Romeinen 8:31: „Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn?”

Realiseren we ons dat er op de hele wereld in Gods gemeente geen enkel mens is die is geroepen ter veroordeling? Integendeel. God heeft juist diegenen geroepen die in staat zijn te overwinnen en het doel te bereiken.

Wat is het Koninkrijk van God ons waard? Wat is de tegenwoordigheid van God in ons leven ons waard? Berooft het leven volgens Gods weg ons van plezier? God weet wat het beste voor ons is. Hij wil ons als een deel van zijn Gezin. Hij wil dat we werkelijk plezier hebben op de juiste manier, de zuivere manier – niet op de manier van de wereld, die ons naar de dood leidt!

We hoeven niet per se alles wat God doet begrijpen om Hem te gehoorzamen. Gehoorzaamheid moet altijd eerst komen. Helaas proberen sommigen eerst te begrijpen in plaats van te gehoorzamen. Daarom vallen zij onderweg.

 

 

Een vaststaande belofte

 

Jesaja schreef in Jesaja 55:6-7: „Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen; en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.”

Deze belofte staat vast. Als we God zoeken, zullen we Hem vinden. Maar Hem zoeken betekent niet al zijn wegen begrijpen, want deze zijn oneindig veel hoger dan de onze. Vers 9: „Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.” Begrip komt vaak na gehoorzaamheid.

Leven we dan in een wereld om positief over te zijn? Absoluut niet. Verslagen over misdaden overheersen in de media. Armen, gehandicapten en andere hulpbehoevenden worden verwaarloosd en uitgebuit, vooral door gewetenloze bestuurders. Oorlogen, aanslagen, inbraken, alom egoïstisch gedrag, liegen, stelen, laster, enz., enz. Nee, de mentaliteit van deze wereld geeft ons geen reden tot vreugde. 2 Petrus 2:7: „De rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen.”

De hoop, het geloof, de zekerheid van Gods doel met de schepping van de mens geeft ons reden tot een positieve levenshouding. Zijn fysieke schepping is wonderbaarlijk, zijn geestelijke schepping schept eeuwige vreugde. In veel mensen zien we het potentieel dat na de eerste en tweede opstanding aangewend zal worden voor een gelukkige wereld.

We moeten ons niet laten afleiden door de dingen die in de wereld gebeuren. Het kan nuttig zijn ons te richten op kleine en grote gebeurtenissen, positieve en negatieve ontwikkelingen, maar plaats alles in de context van Gods plan. Wij kunnen over de horizon heen kijken.

Psalmen 1:1-3: „Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.”

 

 

Dit is pas leven! Werkelijk overvloedig leven

 

Weet u hoe u een overvloedig leven kunt leiden? Hebt u ooit het ware geluk en de vreugde van werkelijk overvloedig leven ervaren. Laten we ons in het vervolg van deze publicatie daarop richten.

Waarom schijnen religieuze mensen dikwijls te denken dat hun religieuze leven van hen eist alle plezier en vreugden op te geven – dat zij om God te behagen een leven van ziekelijke somberheid moeten verduren?

Voor velen van hen bestaat zonde uit zaken die veel andere mensen als zeer begerenswaardig beschouwen.

Voor hen is zonde het tegendeel van een aantal „je-mag-niet's”: „Je mag geen televisie in huis.” „Je mag niet dansen.” „Je mag geen uitbundig plezier hebben.” „Je mag niet naar het theater.” „Je mag nooit een druppel alcohol aanraken.” „Je mag niet dit!” „Je mag niet dat!”

 

 

Wat mankeert er aan religie?

 

Iemand zei: „Ik zou nooit christen kunnen worden. Als ik alle plezierige dingen van het leven op moest geven, wat zou er dan nog over zijn om voor te leven?”

Veel mensen willen niets met godsdienst te maken hebben, ze wensen niet beteugeld te worden noch een leven van moeitevolle boetedoening leiden. „Ik wil graag stralen van vreugde, vrolijk en vriendelijk zijn en mensen met een glimlach tegemoet treden”, zei iemand.

Blijkbaar nam hij aan dat een dergelijk gelukkig leven geen religieus leven kon zijn.

Maar eigenaardig genoeg weten veel mensen niet hoe zij moeten leven.

Heel weinig mensen hebben ooit het ware overvloedige leven gevonden of ervaren.

De Schepper die u de adem verschaft die u inademt, wenst u geen leeg, neerslachtig of ongelukkig leven toe.

U behaagt de Eeuwige nooit met het opgeven van geluk of ook maar iets dat goed voor u is. Inderdaad, dat goed voor u is, want sigaretten en drugs zijn niet goed voor u.

 

 

God wil dat u gelukkig bent

 

De Almachtige God heeft ons inderdaad opgedragen wat we wel en niet moeten doen. Gelukkig maar. Een „je mag niet” beschermt ons en onze naaste, het betreft juist datgene dat ons kwetst en verdriet doet en ons of onze naaste later ongelukkig maakt.

0, natuurlijk geven sommige ’genoegens’ veel mensen tijdelijk een sensationele ervaring of een klein beetje levensgenot, maar er zit altijd een keerzijde aan. Het eist naderhand altijd zijn tol en de prijs is te hoog. Het is geen goede zaak.

God verbiedt die dingen die slecht voor ons zijn, die ons zeker ongelukkig en ons leven leeg en somber zullen maken.

Nooit verbiedt de Almachtige God echter iets wat u geluk, voorspoed en welzijn verschaft.

Een bejaarde die tot een ’krijsende’ religie behoorde, stond tijdens een bijeenkomst van zijn kerk op en schreeuwde de aanwezigen een vraag toe: „Broeders, geniet u ervan of ondergaat u het alleen maar?”

Sommige mensen voelen zich thuis in een plechtige, stijve en formele kerkdienst. Anderen, die wat meer emotioneel zijn, gaan naar kerkelijke bijeenkomsten waar veel geschreeuw en veel emotionele reactie troef is, louter en alleen om een prettige tijd te hebben tijdens de bijeenkomst. De rest van de week schijnt religie in hun leven geen belangrijke plaats in te nemen.

Weer anderen denken dat, als zij, zoals zij het noemen, „gered zijn”, zij daarna voor eeuwig een somber leven moeten leiden waarin zij alles moeten opgeven waarvan zij vroeger genoten, en dat hun plechtige, ongelukkige leven op welke wijze dan ook hun Schepper zeker zal behagen. Natuurlijk staat dat soort religie gelijk aan bijgeloof.

 

 

Christus bracht overvloedig leven

 

Laten wij deze zaak leren zien zoals ze is. De stichter van de christelijke religie, Jezus Christus, zei dat Hij naar deze aarde was gekomen met een doel. Johannes 10:10: „Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.” Jezus Christus kwam om ons overvloedig leven te brengen. Weet u wat dat is?

De Almachtige God heeft het echte christelijke leven bedoeld als een leven vol vreugde.

Als u het echte christelijke leven bezit, als u de heilige geest van God in u hebt, weet u dan dat het dit tot gevolg zal hebben? Het zal „vrucht voortbrengen”.

Wat voor soort vruchten zullen er in een waarachtig christelijk leven worden voortgebracht? Niet het sombere, ongelukkige leven. Nee, de vrucht die zal voortkomen uit een waarachtig christelijk leven kunnen we vinden in Galaten 5, te beginnen met vers 22. „De vrucht van de Geest” – dit is de geest van God, de heilige geest die God alleen schenkt aan hen die werkelijk bekeerd zijn. „De vrucht van de Geest is liefde” – voorop staat liefde – en daarna komt „blijdschap”. Blijdschap is overvloedig en overstelpend geluk.

Dit klinkt niet als een ongelukkig, leeg en somber leven. Er is hier sprake van liefde die spontaan van u zal uitgaan!

De eerste „vrucht van de Geest” van God is liefde. Liefde zal inhouden dat uw gezicht straalt. Het zal betekenen dat u werkelijk geeft, dat u gelukkig bent. Liefde resulteert in blijdschap, het tweede wat de geest van God voortbrengt. Het derde is vrede”. In plaats van ruziënd, haatdragend, bitter, ongelukkig en redetwistend door het leven te gaan – dat is geen vrede, maar een soort oorlog – zult u een rustige geest hebben en zowel met uw naaste als met uw God in vrede leven!

De volgende vrucht is „lankmoedigheid”, geduld. Ongeduld is een van de grootste oorzaken van ongelukkig zijn! Als u werkelijk de les van geduld kunt leren, dan leert u een van de dingen die u gelukkig zullen maken, en het leven wordt waard om geleefd te worden.

Daarna komt „vriendelijkheid”, vervolgens „goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet” (vers 23). Dit zijn de vruchten van de heilige geest. Ze zullen spontaan uit u voortspruiten. U zult ze voortdurend uitzenden, van uzelf uitstralen, als u een ware christen bent.

 

 

Maar de meeste mensen zijn geen christen

 

U leest in Romeinen 8:9 dat, tenzij u de heilige geest van God ontvangen hebt, u Hem geenszins toebehoort. U bent dan geen christen.

Er zijn miljoenen mensen die het christendom belijden, maar die geen christen zijn volgens Gods definitie. Zij zijn absoluut geen christen!

Natuurlijk komen er in een christelijk leven moeilijkheden voor. Er zullen zelfs vervolgingen zijn. Jezus Christus werd vervolgd en Hij zei in Johannes 15:20: „Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen.” Die vervolging komt van buitenaf, van andere mensen. Daardoor moeten we ons niet innerlijk laten verontrusten.

Iemand die deze innerlijke vrede bezit, deze vreugde, deze liefde en dit geduld – deze verdraagzaamheid ten aanzien van andere mensen – zal niet al te zeer worden verontrust omdat andere mensen het niet met hem eens zijn en hem misschien vervolgen.

Ja, we zullen met problemen en beproevingen te maken krijgen. Dat zal ons sterker maken. Ze overkomen ons met een bepaald doel: om ons te helpen karakter te ontwikkelen. Een echte christen begrijpt dit. Het maakt hem niet ongelukkig.

 

 

Wij hebben allemaal beproevingen

 

Wij zullen moeilijkheden, problemen en beproevingen te verduren krijgen evenals vele anderen. Ze zijn er om ons te testen. Ze zijn er om ons te sterken, om ons karakter op te bouwen. En dat nu is het werkelijke doel van ons bestaan – om ons als God te maken. Wij kunnen, evenals Jezus Christus, in het Koninkrijk van God geboren worden. Zie 1 Petrus 4:12: „Geliefden [gericht aan ware christenen], laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame.”

Sommige mensen denken, als er beproevingen en problemen komen, dat weinig anderen ooit zoiets is overkomen. Het is iets ongewoons in hun ogen. Maar dat is niet zo! En er zijn ’religieuzen’ die problemen meteen zien als een straf van God. Dat is een verwerpelijk oordeel.

Ieder ander op aarde heeft problemen. Iedereen heeft moeilijkheden. Alle mensen worden geconfronteerd met allerlei zaken, moeten deze overwinnen en oplossingen zien te vinden, evenals u. Het is niet ongewoon. En God onderwijst ons dan ook: „Integendeel, verblijdt u” (vers 13), ja, verblijdt u innerlijk over deze zaken, „naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus” (vers 13).

Christus leed, maar Christus zei ook tegen zijn apostelen: „Mijn blijdschap geef ik u.” „Ik ben gekomen,” zei Hij, „opdat zij leven hebben en overvloed.”

Hij kwam om ons overvloedig leven te schenken. Hij bezat dat soort leven. Hij was gelukkig. Hij was vol van vreugde, zelfs al was Hij tegelijkertijd een man van smarten – waarom?

Aangezien Hij alle mensen liefhad, maar de weg zag die zij gingen. Hij zag hoe zij zichzelf aan het vernietigen waren, hoe zij zich ongeluk en leegheid, angst en zorg, armoede, ziekte en lijden op de hals haalden. Dat was de reden waarom Hij hun lijden deelde. Hij was een man van smarten. Hij treurde vanwege hen.

Hij was echter iemand die innerlijk gelukkig was. Hij stelde ons een voorbeeld van het soort leven dat wij behoren te leven. Wij lezen dan ook verder in 1 Petrus 4:13: „Verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid.”

 

 

Waarom wij innerlijk altijd gelukkig kunnen zijn

 

1 Petrus 1:3-4: „Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis.”

Van de honderden miljoenen belijdende christenen in de kerken van het ’christendom’ is er niet één die werkelijk weet en begrijpt wat deze onvergankelijke erfenis inhoudt. Deze is veel groter, veel glansrijker en glorieuzer en vervuld van veel meer geluk, dan u zich waarschijnlijk ooit hebt voorgesteld. Dat is wat ons wacht als we ons leven aan God afstaan.

Petrus gaat verder met te zeggen dat wij door Gods kracht door het geloof worden behouden en gereedgemaakt „om geopenbaard te worden in de laatste tijd” (vers 5).

Dat slaat op de tijd die nu nog in de toekomst ligt, vóór ons, bij de tweede komst van Christus. Jezus Christus komt terug naar deze aarde!

„Verheugt u daarin,” gaat dit bijbelgedeelte verder (in vers 6), „ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen” of beproevingen en moeilijkheden die ons treffen „bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud” (vers 7) zal blijken, aangezien deze beproeving van ons geloof karakter ontwikkelt dat nooit zal vergaan. Het is veel kostbaarder dan goud.

 

 

Wat doet u wanneer u in moeilijkheden komt?

 

Wanneer u in moeilijkheden komt, realiseer u dan, dat u dit overkomt om u te beproeven, om karakter te ontwikkelen, om iets echts en onvervalsts in u te ontwikkelen, dat u voor alle eeuwigheid met u zult meedragen.

Wanneer er moeilijkheden komen, verheugt u zich daar dan over? Realiseert u zich dat u iets overkomt dat veel kostbaarder voor u is dan een grote hoeveelheid goud?

Of moppert en klaagt u en zou u willen dat dergelijke dingen u nooit waren overkomen?

Maar pas op, er zijn ’vromen’ die problemen uitlokken, om aan God en de mensen te tonen hoe ’godsdienstig’ ze zijn!

Jezus Christus is gekomen opdat ons leven zou worden veranderd. Ons leven zal worden veranderd van een leven waarin men doelloos dwaalt, de gemakkelijke weg kiest, en impulsief handelt – een leven waarin we geen karakter bouwen en niets in ons vormen dat we met ons kunnen meenemen, niets dat echt is, dat duurzaam en permanent is – naar het leven waarin we echte waarden gevonden hebben.

Hij geeft ons een leven met hindernissen en verzoekingen die wij moeten overwinnen, een leven dat eenvoudig vol is van geluk, en overstroomt van vreugde, het ware overvloedige leven. Wij realiseren ons wat er verwezenlijkt wordt, wat ons doel is. We hebben een bestemming als we van Christus zijn. We hebben een doel. We weten wat ons doel is; we zien de vooruitgang die we boeken. Het geeft ons een gevoel van intens geluk.

 

 

Ook materiële zegeningen

 

God zegt dat, als uw leven het leven is dat Hij verlangt, omdat het voor uw welzijn is, en als u eerst Gods Koninkrijk zoekt, dat het doel in uw leven is – of behoort te zijn – en zijn gerechtigheid, de juiste levenswijze, dat u dan ook materiële dingen zullen worden geschonken.

God zal u misschien niet onmiddellijk veel materiële zaken schenken. Hij zal u deze misschien niet direct al geven. Het kan enige tijd duren, maar Hij zal u alle materiële goederen geven, die u werkelijk nodig hebt, en in al uw behoeften voorzien en Hij kan u zelfs een overvloed schenken, als uw leven Hem behaagt. Ja, u kunt deze dingen krijgen, wanneer u er blijk van hebt gegeven hoe u ze dient te beheren en te gebruiken.

Wat is een overvloedig leven? Wat is overvloed? Het is het bezit van een grotere hoeveelheid materiële zaken dan strikt nodig is. Maar materiële rijkdom is geen doel. De Bijbel geeft voorbeelden van welvarende gelovigen en gelovigen die het noodzakelijke ontvangen, zoals dagelijks voedsel, kleding en een woning.

Niet veel mensen begrijpen het. Niet veel mensen begrijpen wat werkelijk christelijk geloof is. Niet veel belijdende christenen weten wat een echt christelijk leven is. Zij maken zich nodeloos ongelukkig.

Het ware christelijke leven bezit een overvloeiende volheid van kwaliteiten die de vruchten van de geest van God zijn – een overvloeiende volheid van liefde (Gods liefde – zuivere, goddelijke liefde), een volheid van vreugde, van vrede en van geloof, van zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Bezit uw leven deze kwaliteiten? Bent u hiermee vervuld?

We schieten daarin allemaal nog te kort. Maar dit leven is ons doel! Het is het leven dat wij in het Koninkrijk van God zullen leiden. Het is het leven waarnaar wij behoren te streven en met Gods hulp zijn wij in staat om er geleidelijk meer en meer in te groeien.

Het is het uitdagende leven dat wij moeten leren leiden, het leven van Gods geest in ons – dát is het gelukkige leven, dát is het vreugdevolle en overvloedige leven.

Het overvloedige leven moet een leven zijn dat steunt op overvloedige hulpbronnen. We bezitten enkele hulpbronnen, deze schieten echter verre te kort voor het soort overvloedig leven dat Christus openbaart. We hebben dit soort hulpbronnen niet van onszelf en we kunnen ze ook niet uit onze omgeving verkrijgen.

Waar zijn die hulpbronnen en wat is het?

 

 

God is de bron

 

We kunnen over overvloedige hulpbronnen beschikken, als we weten waar we ze kunnen vinden. Materiële rijkdom stelt iemand echter niet in het bezit van die hulpbronnen. Deze kan er hooguit een bijdrage toe leveren.

We bezitten ze niet in onszelf. We kunnen ze niet uit onze omgeving verkrijgen. We kunnen ze slechts van boven ontvangen, van de Almachtige God.

God is de grote Gever, niet alleen van leven, maar van meer overvloedig leven. God is de Gever van die belangrijke hulpbronnen. Hij is de Almachtige.

De Almachtige God heeft een grote hoeveelheid kracht om ons te geven, om in ons te leggen. We kunnen van Hem overvloedig geloof ontvangen, de hulpbron van kracht, geloof om angst en ongerustheid te verdrijven, om ontmoediging door hindernissen weg te nemen, omdat we weten dat ieder probleem opgelost zal worden. Kracht waar we nu zwak zijn, zodat we de liefde bezitten om gevoelens van verbittering en wrok te onderdrukken en daarmee af te rekenen.

De liefde van God zal dat alles bedekken en verdrijven. God zal de hulpbron van wijsheid geven die we op dit moment missen. God bezit alle kennis en wijsheid. God zegt dat, als iemand in wijsheid te kort schiet, hij er God om moet vragen, die alle mensen overvloedig geeft. Jakobus 1:5: „Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.” En als we werkelijk geloven, dan zal ze gegeven worden en eveneens begrip! En vervolgens nog ijver en energie – werkelijke stuwkracht die nodig is om het werk te doen dat we moeten doen.

 

 

Voor ons allemaal

 

Een ijverige en oprechte christen leidde een zeer druk en actief leven en verbruikte een grote hoeveelheid energie. Een vriend van hem, die arts was, vroeg hem eens: „Ik weet niet hoe je het voor elkaar krijgt. Waar haal je al die energie vandaan? Hoe kun je zo lang blijven doorgaan, gedurende zoveel uren van inspanning en stress en dan nog steeds die voortstuwende energie bezitten?”

Hij vertelde hem: „Het is een van de hulpbronnen, die ik van boven ontvang.”

Begrijp goed dat ook een kind van God zware gezondheidsproblemen kan hebben. Maar vaak is dan toch een zeer positieve houding te zien.

Natuurlijk is het noodzakelijk de wetten van gezondheid na te leven en matigheid in alle dingen te betrachten. Het vereist zelfdiscipline.

Het is een voorrecht om over deze hulpbronnen te kunnen beschikken die ons gelukkig maken. Uiteindelijk hebben wij ze allemaal nodig. Dit zijn de hulpbronnen die alleen van God kunnen komen. En dit zijn de hulpbronnen die de vruchten van liefde, blijdschap, vrede en geduld zullen voortbrengen.

Het leven van de meeste mensen van vandaag is leeg, absoluut leeg! Het is vervuld van verveling, frustratie en angst.

Het is zoals we in Jesaja 55:1 lezen: „O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk.”

Iedereen dorst werkelijk naar de goede dingen van het leven, naar het geluk, de aangename dingen en, tot op zekere hoogte, zelfs naar opwindende en aangrijpende dingen die we zouden kunnen en behoren te hebben. Maar het leven van de meesten schijnt leeg. De put staat droog en zij zijn dorstig.

Vers 2: „Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan?”

Waar drinkt u van? Jezus zei in Johannes 7:38: „Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.” Geen stilstaand water, maar levend water, sprankelend water. Vers 39: Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden” – de heilige geest van God.

 

 

We hebben Gods geest nodig

 

De heilige geest van God wordt voorgesteld als levend water. Dit komt in ons. We gaan naar Christus om het te ontvangen. We doen het niet in een fles met de kurk erop. Nee, het vloeit van ons uit. De heilige geest vloeit uit in liefde, vrede en vreugde, die van ons uitstraalt. Er bestaat geen andere manier om aan deze hulpbronnen te komen. Er bestaat geen andere manier om een gelukkig leven te leiden.

De wetten van God zijn een levenswijze. De Bijbel in zijn geheel vormt een levenswijze. Jezus Christus zei dat wij bij ieder woord van God dienen te leven. Als wij bij ieder woord van God leven, dan zullen we leven overeenkomstig de levenswijze die God in zijn heilige Boek, de Bijbel, heeft neergelegd.

Het is de levenswijze van het overvloedige leven. Het is de weg van het stralende, gelukkige, vreugdevolle leven. De put staat niet droog, maar is vol!

Dan volgt nu wat dit soort leven zal inhouden. Het houdt in dat we er stralend zullen uitzien. Het houdt in dat Gods geest in ons opgeruimdheid, een glimlach, vriendelijkheid jegens anderen, liefde, oprechtheid, sterkte, kalm gemoed, welwillendheid en belangstelling voor anderen zal uitstralen, in plaats van een te grote belangstelling voor het eigen ik.

Indien de geest van God in u is, dan zult u ongekunsteld en eenvoudig zijn. U zult geen trotse houding aannemen. U zult u niet aanstellen, zoals de meeste mensen in de wereld doen. U zult natuurlijk zijn, zonder pretenties. U zult eerlijk, openhartig en ongedwongen zijn, zuiver naar geest en lichaam. Ook zult u nederig zijn. Zelfbehagen zal er niet zijn. In plaats daarvan is er geloof in God.

U zult nederig zijn, maar u zult het geloof en de kracht van God bezitten, wiens kracht onbeperkt is. U zult door dit geloof van God sterk zijn. U zult wijsheid en moed bezitten. U zult alles bezitten, elke hulpbron die u nodig hebt.

U zult altijd bereid zijn om te zeggen: „Ik weet het niet”, als dat zo is. U zult altijd bereid zijn om fouten toe te geven, wanneer u die gemaakt blijkt te hebben, om ongelijk te erkennen. U zult correctie en berisping accepteren en er naar handelen, ongeacht hoe vernederend of pijnlijk het ook is. U zult er met toewijding naar streven om de juiste weg te leren kennen en om deze te gaan en u zult de Bijbel bestuderen om deze te vinden.

U zult iedere hindernis – iedere moeilijkheid, ieder probleem en ongemak – die of dat zich voordoet, onder de ogen zien, onbevreesd, in het vaste geloof van God, naar Hem opziend voor wijsheid, in het besef dat Hij u zal leiden en eruit zal verlossen.

 

 

De houding van een christen

 

U zult wensen dat anderen eveneens een leven in blakende welstand zullen hebben. U zult bekommerd zijn om hun welzijn.

U zult proberen anderen te helpen, op elke mogelijke manier, en hen nooit kwetsen of benadelen. U zult nooit bemoeizuchtig zijn. U zult anderen nooit iets voorschrijven, noch kwaad spreken of roddelen over anderen.

U zult er altijd op uit zijn om anderen te helpen door hun een kans te geven en u kunt anderen voornamelijk helpen door hen te helpen zichzelf te helpen, door aanmoediging, door een goed voorbeeld te geven, door anderen aldus te inspireren en op te wekken, en hen slechts van advies dienen wanneer dit welkom is, wanneer zij het willen en bereidwillig zijn om hun verstand te openen om er naar te luisteren.

U zult de lijn blijven volgen die leidt naar de hoogste bestemming van het leven: het beërven van het Koninkrijk van God, het werkelijk uit God geboren worden in het Gezin van God zelf. U zult dit doel met ijver en met enthousiasme, met stuwkracht en met energie najagen, aangewakkerd door goddelijke ambitie, in hoop en geloof en door bij ieder woord van God te leven.

De Bijbel zal de autoriteit zijn die u gehoorzaamt, de autoriteit waar u naar kijkt voor alles in uw leven.

U zult bezig zijn uw eigen menselijke natuur en de wereld te overwinnen, Satan te weerstaan, dichter bij God te komen door trouwe dagelijkse bijbelstudie en gebed en door zo nu en dan een tijd van vasten en gebed te houden. Dat is het leven van een christen. Dat is het gelukkige en overvloedige leven.

Nee, een christen kan niet positief zijn over deze wereld. Het aantal slachtoffers van geweld en bedrog neemt elke dag toe. Overheden van landen, instituten en bedrijven hebben meestal niet de intentie om de burgers (de mens) te dienen. Mattheüs 20:25-28: „Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.”

De mensheid wordt misleid, waarin de media een hoofdrol spelen. Wereldwijd worden valse berichten verspreid over privézaken en grote politieke kwesties die de wereld beïnvloeden. Vanzelfsprekend bezorgt dit een christen verdriet. Jezus wist wat de wereld en Jeruzalem te wachten staat. Lukas 19:41-44: „En toen Hij nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar, en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstond wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.” Als God niet zou ingrijpen, zou de mensheid zichzelf vernietigen. Maar het goede nieuws is dát Christus zal komen en alle onrecht en geweld zal opruimen. Ieder mens zal een eerlijke kans krijgen om een gelukkig en overvloedig leven te leiden.

Ja, een christen is zeer positief want hij ziet de toekomst. Die toekomst is pas leven, werkelijk overvloedig leven.

 

 

U kunt zich in deze wereld positief opstellen

 

Zeker, er komt een betere wereld in de toekomst, maar hoe kunt u zich in deze slechte tijden nog positief opstellen? Dat vertelt de Bijbel!

Terrorisme! Moord! Financiële crises! Oorlog! Echtscheiding! Hongersnood! Abnormale weersomstandigheden!

Iedere dag schreeuwen angstaanjagende tragedies ons vanuit de krant en de televisie toe.

Als men 's ochtends de nieuwsberichten hoort, is dat al genoeg om de dag somber en pessimistisch te beginnen.

Als wij alleen maar aan deze moeilijke tijden denken en aan de nog traumatischer periode die voor ons ligt, kan dit er gemakkelijk toe leiden dat wij ontmoedigd en terneergeslagen raken. Maar hoewel Jezus Christus ons gezegd heeft dat wij de wereldgebeurtenissen in het oog moeten houden, verwacht Hij ook van ons dat wij een positieve instelling hebben. Lukas 21:36: „Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” Wij moeten niet overweldigd of verslagen worden door wat wij om ons heen zien gebeuren of door wat de aarde volgens de ons bekende profetieën nog zal moeten doormaken.

In Colossenzen 3:15 zegt Paulus: „En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar.”

Ons denken moet door de vrede van God beheerst worden. Wij, als Gods volk, zijn tot vrede geroepen. Wie door God geroepen is en uitverkoren om van zijn Gezin deel uit te maken, heeft een verzekering dat niets hem kan dwingen ten prooi te vallen aan Satan.

Lees Johannes 6:37 en 39: „Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen . . . En dit is de wil van Hem, die Mij gezonden heeft, dat lk van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan, maar het opwekke ten jongsten dage.”

De meeste mensen zijn verstrikt in de onzekerheid, angst en zorgen van de tijd waarin wij leven. De christen is anders. Hij bezit kalmte en gemoedsrust. In Romeinen 8:15 wordt verklaard: „Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.”

 

 

Het recept voor een juiste instelling

 

Maar God zegt ons eenvoudig dat wij gemoedsrust moeten hebben. Zonder erbij te vertellen hoe wij dat kunnen bereiken? Nee, zeker niet. In Filippenzen 4:8 geeft God ons een recept voor een positieve instelling: „Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk is, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.”

Met andere woorden, God wil dat wij ons niet op de negatieve, maar op de positieve kant van dit leven richten.

Laten wij deze passage eens per fragment onderzoeken, en voor ieder gebied waarop wij onze gedachten moeten richten, een voorbeeld bekijken.

 

 

Concentreer u op de waarheid

 

„Voorts, broeders, al wat waar . . .”

De beloften van God zijn waar en zeker. In Psalmen 119:160 lezen wij dat het gehele Woord van God waarheid is. God heeft geopenbaard wat het doel van het leven is; dat Hij zich voortplant en verlangt dat ieder mens in zijn Gezin opgenomen wordt. Romeinen 8:14-17: „Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.”

In weerwil van de schokkende omstandigheden op deze wereld, zal God binnen korte tijd weer welzijn en gezondheid aan de mensheid brengen en van de aarde een sprankelend juweel van uitzonderlijke schoonheid maken. Jesaja 35:1-10: „De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des HEREN, de luister van onze God. Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende knieën. Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen. Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe, en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen; waar de jakhalzen verblijven en legeren, zal gras met riet en biezen zijn. Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen. Daar zal geen leeuw zijn en geen verscheurend dier zal daarop komen; zij worden daar niet gevonden. Maar de verlosten wandelen daarop; de vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn, blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, maar kommer en zuchten zullen wegvlieden.”

Dat is de waarheid!

Het is ook waar dat de grootste vijand van de mens – de dood – overwonnen zal worden en dat al onze familieleden God zullen zien. 1 Corinthiërs 15:26: „De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood.”

Een van de namen van Jezus Christus luidt Waarachtig. Openbaring 19:11: „En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig.”

Als wij de Bijbel lezen, kunnen wij absoluut zeker weten dat God alles zal doen wat Hij beloofd heeft, omdat Hij waarheid spreekt en niet kan liegen. Numeri 23:19: „God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?” Dit moet ons een grote geruststelling zijn. Het is nooit nodig om te twijfelen aan wat God zegt.

„Al wat waardig . . .” wat we in Filippenzen 4:8 hebben gelezen. Waardig in de betekenis van eerlijk zijn. Er is overal oneerlijkheid. Schandalen als fraude, omkoping, vals geld, misbruik van gemeenschapsgeld, zijn schering en inslag. De advertentiewereld staat bekend om haar overtrokken beweringen en regelrechte onwaarheden. Iedere portemonnee is de prooi van diefstal. We leven in een hackerswereld.

Maar soms duikt er een beetje eerlijkheid op – als een taxichauffeur een horloge terugbrengt dat een passagier heeft laten liggen of als iemand van de stomerij geld teruggeeft dat hij in de zak van een kostuum heeft gevonden en dan zien wij een straaltje licht in de dichte duisternis. Denk er eens aan hoe het in de wereld van morgen zal zijn als zulke dingen normaal zijn en geen zeldzame uitzondering.

Laten wij nu eens naar de andere betekenis van het woord kijken: achtenswaardig.

Hebreeën 13:4 zegt ons dat het huwelijk in ere moet worden gehouden. Overdenk manieren waarop u uw partner en uw huwelijk kunt eren door iets van uzelf te geven.

In Psalmen 15:4 staat dat iedereen die God vreest eer verdient.

Een ouder echtpaar dat zijn kinderen goed opgevoed heeft of een leven van dienstbaarheid geleid heeft, is achtenswaardig. Spreuken 16:31: „De grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden.” Hetzelfde geldt voor de jonge man of vrouw die karakter toont en vasthoudt aan hoge normen. Ook een kind dat ijverig probeert een lange rekensom op te lossen, is achtenswaardig.

Kinderen die zich bezig houden met foute spelletjes is het tegenovergestelde van waardig of achtenswaardig. Jezus Christus en zijn volgelingen haten oorlog en geweld. In veel games komt oorlog, geweld en schieten voor. Het is de norm van deze negatieve wereld, maar iemand die God wil dienen wil positief zijn en doet daar dus niet aan mee. Ook met ’speelgoed’ zoals geweren, pistolen en andere wapens, behoren kinderen niet te spelen. Van een ernstige zonde, zoals iemand doden, moet geen spelletje gemaakt worden. Het bederft het karakter van een kind. Het normbesef komt al in de kinderjaren.

„Al wat rechtvaardig . . .”

Gods geboden zijn rechtvaardig. Romeinen 7:12: „Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.” Ze vormen een uitstekend onderwerp tot overpeinzing. David zei dat de wet van God volmaakt, betrouwbaar, waarachtig en rein is. Psalmen 19:9-10: „De bevelen des HEREN zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des HEREN is louter, het verlicht de ogen. De vreze des HEREN is rein, voor immer bestendig; de verordeningen des HEREN zijn waarheid, altegader rechtvaardig.” David zei dat hij, door over de wet na te denken, wijzer werd dan zijn leraren. De wetten en geboden van God leveren uitstekende stof tot overdenking, want Gods geboden laten zien hoe rechtvaardig Hij is.

In Gods Koninkrijk zal Jezus Christus rechtvaardig regeren. Wij kunnen erop vertrouwen dat elk geschil rechtvaardig zal worden opgelost, of dat nu een geschil is tussen mensen of tussen naties, want God doorziet de gedachten en overleggingen van het hart.

Lees wat de instelling is van de toekomstige wereldleider, Jezus Christus. Jesaja 11:3-4: „Zijn lust zal zijn in de vrede des Heren. Hij zal niet richten naar hetgeen zijn ogen zien, noch rechtspreken naar hetgeen zijn oren horen; want hij zal de geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands in billijkheid rechtspreken.”

Onder Gods regering zal de mens de vruchten plukken van zijn arbeid. Geen mens of regering zal iets wegnemen dat rechtmatig toebehoort aan iemand anders. Stelt u zich eens voor hoe heerlijk het in de wereld zal zijn wanneer de rechtspraak nooit meer een bespotting is en wanneer iedereen ervan verzekerd kan zijn dat zijn problemen rechtvaardig zullen worden opgelost.

„Al wat rein . . .” (vervolg in Filippenzen 4:8).

Reinheid betekent zuiverheid of de afwezigheid van verzwakkende of verontreinigende invloeden. En wat is het belangrijkste om rein te houden?

Karakter.

Het ontwikkelen van een zuiver karakter – de moed en overtuiging om uit te zoeken wat goed is en de wil en het vermogen om te doen wat goed is, in weerwil van alle verleidingen tot het sluiten van compromissen – is het doel waarvoor de mens op aarde is geplaatst.

Zuivere liefde en vriendschap zijn in deze tijd van egocentrische levensinstellingen uitermate schaars. Wij kunnen evenwel leren op zuivere wijze lief te hebben, zonder bedrog of voorbehoud.

1 Petrus 1:22 verklaart: „Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief.”

En 1 Timotheüs 1:5 houdt ons voor: „En het doel van alle vermaning is liefde uit een rein hart.” Als wij Gods geboden navolgen, zijn wij in staat op de juiste basis lief te hebben.

„Al wat beminnelijk . . .”

De schepping van God is het toppunt van schoonheid. De majestueuze pracht van de Rocky Mountains in Noord-Amerika, de Alpen in Europa en de fjorden van Scandinavië verheffen onze geest. Laat uw gedachten gaan over de spectaculaire of subtiele schoonheid van plaatsen waar u geweest bent of die u kent van afbeeldingen.

Veel van de grootste werken en prestaties van de mens kunnen ook zeer mooi genoemd worden. Leer de schoonheid en beminnelijkheid te waarderen in ware kunst, literatuur, poëzie, kleding, sieraden en muziek. Geniet nu van al wat mooi is, in afwachting van de tijd wanneer God van de aarde een prachtige leefbare plaats zal maken, een plaats waar een volmaakte schoonheid zal zijn.

„Al wat welluidend . . .”

Weet u nog wat God over zijn Zoon Jezus zei toen Johannes Jezus in de Jordaan doopte? Mattheüs 3:17: „En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.” Lovende en waarderende woorden uit de mond van een ouder of een gerespecteerd persoon klinken als muziek in de oren van een zoon of dochter.

Wees blij als anderen slagen, niet als hun pogingen mislukken. En vergeet niet dat ieder mens een potentie van succes heeft. God hoort graag lovende woorden over zijn volk. Iedereen die zijn levenswijze aanvaardt, zal na Jezus' terugkomst worden geloofd en geëerd.

Waarover kan men nog meer met lovende woorden spreken? Het werk van God breidt zich over de gehele wereld uit. Het ware Evangelie van Gods Koninkrijk bereikt nu meer mensen dan ooit en geeft hun dagelijks hoop en geluk. Dat is beslist lofwaardig. Het is een grote bemoediging om te bedenken wat God tot stand brengt!

„Al wat deugd heet en lof verdient . . .”

Hoe vaak tellen wij onze zegeningen? Loven wij God voor wat wij hebben? Misschien is onze gezondheid niet volmaakt in orde, maar wij kunnen moed putten uit de kracht en hoop die anderen, met nog veel ernstiger problemen, getoond hebben. Wat gebeurt er met de dame die klaagt dat zij niet weet welke schoenen ze aan zal trekken en dan iemand ziet die helemaal geen schoenen heeft? De houding zal veranderen. God verdient lof voor alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Lees bijvoorbeeld de Psalmen. Zij staan vol lovende woorden over de grote God die hemel en aarde heeft gemaakt.

 

 

Zoals iemand denkt! . . .

 

Filippenzen 4:8 eindigt met de woorden: „Bedenk dat.”

Denken leidt tot actie. Denken over zondig genot leidt tot zonde, maar een positieve benadering van het leven leidt tot succes.

David had een positieve instelling toen hij de strijd met Goliath aanbond. Hij begreep de woorden van Spreuken 23:7: „Want als iemand die zijn eigen plannen maakt [zoals iemand denkt], zo is hij.” David wist dat hij de Filistijnse reus kon verslaan omdat hij ervan overtuigd was dat God aan zijn kant stond. Hij liet zich niet weerhouden door negatieve gedachten over de grootte en kracht van Goliath.

In zijn gevecht met Goliath streed David voor zijn fysieke leven. Wij voeren eenzelfde strijd, maar bij ons staat ons geestelijke leven op het spel.

Satan zou graag zien dat wij het gevoel hebben dat het zinloos is om door te gaan. Hij zou graag willen dat wij alleen aan de hopeloosheid van deze wereld denken. Als hij ons tot een blijvende negatieve instelling kan bewegen, kan hij ons vernietigen!

Maar God staat aan onze kant met een heel arsenaal geestelijke wapens.

Als christen behoren wij het licht van de wereld te zijn. Mattheüs 5:14-16: „Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.” Wij moeten een positieve blik op de toekomst en het uiteindelijke doel van de mens hebben. Een negatieve christen kan anderen er niet toe inspireren Gods levenswijze te volgen.

Vanzelfsprekend betekent „gij zijt het licht der wereld” níet dat we het soort licht moeten zijn waar deze wereld graag naar kijkt: de aanstichter van een zuippartij, drager van decadente kleding, iemand die in een groep stoere verhalen vertelt in vulgaire taal, aanvoerders in de wereld van het politiek gekonkel, medialeider in het roddelcircuit. Dat zijn volgens de normen van God bedrieglijke lichten.

De normen van de wereld vergelijkt God met duisternis. „Goede werken” volgens Gods normen – niet naar de maatstaf van de wereld – zijn het licht waar Mattheüs over spreekt.

Wat een positieve christen om zich heen ziet, kan hem intens raken.

2 Petrus 2:6-8: „De steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en ten voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven, maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen, heeft behouden (want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken).”

We moeten positief zijn in de ogen van God – dat is onze maatstaf. Deze duistere wereld loopt spoedig ten einde.

Romeinen 13:12: „De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!”

Wij dienen positief te blijven denken en ons te kwalificeren voor Gods Koninkrijk, met de overtuiging dat de grootste macht van het universum achter ons staat die zijn glorie en karakter voor eeuwig met ons wil delen.


Terug naar de Home Page